De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 23 september pagina 9

23 september 1933 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

J* f»: r DE \VINTERMODE Ilse Engel De modeshows, ter Inleiding van het winterseizoen, zijn In de afgeloopen weken In verschillende plaatsen van ons land gehouden. Krause A Vogelzang. De Bijenkorf, Boelen en Xteuwemlijk. Krnysveld de Mare, Fhillippe et Gaston. Maison de Vries, Gerzon, firma HIrsch, firma Volk. Modehuizen en mode ontwerpers hebben laten zien wat de komende wintermode zal brengen. Een samenvatting van het getoonde bieden wij hierbij de lezeressen in onderstaand artikel. De herfst brengt ons weer een over vloed van verrassende, bekoorlijke snufjes voor de mode in het komende seizoen. Er komt een steeds grootere neiging, om al het mannelijke uit de kleeding van het schoone geslacht te laten verdwijnen en de charme van het vrouwenlichaam, zoowel door de lijn, als door den tooi van japonnen, mantels en hoeden te ?doen uitkomen. Tegelij kertijd echter tracht men, in tegenstelling met de vele excessen van de laatste maanden, den indruk van den grooteten eenvoud te geven. De bevalligheid be staat, veel meer nog dan tevoren, uit de geraffinecDdheid van de snit, wit de kostbaarheid van het materiaal. De mantel, het be langrijkste kleedingstuk "van den winter, is vaak van een haast kloosterachtigen eenvoud wat snit betreft, menigmaal zonder bont. Een bont kraag of een das en handschoenen met reus achtige kappen van het zelfde bont worden erbij gedragen en hebben het voordeel, dat ze tegelij kertijd voor hetmorgencostaum kunnen worden gebruikt. De al te zeer geaccentueerde schou derlijn van de mantels verdwijnt weer uit het silhouet der mode, de ruimte van de mouwen zit vaak bij den elle boog, vaak loopt ze naar onderen uit in een poefmouw. De avondmantels, zoowel als die voor overdag, zijn meestal aansluitend in prinsessemodel, zonder ceintuur. De mantelcostuums zijn verschil land, wat den vorm van de jasjes betreft. Het korte nauwsluitende man teltje is net zoo gewild als de Josvallende, maar ook de driekwartmantel wordt nog vaak gezien, alleen met dit verschil, dat hij thans aan sluitend met een ceintuur gedragen wordt. De rokken, die niet erg lang vallen, zijn nauw of geven dien indruk, ook als ze met plooien zijn gemaakt, die nu heel dikwijls op den achterkant zitten. Bij deze costuums draagt men blouses van soepele tricotstof in een donkerder kleur dan het costuum. Bij de middag-, zoowel als bij de avondjaponnen is de halslijn verras send nieuw. Men ziet in ontelbare variaties de geheel nauw om den hals sluitende japonnen. Dit décolleté, dat er eigenlijk heelemaal geen is, is vaak gedrapeerd of sluit met een smal opstaand kraagje, dat den hals, als bij het Chineesche jasje, omvat. Ook bij de japonnen is de nadruk op de schou ders door poefmouwen, vleugeltjes enz. haast volkomen verdwenen en heeft plaats gemaakt voor de natuur lijke vrouwelijke lijn, die nu de fijn heid van de smalle vrouwenschouders meer doet uitkomen. De middag japonnen worden langer gedragen dan tot nu toe het geval was en lijken smal en vloeiend van lijn. De avondjapon nen, vaak van voren tot aa,n dei) hals oploopend, maar met een diep rugdécolleté, ziet men heel veel in klas sieken stijl. De hoeden worden bij de mantels en de namiddagjaponnen steeds hooger, in vele gevallen wordt deze nieuwe opgaande lijn nog sterker geaccentueerd door de garneering. Het platte model met heel eenvoudige versiering blijft voorgeschreven voor het mantel costuum en het sportpakje. Mut sen en kapjes in de meest fantastische vor men, en in vele van wol gebreide of gehaakte patronen, zijn een fel begeerd artikel. De stoffen voor de mantels en costuums voor overdag zijn soepel met een harigen buiten kant. Zeer geliefd is op het oogenblik fluweel, dat in ontelbare geheel nieuwe variaties wordt gebracht. Zoowel voor 's middags als voor 's avonds zijn .er weer vele nieuwe soorten zijde (vooral in rips) en kunst zijde, die steeds vol maakter worden. Men geeft de voorkeur aan zeer sterke stijve zijde, die herinneren aan de uilgaansjaponnen van onze groot moeders. Men ziet alle schakeeringen groen, als de modekleur, corinthe, alle tinten bruin, vooral kastanjebruin en bordeaux. Zooals altijd b-lijft zwart nog zeer geliefd. Niet te onderschatten is de steeds meer in zwang komende mol, die niet alleen als klein tonnetje, maai zeer groot, vaak ook gemaakt is van de stof van den mantel met bont omzoomd. Het is duidelijk merkbaar, dat de modescheppers alles in het werk hebben gesteld om den nadruk te leggen op de vrouwelijke lijn. MAISON DE BONNETERIE AMSTER DAM Kalverstrut Rokin ?Tel j)5°U lijnenl DEN HAAG Groennurkt ? Buitenhof Tel. i i'l8<o (4 lijnen) Hoflrverancitri U it onze groote collectie JJame,s hoeden oporthoedje van A n g o r as tol in moderne kleuren f 14.50 WEILL& ZOON Bontwerkerij Dameskleedermakerij Barteljorisstraat 26-28 Haarlem bericht de ontvangst van nieuwe modellen Bontma ntels en Wintermantels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl