Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 30 September 1933
No. 2939
i
Het proces te Leipzig
Mr. Fran$ois Pauwels
Eenlge algemeene opmerkingen
Het zal den lezer voldoende bekend zijn dat ik,
tot ontstemming van hartstochtelijke pro- en
contra-menscheii, bij de beoordeeling van het geval
van der Lubbe een zoo objectief mogelijke houding
heb aangenomen. Meer dan ooit is thans reserve
geboden, nu het proces te Leipzig aangevangen
en het einde nog ver is. ....
Toch komt het mij voor, dat gfoote verrassingen
uitgesloten zijn en reeds nu, in den nevel der mo
gelijkheden, nkele vaste lijnen waarneembaar
Wprden. ' '.; .
Zoo is het niet denkbaar, dat .v. d. Lubbe'?- men
kan hem nauwelijks meer als hoofdpersoon in hot
.. drama beschouwen zich te eeniger Cijd zal ont
poppen tot den zelfbewusten, politieken agitator,
dien zijn vrienden, de raden-communisten, in hem
sagen.
Het slordige pamflet, dat deze onder den
weidBchen naam van Boodboek, ter verheerlijking van
htin makker in het licht gaven, valt naast het
rijkgedocum'enteerde Bruinboék in het niet en ver
sterkt ons veeleer in de overtuiging, dat v. d. Lubbe
in het proces, steeds meer de quantiténégligeable
zal worden;
Maar tegelijk stijgt onze deernis met hem.
Had hij zich geuit in de brallende leuzen van den
proletarischen yolksmenner, waartoe hij voor het
oor der gansche wereld de gelegenheid had, wij
zouden verveeld, misschien geërgerd, de schouders
hebben opgehaald.
Nu zien wij slechts een geketend en ongelukkig
mensch, een wil- en sprakeloozen stakkerd, die in
geen enkel opzicht opgewassen is tegen de schran
dere koppen achter de groene tafel.
In plaats van woorden, hoe simpel ook, om zijn
daad te verklaren, vindt hij slechts een ontwij ken
den glimlach, .die, ondanks de expertise van de des
kundigen, rechtmatigen twijfel aan zijn toereken
baarheid wekt.
En dezen achterlijken jongen, geknakt naar ziel
en lichaam, weigert men de verdediging van een
?*#r.3genoot, die hem dagelijks kan spreken, opbeu
ren, leiden !.. ..
Zeker, formeel is aan de wet voldaan, van der
Lubbe heeft immers zelf verklaard dat hij geen
enkele verdediging wenscht!
Maar de eerlijke en onpartijdige rechter, de rech
ter, die niets te vreezen heeft en den verdachte
waarlijk het volle pond wil geven, is zedelijk ver
plicht dezen onmondige" de verdediging te ver
schaffen, die hij, al of niet met zijn instemming,
krachtens zijn nationaliteit en persoonlijke on
macht, noodig heeft.
* * *
Hiermede Wordt niets ten nadeele bedoeld van
zijn toegevoegden verdediger Dr. Seuffert. Diens
goede trouw acht ik boven lederen twijfel verheven.
Aan den eisch echter, dien ik mijnerzijds als voor
waarde voor mijne verdediging stelde, n.l. het recht
om getuigen a décharge témogen dagvaarden,
zonder aanzien des persoons, kan hij in het land,
waar zooveel zelfmoorden" plaats vinden en
zoovelen op de vlucht" neergeschoten worden, niet
zonder groot gevaar voor leven en positie, voldoen.
En alleen de onbeperkte bevoegdheid om van dit
rechi ten volle gebruik te mogen maken, kan aan het
proces te Leipzig een wezenlijke beteekenis geven.
Immers, de beschuldigende partij, de
procureurgeneraal, heeft in dit opzicht een overwegende
machtspositie. Niet minder dan 120 getuigen
brengt zijn sterke arm voor het getuigen-hekje.
Dit groote aantal is den ervaren strafpleiter mees
tentijds een aanwijzing voor de zwakte van het
O.M. Wanneer de verdediging echter niet vrij is om
hiertegen een sterk ontlastingsmateriaal op te bou
wen, slaat de weegschaal van het recht in het voor
deel van den aanklager over.
