Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 30 September 1933
N o 2939
et.
Uit het kladschrift van Jantje
Brieven van een voogd
Liefste Eulalie,
Het moet mij van het hait dat je
P.S.'sen onder je, overigens hartelijke,
brieven mij zeer, ja. hoogst onaange
naam zijn, zoo ook je laatste, waarin
je ter loops mededeelt, dat er bij je
modiste nog een postje openstaat en
de dame in kwestie op regeling daar
van aandringt. Ik verzoek je nogmaals
dringend te bedenken, dat wij in een
tijd van crisis leven en ook voor onze
landgenooten in den vreemde geldt.
"wat onze regeering in woord en daad
een iegelijk op het hart bindt de
versobering ! Ik weet wel. wat je ant
woord hierop zal zijn: dat je, wat je
landgenooten in den vreemde betreft,
niet veel van hun versobering bemerkt,
en in zooverre moet ik je ook toegeven
dat men, zoo in het dagelijksche leven,
?ook hier niet veel van een crisis be
merkt en dat, zoodra de menschen ple
zier van hun geld kunnen beleven, zij
er niet tegen opzien het uit te geven.
maar dat de crisis er nog altijd is,
staat als een paal boven water. Ik
verzoek je ook te bedenken, dat wij
eerstdaags gebukt zullen gaan onder
een coupon-belasting, die op zich zelf
nog wel te dragen zou zijn, vooral nu
er nog al wat coupons niet betaald
worden, doch aan den anderen kant
geeft een dergelijke coupon-belasting
den Fiscus een onnoodigen kijk op de
hoeveelheid en de hoedanigheid
deicoupons, die ik mijn bezit kan noemen
en wordt de inheemsche gewoonte, om
met de aangifte van je vermogen en
inkomen niet al te nauwkeurig te werk
te gaan, wederom gekortwiekt. Gij
ziet, liefste Eulalie, dat de tijden voor
ons menschen, die nog iets bezitten,
hard zijn en men er dagelijks op uit
schijnt te zijn om ons nog dat weinige
zoo niet heelemaal af te nemen, in
ieder geval het bezit er van niet tot
de aangenaamste dingen des levens
te doen zijn.
' Gij zult zonder twijfel met genoegen
vernemen dat onze mijn vriend Köell,
onze Commissaris der Koningin, een
nieuwe ambtswoning toebedeeld krijgt
waarvoor tachtig mille op de be
grooting is uitgetrokken. liet
Gouvernementshuis is langzamerhand in
een te drukke buurt komen te liggen.
te midden van nogal rumoerige kan
toren en bovendien, is, door een split
sing in, de gebouwen, het zoo gelegen,
dat Köell thans eiken ochtend tien
minuten ver naar zijn bureau moet
wandelen, dat anders onder zijn dak
was en gij begrijpt, dat dit nog al tijd
vergt, afgezien van de kosten van
auto of tram. Daarom is een nieuwe
ambtswoning voor een tachtigduizend
gulden inderdaad hoog noodig en te
vens een hoognoodige versobering en
ik hoop het nog te beleven onzen Gou
verneur in een hem waardiger omge
ving mijn opwachting te kunnen ma
ken, dan thans het geval is. Zoo vind
ik het ook nog altijd een misstand, dat
van onze ministers alleen Zijne Excel
lentie van Buitenlandsche Zaken een
ambtswoning betrekt, terwijl de overi
ge Excellenties her en der op
bovenhuisjes of flats verspreid zijn. wat
nooit ten goede kan komen aan het
prestige eener Regeering, die er op staat
Gezag om zich heen te verspreiden.
Zoo meldt men mij viit den Haag. dat
minister Marchant nog eiken dag op
de fiets en onder een grijze cape naar
het Departement fietst en dit moge
nu wel zeer democratisch er uit zien,
ik zeg, dat een minister van de Kroon,
vooral niet in deze dagen, zich zoo te
gedragen heeft. Een bananenschil, een
modderige straat en Zijne Excellentie
is geslipt vóór dat hij het weet en een
gevallen minister is nooit een verhef
fend schouwspel en. voor bijgeloovige
lieden, een slecht voort?oken.
Gij zult gelezen hebben, indien gij u
daar in de verte den tijd gunt om op
de hoogte te blijven van hetgeen er
in ons lieve vaderland gebeurt, dat
onze Afsluitdijk is vrij gegeven voor
het verkeer en ik vertrouw er op. dat
gij niet zult nalaten den buitenlander
op dit trotsche feit te wijzen want.
onder ons gezegd. Eulalie. ik ben nog
altijd de meening toegedaan, dat heel
deze hooggeroemde drooglegging niets
is dan een ijdel gecoquettoer- met onze
ietwat kostbare behoefte om waar wij
water zien dit met een dijk te omgeven
om er vervolgens de vloeistof uit te
pompen. Wij zijn nu eenmaal het volk.
dat woont op eeri plek ontwoekerd
aan de baren en daarom zit het
ontwoekeren ons zoo irr het bloed, dat wij
het niet meer kunnen laten eri waar
lijk, liefste Eulalie. toen ik als
oudBurgemeester van Oud- err
XieuwFlipscheuten, dat. zooals ge misschien
weet, uitwatert in den
Wieringerboezem, als genoodigde bij de plechtige
openstelling van derr Afsluitdijk mede
aanwezig was, kon ik de gedachte niet
onderdrukken, dat wij straks, met al
dit land, ontwoekerd aan de baren, in
onze maag zullen zitten, want wat
moeten wij er op telen of op fokken
nu wij onzen landbouw en veeteelt
aan het decimeeren zijn? En als de
vreemdelingen nu maar met duizen
den en tienduizenden naar onzen Dijk
kwamen kijken zooals zij naar den
Mont Blanc komen kijken, en naar het
Graf van IVapoleon en vroeger naar
de Sieges-Allee in Berlijn, dan was het
nog wat, doch waar is de vreemdeling,
die naar een land gaat, waar men u
voor een fleschje Hollandia-water drie
kwartjes afneemt en ik verzeker je, dat
dit mij en vele mijner vrienden er van
afhoudt om geheelonthouder te wor
den in een land, waar zelfs het water
zoo duur is. Gij hebt mij verleden
jaareen verhaal gedaan van een
toorieelstuk dat gij in Parijs gezien had en dat
eenigszins zonderlinge toestanden be
handelde heette het niet ,,Fleur de
Pois?" of zoo iets? en ik kan je
thans tot mijn genoegen meedeelen,
dat bij ons in Amsterdam op het
oogenblik een stuk gaat, dat dergelijke
toestanden, zij het dan zeer in het
nette, eveneens tot onderwerp heeft
en avond aan avond volle zalen trekt
zoodat wij. wat onze zeden, betreft,
niet behoeven onder te doen voor een
stad als Parijs. Indien gij inderdaad het
plan hebt om naar Genève of
Montreux te gaan. doe dan aan mijn vriend
Colijn de groeten. Gij kunt hem eiken
avond in ..Bavaria" vinden, waar- hij
zijn potje bier drinkt met minister
Henderson en Monsieur Boncour en
het stemt tot gerustheid, wat onze
vaderlandsche toestanden betreft, dat
onze Premier zooveel van zijn tijd aan
de onvruchtbare besprekingerr te Ge
rieve kan geven.
Ge moet mij maar opgeven hoeveel
dat rekeningetje van die modiste be
draagt en wat het adres is. dan zal
ik dit zelf van hieruit regelen. Ik acht
dit veiliger, dan raakt het bedrag
onderweg niet in verkeerde handen !
Kri verder geen P.S.'sen meer. s.v.p.
Met onverminderde toegenegenheid
je OOM BOB,
uit Aerdenhout, den 27sten
ran lierfstmaan'l.
Nieuwe uitgaven
\eiatn1ijst run leerlingen,
sumengesteld door Ds. K. A.
Jierersluis, Hernortml predi
kant. Vitn Gorcutn & (,'amp,
Assen.
Dit is een gewijzigde uitgave van
de presentielijst door Ds. Aris samen
gesteld, waaruit enkele bezwaren zijn
weggenomen. Het formaat is nu wat
gr-ooter. Daardoor is het mogelijk
meer leerlingen op dezelfde bladzijde
te plaatsen err er- is ruimte voor aan
melding varr bijzonderheden.
^g§r|