Historisch Archief 1877-1940
No. 2940
De Groene Amsterdammer van 7 October 1933
'
t(V
ty,
fet
De groote regressie
Mr. H. Giltay
Verwondering is het begin van alle dieper ver
staan. Want verwondering is de gemoedsaandoe
ning, die niet-begrijpen vergezelt. Onze geest is op
begrijpen aangelegd, wij willen het verband der
dingen aanschouwen en als ons dit niet gelukt
verwonderen wij ons. En omdat verwondering
onbevredigend is, trachten wij haar te boven te
komen door dieper begrip. De hiervolgende be
schouwingen zijn het resultaat van de poging.
mijn verwondering over de gebeurtenissen in
Duitschland te boven te komen. Dat zij geen aan
spraak maken op volledigheid, spreekt vanzelf.
Ik bepaal mij zelfs opzettelijk tot n
psychologischen factor maar dan ook een m.i. zeer
gewichtigen dien ik i'n het geweldige gebeuren werk
zaam meen te zien: den factor der cultureele
De psychoanalytische term regressie beteekent:
het terugvloeien van den levensstroom, van de
levensenergieën in oude, lang-verlaten beddingen.
Anders ?uitgedrukt: het terugvallen tot oude,
infantiele levensfasen. Het sprekendste voorbeeld
van dit verschijnsel is de kindsch" geworden
grijsaard. Maar net doet zich, in verschillende vor
men, zoowel in het z.g. normale als in het patholo
gische voor. De algemeene oorzaak van alle regres
sie is een tot onverdragelijkheid gestegen graad van
onlust: het heden is de psyche te zwaar, te pijnlijk
geworden en nu trekt zij zich terug in het verleden,
hetzij alleen in fantasie, hetzij ook metterdaad.
Dit begrip van regressie is niet alleen op de
indiVidueele, maar ook op de collectieve psyche toe
passelijk. Waarbij echter is op te merken, dat hier
met collectieve psyche" geen metapsychologisch,
bergreifend" bewustzijn in den zin van Fechner
bedoeld is, doch de aan alle leden eener collectivi
teit (volk, klasse enz.) gemeenzame psychische
Einstellung", de maatschappelijk relevante psy
chische houding.
* #
*
Goethe heeft gezegd: ..Die Menschheit schreitet
immer fort, der Mensch bleibt.immer derselbe."
Uit het schijnbaar tegenstrijdige dezer uitspraak
komt de waarheid te voorschijn, wanneer ? wij
Goethe's woord zóó verstaan, dat het cultuur
bewustzijn en het cultuurleven der menschheid
zich wel geleidelijk ontwikkelen, maar dat de
mensch zelf, in diepste wezen, weinig of niet ver
andert. Anders gezegd: de evolutie der cultuur valt
niet samen met de evolutie der menschelijke na
tuur. Het dierlijke, wilde, primitieve in ons is door
de cultuur wel bedwongen, verdrongen en gesubli
meerd, maar niet uitgeroeid. Vandaar ook het ver
schijnsel der cultureele regressie. De sublimeeringen,
waarop onze beschaving berust, zijn met veel
moeite en pijn veroverd en kunnen ook slechts
met veel inspanning gehandhaafd worden. Onze
cultuur is geen rustig bezit, waarop wij ons, wan
neer wij haar eenmaal verworven hebben, veilig
verlaten kunnen, zij is integendeel een goed, waar
over wij uiterst zorgvuldig hebben te waken, omdat
het voortdurend aan het gevaar van verzwakking
of instorting bloot staat. Zooals Wilhelm Busch het
kort maar raak gezegd heeft:
Aufsteigend musst du dich bemühen,
Doch ohne Mühe sinkest du;
Der liebe Gott muss immer ziehen.
Dem Teufel fiült's von selber zu.
Het Duitsche volk heeft het cultuurpeil. dat het
bereikt had, niet kunnen handhaven. De nood en
de vernederingen, die het doorleed, zijn tézwaar
geweest, en waar er in cultureel-progressieve rich
ting geen uitkomst scheen, moest het den weg
deiregressie inslaan. Dat deze regressie door het volk
zelf niet als zoodanig gevoeld wordt, men haar
integendeel voor een geweldigen vooruit- en opgang
houdt, spreekt vanzelf en. ... het is ook niet louter
zelfbedrog. Met lke cultureele regressie gaan ook
progressieve elementen gepaard, een tasten naar
nieuwe aanpassing en nieuwe levensvormen. Men
kan zelfs zeggen, dat elke groote schrede vooruit,
die de menschheid gedaan heeft, een bepaalde
regressie, een teruggrijpen op haar verleden insloot:
men denke aan de Reformatie, aan Rousseau's
,,terug tot de natuur" enz. Maar in de groote re
gressie, die het Duitsche volk thans te aanschou
wen geeft, zijn deze progressieve factoren, naar
mij toeschijnt, wel zeer zwak. Terugkeer tot het
Duys en de S. D. A. P.
Teekenlng B. van Vlijmen
Banger tot de Miranda: Als we dit er overheen plakken zien ze
die gaten in onzen muur misschien niet!"
primitieve stamwezen, waarin de stam er niet is
voor de individuen, maar deze er slechts zijn voor
den stam. ja waarin de stam eigenlijk het eenige
individu is, beperking der sooiaal-cultureele gevoe
lens en verplichtingen tot de stamgenooten met
vogelvrijverklaring van alle niet-stamverwanten,
de vervanging van den God, die de Vader van alle
menschen is, door den totem Staat met zijn
swastikasymbool, de aanbidding van Hitler als den medicijn
man, als den magiër, die alle booze geesten den
geest van Weimar, het roode spook en het
Joodsche gevaar uitbannen zal, in dit alles is
weinig progressiefs te ontdekken. Ontegenzeggelijk
staat daartegenover het eenheidsgevoel, de geest
drift der Duitsche saamhoorigheid, het hernieuwde
bewustzijn van kracht en roeping. Maar dit is een
parallel van den grooten" kant van den oorlogstijd,
toen Duitschland Belgiëbinnentrok voor de cul
tuur. Hoe lager het cultuurpeil, des te sterker de
collectieve gevoelens. Hoe grooter de vaderlands
liefde, des te feller de broederlandshaat.
Deutschland erwache, Juda verrecke. Dat eene zinnetje
zegt eigenlijk alles. Daarbij vergeleken is het ..Gott
strafe England" uit den oorlogstijd nóg een on
schuldig beestje.
De dingen, die thans in Duitschland gebeuren.
zijn zóó rauw, slaan zoozeer al onze gevoelens van
menschelijkheid in het gelaat, dat het 'moeilijk is,
ze rustig te beschouwen en te trachten ze te be
grijpen. We zijn onwillekeurig geneigd om onszelf
voor een veel betere editie der menschensoort te
houden, meenen, dat wij nooit zóó laag zouden
zinken. Een behandeling der Joden b.v. als in
Duitschland achten de meesten bij ons uitgesloten.
Laten wij voorzichtig zijn, laten wij ons niet
streelen met het geloof, dat wij het zoo heerlijk
ver gebracht hebben. Wij hebben niet ondergaan
wat de Duitschers ondergaan hebben, den
oorlogniet en Versailles niet en de jaren daarna. En ook
is de positie der Joden bij ons anders. Waarbij dan
nog dit komt, dat van een nationaal bewustzijn als
dat der Duitschers bij ons al in geen eeuwen sprake
is geweest. Wij konden veel gemakkelijker inter
nationaal voelen en denken, omdat wij ons zoo
weinig nationaal voelden. ,.Wir Deutschen," dat
beteekent wat. Zooals wij een reëelen ondergrond
voelen, wanneer een Engelschman over ..this
country" spreekt. Maar wij Hollanders"? N'en
döplaise Nationaal Herstel en verwante bewegin
gen, is dit een frase, waarin ik nog weinig gelooi.
En een fraze, die, naar ik hoop, altijd fraze zal
blijven. Niet omdat ik niet van mijn land en volk
houd. maar omdat ik menschelijkheid als een hoo
gere waarde besef dan vaderlandschheid, en geloof,
dat het juist de roeping van ons kleine volk is om
de banier der beschaving, die gén grenzen kent,
hoog te houden.
Zijn wij dan toch ..boter" ? Neen, maar wij zijn in
gunstiger omstandigheden. Tegen de groote regres
sie bij onze bviren kunnen wij direct niets doen.
Maar wij kunnen binnen onze grenzen progressief,
d.i. menschelijk werken, zoo goed wij vermogen.