Niet in den persoon van v. d. Lubbe en zijn mo
tieven tot de daad, moet zijn heil gezocht worden.
Slechts zijn uitlokkers of medeplichtigen, bepalen
zijn strafwaardigheid. f
Reeds nu, in het voorportaal der procedure,
raakt dit punt beangstigend op den achtergrond.
Wie gelooft nog ernstig, dat v.d. Lubbe den brand
alleen heeft gesticht, ponder afspraak met of hulp
van derden? *-,
Zelfs jhr. mr. v. d. J)oes komt in zijn lezenswaar
dige, maar het Bruinljoek allerminst vriendschap
pelijk gezinde, Telegr*$»f-artikelen tot de conclusie
dat bij de NaziJeideïs vóórwetenschap heeft be
staan en bovendien%tl$,t het zeer waarschijnlijk is,
dat Göring het spoedige blusschen van den brand
heeft tegengewerkt.
Feitelijk wordt de stelling van het
meerdaderschap ook door het :O.M. gesteund, ten bewijze
waarvan het eenige fepmmunistische kopstukken,
naast v. d. Lubbe, in de beklaagdenbank doet
plaatsnemen, tenzij deze invitatie uitsluitend ter
opluistering is geschied.
De kardinale vraag, in het proces is juist of dit
meerdaderschap aanwezig is aan communistische
of nationaal-socialistische zijde. Als het parket
vier communisten naast v. d. Lubbe stelt, moet de
verdediging een minstens even groot ruikertje in
het nazi-veld mogen plukken !
óf hij daarbij het veel-gesmade Bruinboék"
als Handleiding" aanwendt, dient onverschillig
te blijven. ~*-\
Zoolang dit niet het geval is, vervalt het recht,
den arbeid van de internationale enquête-commissie
als een onbelangrijke-oomedie voor te stellen.
Eén negatieve qualUeit hebben Londen zoowel als
Leipzig gemeen: in beide comedies" ontbreken de
belangrijkste acteurs /Frappant is het, hoe de unifor
me berichtgeving der: Duitsche dagbladen ook
een zegening der dictatuur ! juichkreten aan
heft, wanneer ze meent het Bruinboék op een on
waarheid te hebben betrapt. Begin Juni zou v.
d. Lubbe een nacht te Sörnewitz bij den nat. socia
list Sommer hebben doorgebracht. Als Sommer dit
ontkent, drukt de Deutsche Zeitung" te Berlijn
een vetten kop: Das widerlegte Braunbuch !"
Zooiets is volmaakt belachelijk l
In de bijna twintig jaren, dat ik strafzaken pleit
heb ik zelden een zoo verpletterend requisitoir
gelezen als dat widerlegte Braunbuch".
Wanneer slechts eeil tiende van het daarin op
gesomde bewijs-materiaal op waarheid berust,
blijft door de eeuwen heen een aanklacht bestaan,
die noch door de hoffelijke presidiale leiding tijdens
het proces, noch door het opzichtig aangedragen
vertoon van openbaarheid en ambtelijke onpartij
digheid, is weg te werken. Ons, Hollanders, laat het
koud of aan dit boek communisten, joden of
marxisten, hebben meegewerkt. Wij vragen slechts:
wat is er van waar!' en niemand zal zich kunnen
onttrekken aan de conclusie: zoo niet alles, dan
toch heel veel l
Dat dit te Leipzig eveneens wordt beseft, blijkt
wel uit de steeds weer opduikende pogingen om
het Bruinboék direct of indirect te weerleggen;
tot nu toe echter met weinig succes.
De wereld dient te weten wie met het werk
tuig" v. d. Lubbe hun gemakkelijk, maar misdadig
spel hebben bedreven.
Zoolang de rechters te Leipzig hierin niet slagen,
blijft het Bruinboék bestaan in al z'n verschrikke
lijke en onbarmhartige bewijsvoering.
Van der Lubbe zelf blijft zwijgen. Hij geeft ons
niet de geringste aanwijzing. Toch is deze houding de
beste zijde van zijn verwarde, chaotische persoonlijk
heid.
Er spreekt eerlijkheid uit, koppige solidariteit
met zijn.... geestverwanten.
V. d. Lubbe is niet het type van den be
taalden brandstichter, die openlijk met zijn
uitlokkers onderhandelt en er gewin bij
heeft. J Zijn armoede is hiervoor waarborg.
Hij is veeleer de ijdele, politieke beethoofd, zelf
niet wetend wat hij wil, verstrikt in onbegrepen
leuzen en dogma's, maatschappij -verbeteraar, ide
alist. Met hem mee-pratend, hem gelijk gevend,
z'n ijdelheid streelend, kan men hem in iedere
gewenschte richting drijven. Als men hem mededeelt,
dat de rijksdag moet branden, om de gevaarlijk in
stemmenaantal stijgende communistische partij
te kunnen neerknuppelen, zal hij het aanbod mefc
een vuistslag beantwoorden. Stelt men hem echter
voor oogen, dat hij geroepen is om het vooze
parlementarisme, de vergaderplaats der het proletariaat
bedriegende partij-bonzen, in het hart te treffen,
dan is hij gewonnen.
In dit doel vinden zich zoowel de proletarische
als de fascistische dictatuur en de fascist leende van.
den proletariër om het slachtoffer happig te maken.
Alleen uit deze hypothese laat zich de houding
van van der Lubbe verklaren.
Ik weiger te gelooven. dat men hieromtrent te
Leipzig klaarheid zal brengen.
Van der Lubbe zal ondanks het feit, dat zijn mis
drijf vóór de invoering van de doodstraf is gepleegd
zijn jongen kop in den strop moeten steken, waar
mede aan mogelijke ophelderingen zijnerzijds voor
. goed een einde is gemaakt.
? Zijn werkelijk vonnis zal worden geveld door een
ander Duitschland dan dat der hakenkruizers,
joden-slachters en veemmoordenaars.
Dat andere Duitschland zal de fakkels in de boe
kenstapels wellicht misdadiger oordeelen, dan die
welke in den Rijksdag hebben gevlamd, en waar
van n door den onrijpen jongensknuist van
van der Lubbe werd gehanteerd.
Amsterdam, September 1933.
Kwatrijnen
De Kleine Dinges
Gezegend zij de kleine dag-muziek,
elk steentje van het eind'loos mozaïek !
O groote monden die van goden daast,
wat maakt gij mij met uw oraties ziek !
Het leven is: de kleine daagsche dingen,
een groet, een afscheid, rust of mededingen,
de plaats waarop ge 't 'zoutvat op de tafel zet,
Uw kind, dat bij een ijs-kar staat te zingen.
Zij zijn, o groote geest, de blaadjes van de boomen,
de steenen van het huis, de beelden van uw droomen.
Zing rustig van den Droom en van de Eiken-pracht:
Nooit is de majesteit van 't kleine te ontkomen.
In 't kleine is de rust, in 'l even Gode's wezen,
in 't heden en het hier is d'Eeuwigheid te lezen.
Millioenen-voud herhaald kan zij niet grooter zijn
dan, even, uit een blik of uit een kus verrezen.
Millioenen-voud herhaald, o kosmisch zwaar
gewichten,
wordt Het geschiedenis, met allerlei gezichten:
oertijd, diluvium, en ver de toekomst in.
Maar dieper dan in 't Nu kunt gij uw blik niet richten f
Ik denk aan Babyion, aan Mozes, Ramses, Toeth en
aan een verzonken Rijk: Gode's geduchte stoeten,
op n maal af-gedacht. Dal is Zijn
EeuwigheidHet Heden is het veld waarop wij Hem gemoeten t
O schrijver dezes, die van God en Schepping praat
en gemelijk door 't Nu en langs de Liefde gaat,
gij graaft een ledig uit, een vat van Danaïden.
Verlossing roept u Hier. En rust is in de Daad !
JOH. C. P. ALBERTS
Witte Curafao Sec
Cherry Brandy Menthe Gladdie
Curafao Brandy
? Koopt Nederlandsch fabrikaat! ?