Historisch Archief 1877-1940
?XDe Groene Amsterdammer van 23 September '1933
N o. 29S3
ii a
M.
'A»
r**;
Amsterdam en het nieuwe
College
Mr. G. C. J. D. Kroptnan
Wethouder van Amsterdam
Een minderheids-college
Amsterdam heeft weer een college van Burge
meester en Wethouders ! Na ruim twee maanden
crisis, na zeer veel beraad van fracties afzonderlijk
en gezamenlijk en na zeer vele stemmingen. Dat
de crisis zoolang duurde was niet in hoofdzaak te
wijten aan de moeilijkheden om haar op te lossen:
de sociaal-democratische Federatie heeft nogal wat
tijd genomen om haar advies aan de fractie vast
te stellen en toen het gereed was waren wel de,
meeste raadsleden op vacantie: de Amsterdamsche
Raad werkt hard, maar het jaarlijksche reces weet
hy ' terecht?te waardeeren en de bijeenroeping
van den Raad in Augustus zou een mislukking ge
worden zijn. Dat de oplossing van de crisis pas
gekomen is na zeer veel'beraad, zal niemand
verWonderen, die op de hoogte is van de schakeering
in het Amsterdamsche parlement. Indien de
sociaal-democraten zich bereid hadden verklaard
te zullen .medewerken aan de tot-stand-koming
.van e'en nieuw college, dan was de samenstelling
ervan zeker veel eenvoudiger geweest. En de samen
stelling ervan zou ook meer in overeenstemming
geweest zijn met de werkelijke politieke verhou
dingen in de Amsterdamsche bevolking: het is
niet juist, dat, terwijl ongeveer een derde der
Amsterdamsche kiezers gestemd heeft op een lid der
S.D.A.P. en deze partij dan ook een derde deel van
de raadszetels bezet, geen lid dier partij in het
college van B. en W. zitting heeft. De heeren
hebten echter-niet gewild, hebben uitdrukkelijk niet
gewild. Tweemaal is hun de hand toegestoken,
zoowel door den leider der katholieke fractie als
door den leider van de liberale fractie; tweemaal
bebben zij geweigerd ! Zij weigerden in te gaan op
het democratische standpunt: het college op zoo
breed mogelijke basis te vormen, wat duidelijk
inhield, dat de S.D.A.P. door eenige leden in het
College zou worden vertegenwoordigd, zij weiger
den zelfs een vergadering van fractie-voorzitters
bij te wonen, waar dit standpunt zou worden uit
eengezet, met hen viel slechts te spreken, indien
zou worden aanvaard wat de socialistische wet
houders in hun minderheids-nota hadden aange
prezen om de begrooting van 1934 sluitend te ma
ken: verzwaring van de lasten, welke thans reeds
op de Amsterdamsche burgerij drukken. Dit waren
hun minimum-eischen. Maar dit beteekende ook,
dat de pogingen om met de sociaal-democraten
samen te werken, moesten worden opgegeven zelfs
met de wetenschap, dat de volgende situatie uiter
mate moeilijk zou zijn. Want het te vormen College
zou geen meerderheid in den Raad achter zich
hebben en voor de aanneming van voordrachten
yan het College is nu eenmaal in den Raad een
meerderheid noodig. De laatste hoop, dat de
sociaalHo T
DE L'EUROPE
AMSTERDAM
HOTELDEDUNO
OOSTERBEEK
BILPERBERG
ÓOSTERBEEK
CASINO
SCHEVENINGEN
BIOSCOOP
THEATER
REMBRANDT
UTRECHT
ALLE
D l T
AAR
INGERICHT
DOOR
DER
democraten zich zouden bezinnen, vervloog, toen
de leider der socialistische partij in Amsterdam tot
tweemaal toe gekozen werd tot wethouder en beide
keeren bedankte. Hiermee was het pleit beslecht:
de weigering stond duidelijk vast het College
werd samengesteld, het minderheids-college.
Is dit een avontuur? Wij gelooven het niet. Te
genover deze minderheid staat inderdaad een
meerderheid, doch een meerderheid van zeer hete
rogene bestanddeelen: van sociaal-democraten,
communisten en Het Blok Aller Middenstanders.
Bien etonnés de se trouver ensemble ! Deze heeren
kunnen als ze willen het nieuwe College ten
val brengen, morgen al en anders overmorgen. En
als zij het doen, wel, dan zullen zij, deze drie par
tijen, een nieuw College moeten samenstellen. Wij
hebben te veel respect voor de S.D.A.P. in Amster
dam, met name voor haar leiders, dan dat wij haar
zouden toewenschen, dat zij daarin slagen zal. Al
kondigde het dagblad der S.D.A.P. dan ook, den
dag na de samenstelling van het nieuwe College,
de oppositie der S.D.A.P. aan
. Het zij zoo. Het College is zich bewust, dat het
een minderheids-college is. Het is zich ook nog
van iets anders bewust. Ih het College hebben
zitting, behalve de Burgemeester, twee liberalen,
een vrijzinnig democraat, een anti-revolutionnair,
een christelijk-historische en n katholiek: drie
rechtschen en drie linkschen. Wat zegt dit in
dezen tijd? Zeker, ?wij behouden allen onze ideaJen,
onze levensbeschouwing, onze eigen politieke
opvattingen, maar over al deze verschillen onder
ons overheerscht ig. dezen voor Amsterdam
uitermate moeilijken tijd slechts n gedachte:
Amsterdam en de Amsterdammers. Wij hopen,
dat er eindelijk een einde is gekomen aan de
reeks onaangename verrassingen voor Amster
dam, wij hopen ook, dat bij verschillende over
heden een duidelijker inzicht kome in de moeilijk
heden van Amsterdam, dat nog altijd twee en
veertig duizend werkloozen telt en nog altijd
per week ongeveer een half millioen gulden aan
steun uitbetaalt. En wij hopen ook, dat de burgerij
met haar oordeel voorzichtig wil wezen. Maar
ook als dit alles niet het geval zou zijn het
College zal, zoolang het belast is met het bestuur
van de stad, zijn plicht doen. Het blijft uiteraard
en gaarne ontvankelijk voor goede adviezen
en zakelijke kritiek, doch het blijft zich evenzeer
bewust, dat Amsterdam in moeilijke omstandig
heden verkeert en dat harde maatregelen nood
zakelijk zullen zijn om de toekomst van Amsterdam
te verzekeren.
Want het gaat in. dezen tijd waarlijk om de
toekomst van Amsterdam, om haar vrije zelf
standigheid om haar harmonische ontwikke
ling om de voorwaarden voor zooveel moge
lijk geluk voor zooveel mogelijk Amsterdammers.
Die toekomst kan niet verzekerd worden, indien
wij in dezen tijd den moed zouden missen om over te
gaan tot pijnlijke noodzakelijkheden. Wij zullen
zoolang wij verantwoordelijkheid voor het besturen
van Amsterdam dragen, dien moed ook hebben.
Onbekommerd om populariteit neen, populair
zal dit College niet worden ! óók onbekommerd
om oppositie. i^
Want wij hebben de stellige overtuiging, dat
na dezen donkeren tijd voor Amsterdam betere
dagen zullen aanbreken, misschien niet zoo
spoedig in materieel opzicht, maar wij gelooven
aan de versterking* van het Amsterdamsche
bèfcef, van dien ondefinieerbaren Amsterdamschen
geest, van Amsterdamsche volkskracht. En
daaraan te mogen medewerken, aan de toekomst
van Amsterdam te mogen meebouwen, geeft
ieder, die Amsterdam liefheeft, voldoende kracht
om te doen wat wel hard, maar onafwijsbaar is.
En voor zoover hij een oordeel noodig heeft, laat
hij het over aan de Geschiedenis van Amsterdam.
Duitschland vóór
Christus
Mr. K. van Waveren
Watgzal de Volkenbondsvergadering brengen?
Wij zijn wel op verwonderlijke wijze afgestompt
ten aanzien van de gruwelijke berichten die on»
schier dagelijks uit Duitschland bereiken. Dat is
verklaarbaar maar verkeerd. Want het blijkt,,
dat de verschrikkelijke dingen, die daar gebeuren,.
niet een begeleidend verschijnsel zijn van het ver
zetten van de wet, zooals dat daar in
nationaalsocialistischen zin geschiedt, en dan nog
eenigszins zouden zijn te excuseeren ? maar dat
demoorden, onwettige terechtstellingen en onver
klaarbare" sterfgevallen en verdwijningen een
programpunt zijn van de heerschende richting.
Maar na de zooveelste waarneming stompt men:
af. Zoo komt het, dat de moord op den uitgever
Mosse nog nauwelijks tot het beschaafde
WestEuropa is doorgedrongen. De neef van den stichter
van het geweldige kranten- en uitgeversbedrijf, dat
onder den firmanaam Rudolf Mosse een
wereldomvang had aangenomen, de heer Lachmann.
Mosse, die in het begin van de
nationaal-bolsjewistische revolutie al eens onderhanden was genomen.
door de Nazi's, maar voor wien, naar men zegt, d&
toen nog machtige Von Papen tusschenbeide wast
gekomen, was gedwongen geweest het geheele
concern uit handen te geven. Men heeft het toch
blijkbaar niet aangedurfd, een zoo belangrijken
getuige van de jongste gebeurtenissen in het 'ever*
te laten.
Zoo komt men er niet. Het onderzoek, dat op
dit oogenblik buiten Duitschland allerwegen den
verdachten Rijksdagbrand op vrij onbelemmerde
wijze onder de loupe neemt, toont reeds in vol
doende mate aan, dat de nationaal-socialistische
terreur wel Duitsche getuigen het zwijgen op kan
leggen, maar het geweten van de wereld niet in
slaap kan sussen. Of er nu een of andere vertooning
in Leipzig zal plaats vinden, is, uit wereldhistorisch
oogpunt, van niet het minste belang. Evenmin als;
de persoon van den brandstichter van belang is..
De motieven zijn van belang. En die zijn nu vol
doende bekend.
De wereld zoo zij er al in geloofd mag hebben,
gelooft nu niets meer van de hoogheid der
Duitsche idealen. Men wilde Duitschland zijn
plaats onder de Volken hergeven. Men wilde een
puur Duitsch volk, van Aziatische" smetten be
vrijd. Daar de onderlaag van het Duitsche volk,
historisch bekeken, wel degelijk van aziatischen
althans van slavischen oorsprong is, zocht men
deze reinheid van gehalte te construeeren door de
niet-christelijke elementen, Joden, vrijdenkers en
marxisten" eruit te werken en de christelijke
organisaties op nieuwen grondslag te plaatsen..
Men wilde een ethisch verschil en vond niets dan
een vrij gewrongen religieus verschil. Kan men hier,
zooal niet in de gebezigde middelen, dan toch nog
voor zoover het betreft het nagestreefde doel een
zekere mate van goede trouw aannemen, men kan
dat niet in de overige programpunten der Duitsche
politiek. Noch wat betreft de economische, noch
wat betreft de internationale politiek. En met
namewat betreft het vraagstuk der bewapening. Ook
hier, ondanks alle verzekeringen, blijkt het, dat
Duitschland bezig is verplichtingen en verdragen
te schenden en op hypocriete wijze het tegendeel
vol te houden.
Zelfs verdragsschending kan men begrijpen. Het
is echter onmogelijk om ook maar eenige waardee
ring te vinden voor de hypocrisie, die te dien aan
zien door het Rijk wordt gehuldigd. Zoo bereidt
niet alleen Duitschland een oorlog voor, maar
zoo glijdt tegelijkertijd heel West-Europa
weernaar een wereldbrand toe.
Er is nog «en kleine hoop: en wel dat op
dekomende conferenties in Genève, op de Volken
bond svergadering en de
Ontwapeningsconferentiehet forum der wereld een vorm zal weten te vinden.
om een oordeel over Duitschland uit te spreken..
Misschien dat dit het Duitsche volk de oogen zal
openen. Misschien dat daar de publieke opinie
tot het inzicht zal komen, dat de leuzen waaronder
een christelijk Rijk onder
nationaal-socialistischeleiding wordt gegrondvest, ontspruiten aan een
moraal, die hier al niet meer gold toen de Batavieren
in ons land kwamen en nauwelijks paste in het.
door Tacitus beschreven Duitschland vóór
Christus.