De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 7 oktober pagina 2

7 oktober 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Volkenbondszorgen De Groene Amsterdammer van 7 October 1933 N o. 294» Mr. M, Kann t i ' * i li [:,a, -? «*. * l*. l" s. Wie wind zaait, zal storm oogsten Hoewel er zich op dit oogenblik geen enkel acuut gevaar voordoet 'en alle bijeenkomsten en onderhandsche besprekingen plaats vinden in een sfeer van diplomatieke vriendschappelijkheid, die een achtergrond van geloofwaardigheid moet verleelien aan het na iedere conferentie weer opduikende gezegde, dat de onderhandelingen een zeer bevre digend verloop hebben", heerscht er toch een zeer duidelijk besef, dat men niets verder komt en dat de grootste gevaren voor den vrede steeds dreigender afmetingen aannemen. Wat te zeggen, bijvoorbeeld, van. een bijeenkomst van de juridische commissie van de Volkenbpnds vergadering, waar men zich bezig houdt met de internationale unificatie en aanpassing van het strafrecht? Men breekt zich daar het hoofd over feet feit of men twee woordjes in een motie niet bet«r juist andersom zal zetten terwijl een van de Belangrijkste landen, op het oogenblik zeker het belangrijkste land van Europa, bezig is een geheel nieuw, zoogenaamd Duitsch, recht in te voeren, Daarin de rechten van het individu geheel en al op geofferd worden aan de vermeende belangen van den staat.... Waarin uitdrukkelijk uit het straf recht bet duelleer-verbod wordt geschrapt, omdat dit manhaftig instituut den arm staalt, de dapper heid bevordert en de eer verdedigt. Want datgene waaraan de Duitscher boven alles is gehecht, is zijn Eer! Stond hier Eerlijkheid, het zou meer zin heb ben, maar ongeloofwaardiger zijn. Neen, op deze wijze komt men er niet. Het zou beter zijn, beuzelarijen achterwege te laten en het gevaar onder déoogen te zien. Er is dan ook geen instantie, geen vergadering of commissie, waarin niet het tegenwoordige Duitsch land zelf de oorzaak is van de cfltiek die hier allerWege bet hoofd opsteekt. In de eerste plaats inzake de Joodsche aangelegenheden. Het Nederlandscbe ?Voorstel tot internationale steunverleening is, na door de Assemblee zonder hoofdeh'jke stemming te zijn aangenomen, naar de tweede, budgetaire, commissie verwezen. De Duitsche delegatie gaf te kennen, dat zij zich beschouwd wenschte te zien als niet aan de stemming te hebben deelgenomen. Waaróm niet liever gezwegen? Het Nederlandsche initiatief is zeer nuttig. Daar kan nu tenminste iets praktisch uit voortvloeien. Overigens is in alle mogelijke commissies de Duiteche Jodenkwestie op het tapijt gebracht, nadat daartoe aanmaningen tot menschelijkheid, zooals de groote rede van den Spaanschen ambassadeur Madariaga, alle aanleiding hadden gegeven. In de politieke commissie werd de zaak bekeken uit het oogpunt van de menschenrechten, in de minderhedencommissie, scherper, als een minoriteitenvraagstuk. Maar daar volgde alras de voor de hand liggende dooddoener van Duitsche zijde, dat het Joodsche vraagstuk geen minderhedenkwestie is, maar een heel bijzonder rassenvraagstuk-op-zichzelf. Daar kwam overigens direct een leelijke aap nit den nrouw. Want hier kwamen de Duitschers weer met 't bekende sprookje, dat hun verdedigings maatregelen" tegen het Jodendom hoofdzakelijk tegen de uit Polen en Rusland geïmmigreerde OostJoden gericht waren, die zich immers niet bij de Duitsche samenleving zouden kunnen aanpassen. Dit was weer een van die stereotype propagandis tische oneerlijkheden, omdat en daar zullen zeer zeker de Polen nu mee komen aandragen ? ?deze immigratie uit het Oosten, volgens bekende -statistische gegevens, een belachelijk klein percenHCHP»ff| ^ tage uitmaakt van de totale im-en-emigratie even goed als van het totale getal Joodsche inwoners. De besprekingen hierover zijn verder geheel van platonischen aard. Het is misschien wel goed, dat tenminste hier de publieke opinie tot uiting komt. Maar practisch resultaat is er verder alleen van het Nederlandsche voorstel te wachten. Nog minder rooskleurig is het gesteld met de ontwapeningsvooruitzichten. Officieel Duitschland predikt nu een soort pacifisme. Goebbels heeft dat in een rede het Duitsche volk doen gelooven, voor dat hij naar Genève ging. En hier, in een toespraak tot de journalisten, ook. Die toespraak, op zichzelf van niet veel belang en in Duitschland door de ge hoorzame pers voorgesteld als een triomf over de buitenlandsche publieke opinie, was een soort van oratio pro domo, waarin hij Duitschland trachtte schoon te wasschen van de aantijgingen die tegen het nationaal-socialistische bewind gericht waren. Hier vergat Goebbels weer dat er een verschil be hoort te bestaan tusschen een opruiende redevoe ring en een die tot^ kalmeering der gemoederen bestemd is. En niet minder, dat er een verschil is tusschen een niet tot oordeelen bevoegd audito rium in een land waar de pers aan handen en voe ten gebonden is, en een gehoor dat gevormd wordt uit de best ingelichte en meest geroutineerde persratten ter wereld. En daarom vergat bij het weer om 't met de eerlijkheid vooral ernstig te nemen, toen hij kwam aandragen met de bekende moti veeringen die de Hitlerianen hadden doen gelden, toen de elite van literatoren en geleerden uit Duitschland weggewerkt moesten werken. Ook aan het weerleggen van de Greuelmarchen" had hij zich maar niet moeten wagen. Maar dat was alles niet het belangrijkste. Wel: de wil den vrede te bewaren. Was hij hierna oprechter? Uit de rede, die Paul Boncour in de Volkenbonds vergadering heeft gehouden op den dag dat de algemeene beraadslagingen werden gesloten, en waarin hij het vermeed om op de Duitsche aange legenheden ia te gaan, kan men zijdelings opmaken, dat men er daarginds volstrekt niet geruster op ge worden is. Het Leitmotiv immers, van Boncour's rede, was het Pact-van-vier, als bovenbouw op het Pact van Locarno en de verschillende hierbij aansluitende non-agressie-verdragen. De kern van zijn betoog was, dat~ Frankrijk op de bres staat voor handhaving van het volkenbondswerk en handhaving van den vrede. De tegenkant van dit vraagstuk belichtte hij niet bijzonder: dat Frankrijk verstoring van de rust met geweld zal keeren. Hier moet de groote controverse DuitschlandFrankrijk nog uitgevochten worden. En daarvoor dient de komende ontwapeningsconferentie, of het uitstel van de ontwapeningsconferentie. Op het oogenblik staan de zaken aldus: Frankrijk, Italiëen Engeland waren het wel zoowat eens over de voorloopige plannen voor een beperking der bewapeningen. Een vierjarig tijdperk zou beginnen met de bewapening dier landen te laten zooals zij is, Duitschland een verdubbeling van het effectief toestaan en de internationale con trole alvast in werking stellen. Als dan gedurende die vier jaar alles goed ging, zou men gradueel gaan verminderen; maar dan zou ook de sécurité" een welomschreven rol moeten gaan spelen. Hetgeen, zooals men weet, juridisch neerkomt op de formu leering, wie als aanvaller beschouwd moet worden, en practisch op plechtige toezeggingen-bij-wijzevan-voorzorg van Engeland en de Vereenigde Sta ten. En4at zijn nog altijd vrome wenschen. Op dit oogenblik vallen de onderlinge verschillen echter nog in 't niet, vergeleken bij de onoverbrugbare klove tusschen het uiterste van West-Europeesche concessies en de Duitsche eischen. De Duitschers eischen namelijk vliegtuigen, artillerie en vestingen en de Franschen denken er niet aan die reeds bij deze vierjarige periode toe te kennen. Nu is het HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID de vraag of de Duitschers terug kunnen. De ver dubbeling der effectieven hebben de Italianen en. de Engelschen doorgezet en dit hebben ze van deFranschen gedaan gekregen. Zoo is de weg geëffeni voor een opnemen van de S.A. manschappen in degeregelde troepen. Ook valt dan een aanvalspunfe. der Franschen weg, die beweren, dat het bestaan. dezer S.A. troepen reeds bewijst, dat Duitschland. het verdrag van Versailles geschonden heeft. Is dezaak echter niet veel en veel ernstiger? Wanneerhet waar is, zooals sommigen beweren, dat deluchtmacht- en zware artillerie-uitrusting van. Bijksweer en S.A., zij het in het geheim, reeds op flagrante wijze de toegestane verdedigingsnormen. overschrijdeii, dan is het niet te verwachten, dat. Duitschland zijn eischen matigt en internationalecontrole duldt?en ook niet dat Frankrijk tot zulkeconcessies bereid is en met het voldongen feit van. een vrij zware bewapening van Duitschland genoe gen neemt. En wordt men het niet vóór de voort zetting der ontwapeningsconferentie met Duitsch land eens over een gemeenschappelijke formule, wat dan? Mussolini wil trachten in dat, zeer waar schijnlijke, geval de zaak uit te stellen om dan eerst in een conferentie a quatre tot een vergelijk t& komen. Maar daar is de Amerikaansche waarnemerNorman Davis niet van gediend, die voor geen onderonsjes voelt, alles er op zet om langzamerhand tot werkelijke ontwapening-te komen en afkeerigis van een oplossing, die uit de Duitsche bedreigingde slotsom zou putten, om alles te laten zooals hetis. Want hij ziet in, dat dat zou beteekenen: oorlogin den kortst mogelijken tijd. Terwijl de algemeene stemming zich hier aller minst gunstig voor Duitschland ontwikkelt en deBerlijnsche diplomaten uit de oude school, zooal* von Neurath en Keiler, zich wel heel weinig op hungemak zullen voelen en alles in 't werk moeten stel len om hun eigen onstuimige aanvoerders eertigermate tot rede te brengen, komt het bericht van den aanslag op Dollfuss. Eerst nog als een gerucht, onbevestigd, door een toevallig telefoongesprek met Weenen. Toen, reeds gistermiddag vroeg, als een officieel telegram. De bijval, dien Dollfuss. hier geoogst had, was een doorslaand bewijs van den steun dien deze kleine maar energieke staatsman. had gevonden. Zijn korte, maar duidelijk en snel uitgesproken rede, waarin hij aan zijn besluit om de Oostenrijksche onafhankelijkheid te verdedigen, uitdrukking gaf, was met een overdonderend applausbegroet en besloten. Alleen de Duitschers hadden. niet geapplaudisseerd. Zij hadden er dan ook nietbepaald veel reden voor. Nauwelijks in Weenen. terug, is Dollfuss het slachtoffer van een aanslaggeworden. De wereld kan nu zelf oordeelen over de juistheid van Goebbels'woorden, dat het nationaalsocialisme geen exportartikel is en dat er van een. Nazi-terreur geen sprake zou zijn. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Genève, 4 October. VRAAGT GEÏLLUSTREERDE BEGROOTING HUISINRICHTING VOOR 1550.FABRIKAAT) XNDER ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl