De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 30 september pagina 1

30 september 1933 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2939 Zaterdag 30 September 1933 Het wezen van het fascisme K' u fK* b. Het wezen van bet fascisme is niet iets nieuws, maar de van onds bekende dictatuur. De staatstheorie van bet fas cisme is op zich zelf een staatsleer zonder inbond. Die inhoud wordt in elk land en in elke periode bepaald door de persoon lijke opvattingen van den dictator Op den 3den Januari 1925 was de fascistische revolutie in Italiëgeëindigd. Van dat oogenblik af trad de Stato giuridico corporativo" inwerking. Dat beteekent letterlijk vertaald: de rechtsstaat gebaseerd op de corporatieve gedachte. Benige weken geleden heb ik op deze plaats "trachten aan te toonen, dat in Italiëde corporatieve gedachte nog niet in werking is getreden, ja dat het zelfs nog niet gelukt is in theorie te schetsen, hoe een staat gebaseerd op de corporatieve ge dachte zal moeten werken. De Italiaansche corporaties zijn immers staats organen. Zij worden slechts erkend, voorzoover zij de beginselen van de regeering zijn toegedaan. Wanneer haar besturen anders handelen, dan de xegeering wenscht, worden die besturen vervangen ?door vertegenwoordigers van de regeering. De volksvertegenwoordiging wordt feitelijk be noemd door het bestuur van de fascistische partij. De corporaties geven omtrent de samenstelling advies, maar het bestuur van de fascistische partij is aan dat advies niet gebonden. En die volksvertegenwoordiging zelve heeft slechts een zeer geringen invloed in de wetgevende macht en vrijwel geen controle op de uitvoerende macht. De basis van het staatsgezag in Italiëis dus niet de corporatieve staatsgedachte. Wat dan wel? Het wezen van het fascisme is niet iets nieuws, maar de van ouds bekende dictatuur. Mussolini de dictator, de leider van de fascistische partij en tevens het hoofd der regeering, heeft alles te zeggen. Alle staatsmachten, de uitvoerende, de wetgevende en de rechtsprekende macht zijn n zijn persoon geconcentreerd. Wanneer de Italiaansche fascisten zeggen: de staat is alles, het individu niets, dan is dat een formule zonder inhoud, zoolang men niet weet, hoe die staatswil wordt gevormd. Die staatswil -wordt in Italiëgevormd niet door een abstract hegrip staat", maar door het individu" Mussolini. De nieuwe regeering in Italiëheeft heel wat goeds tot stand gebracht. Dat is alles te danken aan de goede inzichten van den dictator. Aanvankelijk was Mussolini zeer afkeerig van den godsdienst. Zijn opvattingen in dat opzicht hebben zich gewijzigd en het beleid der regeering heeft dezelfde ontwikkeling doorgemaakt. Van huis uit is Mussolini een socialist en zelfs een syndicalist. Thans is hij tot de conclusie gekomen, dat de overheid in zeer veel opzichten zich van inmenging in het bedrijfsleven behoort te onthouden. En het regeeringsbeleid heeft dezelf de wijziging ondergaan. Natuurlijk kan Mussolini het niet alleen af. De dictator wordt omgeven door een elite. Die elite is echter geen aristocratie, noch een geboren aristocratie, noch een aristocratie des geestes, maar zij bestaat uit praetorianen, uit een soort van lijfgarde. Die elite is gevormd uit degenen, die zich bereid verklaard hebben den leider zonder eenig voorbehoud te gehoorzamen. Het huidige Italiëis slechts in dien zin een rechtsstaat, waarin men van eiken staat kan zeg gen, dat hij een rechtsstaat is, namelijk in dezen zin, dat het recht voor het overgroote deel door den staat wordt geformuleerd en gehandhaafd. Maar in de gebruikelijke beteeïtenis van het. woord verstaat men onder rechtsstaat" een staat, waarin alle burgers gelijk sjjjn voor de wet, waarin het recht in wetten is belichaamd, op welker samenstelling de burgerij zelve een zekeren invloed heeft, waar een controle bestaat op het werk van wetgevende en uitvoerende macht door de publieke opinie, die zich kan uiten dank zij de vrijheid van het woord, de vrijheid van vergadering en de vrijheid van drukpers, en waarin last not least een onafhankelijke rechterlijke macht bestaat. In geen enkel van deze opzichten is de huidige staat n Italiëeen rechtsstaat, maar integendeel een machtsstaat. Het geloof van het fascisme", heeft prof. Anema gezegd, is het geloof in de staatsmacht zonder inhoud. Het fascisme gelooft niet iq een staat, die naar bepaalde beginselen en een bepaald ideaal, gerechtigheid, welvaart en cultuur verwezenlijkt, maar het heeft niets dan minachting voor alle beginselen, voor alle recht, voor alle moraal en voor alle religie, die niet dienen om den staat als zoodanig tot opperste machtsontwikkeling te brengen. In dat stelsel is dan ook niet anders mogelijk, dan de besten" te vormen door hen stelselmatig af te richten tot willooze werktuigen in handen van den dictator." De Nederlanders, die meenen, dat wij in ons land het Italiaansche fascisme moeten navolgen, wijzen er op, dat sinds in Italiëhet fascisme aan de macht is gekomen ontzaglijke verbeteringen zijn ingetreden: de treinen loopen op tijd; vreemde lingen worden niet meer lastig gevallen door bedelaars en afgezet door gidsen, winkeliers en chauffeurs; er zijn onder leiding van Mussolini geweldige werken o.a. tot drooglegging van moerassen ondernomen. Zij wijzen op een tech nische prestatie als die van de oceanenvlucht van generaal Balbo en op de opleving van land bouw en industrie onder het nieuwe bewind. Ik betwist dat alles niet, maar ik constateer, dat in Nederland zonder fascisme de treinen even geregeld loopen als in Italië; dat wij weinig last hebben van bedelaars en door gidsen, winkeliers en chauffeurs niet bijzonder worden afgezet; dat wij onder ons democratisch bewind op het gebied van wegenaanleg, drooglegging van de Zuiderzee, aanleg van kanalen en bruggen sinds geruimen tijd werken hebben volbracht, die de werken van denzelfden aard in Italiëovertreffen; dat onze radiotelefonische verbinding met Nederlandsch-Indiëen het werk van onzo K. L. M. op n lijn staan met de schitterende technische prestaties van generaal Balbo en dat onze landbouw en industrie zich in de halve eeuw, die achter ons ligt, op ongekende wijze hebben weten te ont wikkelen. In geen enkel van deze opzichten behoeft men ons het nieuwe Italiëtot voorbeeld te stellen. Voeren deze overwegingen ons tot de conclusie, dat wij niets van het fascisme hebben te leeren en dat wij dat geheele stelsel zonder eenig voor behoud voor altijd moeten verwerpen? Dat zou ik niet willen beweren. Er is in ons land in dezen tijd aanleiding voor een versterking van de nationale gedachte, niet in dien zin, waarin een verderfelijk nationalisme in den laatsten tijd in het buitenland opgeld doet, maar in den zin van het dieper beseffen van onze typisch nationale Nederlandsche tradi ties. Voorloopig is de kans nog niet heel groot, Inhoud: i. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Het wezen van het fascisme. 2. Mr. Franfois Pauwels, Het proces te Leipzig. 3. L. J. Jordaan, Het Rijksdagbrandproces. 4. Mr. M. Kann, Volkenbondsvergadering. 5. Melis Stoke, Week-ends, teekening Harmsen van Beek. B. van Vlijmen, De Duitsche Rijkspropagandaminister te Genève. 6. O.1 v. T., Nieuwe uitgaven op reclamegebied. Jan van Nijlen, Fransche boeken. 7. Dr. P. van Olst, Het ongeziene licht. Spreektaal. 9. Otto van Tussenbroek, Toegepaste kunst. 10?ii. A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst. 12. Mr. H. Scholte.Tooneel, teekening J. F.Doeve. 13. J. Harms Tiepen, Laat den weg mij! 15. C. A. Klaasse, De Dollar. 16. J. W. F. Werumeus Buning, Over dichtkunst. 17. L. J. Jordaan, -Bioscopy. 18. Uit het kladschrift van Jantje. Brieven van een voogd. 19. Tai Aagen-Moro, Twee katten, teékeningen J. F. Doeve. 20. Lctterraadsel. Charivaria. Omslag: Spel problemen. Viooltj Voortreffelijk» chocolade in da» vorm van viooltje». Een specialiteit. RINGER5 iet op den naam/ dat de massa van ons volk het nationalisme te veel op de spits zal drijven. Er is ook aanleiding voor een krachtiger hand having van het gezag van de overheid en een krach tiger optreden tegen hen, die dat gezag ondermijnen, en zelfs voor een versterking van de uitvoerende macht tegenover de volksvertegenwoordiging. Het is in de huidige omstandigheden onvermijdelijk, dat de volksvertegenwoordiging in veel ruimere mate, dan tot dusverre gebruikelijk was, bevoegd heden aan de regeering delegeert en dat volks vertegenwoordiging en publieke opinie zich in haar critiek op de wijze, waarop de regeering handelt, een groote reserve opleggen. Dat gebeurt echter reeds in ons land en het zal misschien nog op veel verder gaande wijze moeten gebeuren. Maar als wij dan in ons land in de omstandig heden, waarin wij verkeeren, een soort van tijde lijke dictatuur zullen moeten ondergaan, dan geef ik voor mij en naar ik aanneem het grootste deel van ons volk met mij waaronder ik mij ver oorloof, al schijnt dat tegenwoordig niet meer gebruikelijk te zijn, ook de socialisten te rekenen verre de voorkeur aan een soort van dictatuur uitgeoefend door degenen, die het ministerieGolijn vormen, en die de vertrouwensmannen zijn der voornaamste politieke partijen op een na en van wie men moet aannemen, dat zij zooveel mogelijk zullen handelen overeenkomstig de politieke beginselen, die zij vertegenwoordigen, boven een dictatuur uitgeoefend door een willekeurige groep fascisten, die hun mandaat ontleenen niet aan eenig politiek beginsel, maar aan dwang en geweld. A. O. JOSEPHUS JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl