Historisch Archief 1877-1940
Tooneel van dezen tijd
Henrik Scholte
: *
v V
t,
&
Vervlogen tijden van groot tooneel
Een.misbruikt en onnut woord is waar geworden,
deze week. Als drie hevige ontladingen zijn zij op
elkaar gevolgd, drie voorstellingen, die vervlogen
tijden van groot tooneel deden herleven, drie voor
stellingen, waarbij de toeschouwer het tenslotte
altijd verhevene gevoel had, tegenwoordig geweest
te zijn bij een gebeurtenis, die voor hem en voor
deze ontroering werd gecreëerd met de uitsluitende
middelen van het tooneel: stukken en vertoonin
gen, die het tooneel zijn sociale functie hergaven.
in te grijpen in. het persoonlijk gedachtenis ven van.
hem een uit velen die er ontvankelijk en
ontroerd tegenover zit. Het moge toeval zijn, deze
sterke en hechte opening van een seizoen na jaren,
waarin de tot gewoonte geworden welwillendheid
voor mediocre ontspanning troef was. Maar zoo het
een "toeval is, komt het op het allernoodigste
moment om een wankel wordend geloof in de zaak
van het tooneel met de bewijzen zijner waarachtig
heid te staven. Drie evenementen van tooneel:
Somerset Maugham's ,,For Services Bendered",
de Baskolnikow-tragedie bij de Amsterdamsche
Tooneelvereeniging en Jessner's ontstellend
actueele transpositie van het klassieke in een schijnbaar
zoo vergeelde achttiende-eeuwsche burgertragedie
als Schiller's Kabale und Liebe".
Er is tenslotte maar n soort tooneel, dat telt,
en dat is het tooneel, dat den toeschouwer, dien
het aangaat, beetpakt en dooreen schudt. Of
Somerset Maugham's For Services Rendered"
over honderd jaar nog gespeeld wordt.... het
is niet waarschijnlijk en het doet niets ter zake,
nu het op dit oogenblik zijn enorme taak volbrengt.
Somerset Maugham geeft in zijn tragedie oor
zaken aan, die voor een deel der onzen misschien
ook verklaringen zijn en hem althans het recht
geven, deze tragedie te noemen esn tragedie tegen
den oorlog. Wat jeugd was in den oorlog, is thans,
vijftien jaar later, het geslacht, waarvan men
verwacht, dat het rijp is en dat nochtans geen
vruchten draagt. Voor Somerset Maugham, den
ervaren en zwijgzamen dokter, is de oorlog de
groote onvrucbtbaarmaker van hen, die niet het
voorrecht hadden den heldendood te sterven.
Een blindgeschoten man met een gebluscht
gezicht en een al lang niet meer afzichtelijke wonde
is voor Somerset Maugham tenslotte maar een
middel tot het doel: een zwijgzame rol, die alles
hoort, alles duldt, alles machteloos ondergaat met
de zintuigen die hem overbleven: een gespannen
opgelieven hoofd, krampachtige handen om de
stoelleuning. Een afgedankt marine-officier, die
stil en vastberaden een garage in de provincie is
gaan drijven en zijn zaak niet kan houden en dus
zijn dienstrevolver maar gebruikt, een boer, die
verbeestelijkt en ondeugdelijk uit den oorlog, die
voor hem de wilde roes was, toen hij ,,als officier
en gentleman" het dure spel mocht spelen, zijn
evenmin de donkerste figuren uit deze tragedie,
hoe zeer de oorlog ook in hen gewroken wordt.
Maar als erbarmelijke gestalten staan daar de
figuren der drie zusters, beroofd, vernederd, tot
den roemloozen ondergang gedoemd. Eén nam
tijdens den oorlog den boer, zooals de boer den
oorlog nam: aan hem was de dierlijke reuk van
koeien en de jonge geur der aarde, en al wat zij in
opgezweepte jaren noodig had. Zij walgt nu van
hem, op een donkere en kille boerderij, met twee
kinderen en wat verdraagzaamheid voor zijn
plebejische plezieren om haar, met haar en buiten
haar. De oudste zuster verloor een verloofde in den
oorlog en bedwong zich lang, om een offer voor den
blinden broer en omdat gij uw ouders eeren moet
opdat het u welga. Ook in haar wreekt zich de
oorlog in het derde en vierde decennium van haar
geslacht. Ziek van eenzaamheid biedt zij zich den
officier aan: met veertig jaren en een beetje geld.
Hij heeft het noodig, men zou kunnen doen of men
verloofd was, en als het zoo kon, zou men het dan
daarna ook echt kunnen zijn. Meer hierom dan om
zijn zakenschulden maakt de officier zich van kant
en dan scharrelt zij het laatste beetje waan bij
elkaar als een krans van Ophelia: zij u-as met hem
verloofd geweest, de waanzin breekt bij haar uit en
in haar mooiste jurk aanvaardt zij de parels van
haar jongste zuster: het hoeren-cadeau van haar,
die zich, hard en ellendig geworden, zonder begeerte
en zelf nauwelijks begeerd, maar weggeeft aan een
man, die van zijn vrouw genoeg- heeft, alleen maar
om dat trieste huis in de provincie en haar
doodeenzame zusters en den stinkenden boer te
ontloopen. Een moeder is er in dit duister huis, een
mooie, nobele, wijze vrouw van vroeger, een
vrouw, die zegt, dat het leven voor haar als een
feest was, dat later op den avond een beete ruw werd
en dat het haar daarom niet speet om een beetje
eerder heen te gaan. Dat beetje eerder.... het is
haar eigen broer, de dokter, die haar hierop
handslag geeft. En de vader, een aftandsch geraakte,
afgesloofde vader, begrijpt er niets van en heeft
alleen maar goed en rechtschapen willen zijn zooals
hij het tijdens den oorlog meende te zijn. Ook al
een met zijn nota voor met bewezen diensten".
Zoo hél erg heeft men toch niet geleden, zegt hij,
en hij vraagt om thee. Om hem heen staan drie
zusters en wat andere, stukgemaakte, eindelijk
verwoeste menschen en aan de knieën van haar
moeder gilt plotseling de waanzinnig-geworden
dochter het Engelsche volkslied: God save our
gracious King" ....
Dat werd, in de ellende en huiverende aanklacht
van de stem van Tilly Lus, bij de vertoon ing al te
machtig. Dat werd in Laseur's meesterlijk ge
regisseerde opvoering tooneel tot aan de uiterste
grenzen.
Het was de tragedie van een gezin van menschen
van ons geslacht, menschen, die uitspraken wat men
niet onder oogen durft zien. En daarom is het
ondergaan van de verschrikking, die deze ver
tooning met ongehoorden durf en zeldzaam
kunnen uitgewerkt door Tilly Lus, door Mary
Dresselhuys, Johan Remmelts, Tourniaire en
Laseur tenslotte werd, een bittere noodzakelijk
heid .... hoe weinig zij ook met de innerlijke,
verlossende vreugde, die doorgaans ook het tragisch
tooneel verondersteldwordt te geven, gemeen had.
Het is mijn grootste bezwaar van Gaston Baty's
bewerking van Dostojewsky's Schuld en Boete",
dat Raskolnikow wel een pathologisch geval is,
waarin de mensch zich tenslotte slechts hervindt
door terug te gaan tot zijn puberteitsjaren, waarin
ieder, die in een ordelooze jongenskamer het boek
verslond, zich potentieel een Raskolnikow mocht
wanen, alleen maar om daardoor boven dit gran
dioos geschreven conflict van anarchie tegen orde
uit te komen. Daarnaast heeft, in tooneel-opzicht.
de bewerking het bezwaar, dat zij zich te gretig
verliest in het duel van Raskolnikow met den
rechter van instructie, zonder dat zich dit formeel
onderscheidt van een kruisverhoor in een processtuk.
en daardoor de figuur van Sonja met haar trouwens
al te zeer gemeengoed geworden voorstelling van de
religieuze prostituee, voor wie men moet biechten,
zoozeer laat verschrompelen,-dat Sonja's scènes er
maar los bijhangen en Raskolnikow, van het begin
af opgejaagd wild, meer bedreigd wordt door de
wet dan gelouterd door een bekentenis voor haar,
die buiten wet en rede stond.
Of het daarom zoo noodig was, deze tragedie uit
te kiezen, blijve met alle waardeering voor de
vele knap en sterk en elk voor zich ook stellig
dramatisch geschreven scènes, waarin veel van de
kern van het boek gecomprimeerd was een open
vraag. Het scheen meer door den acteur gekozen
als een proefstuk voor wat het tooneel in Nederland
vermag, en het werd dan ook een magistrale ver
tooning, een groot exposévan individueele kundig
heden, van voortreffelijke en vakkundige regie, een
rhapsodie van losse scènes, grandioze
spelmomenten en een paar meesterlijke rollen, zooals men
maar zelden op ons tooneel ziet uitgespeeld. Albert
van Dalsum's rechter van instructie had weer de
onfeilbaarheid van sommige zijner lang geleden
vertolkte en te lang als onwaarschijnlijke herinne
ringen levend gebleven rollen. Maar toch anders,
fantastischer, geconcentreerder en technisch
grooter. Deze Porphyrius werd een overheerschende
figuur, een harde reus van logica en niettemin een
mensch, een groot en vastberaden mensch. En
tegenover hem stond door de regie van Defresnu
in een met zeldzame, vlammende scherpte vast
gehouden Russische sfeer de gemartelde Raskol
nikow van Ben Royaards. een unieke prestatie voor
een jong acteur, wiens naam als acteur en ook als
zoon van een groot en vader, hierdoor met n slag
Albert van Dahum en Ben Royaards
is gemaakt. Jules Verstraete was de derde in dit
verbond van heerlijk tooneel. Zijn biecht als
Marmeladow was onvergetelijk, de gestalte van een
verloren mensch achter het licht van een lamp. een
man uit de donkerten van het leven, en daarin van
een soms bijna visioenaire grootheid.
Z.)o duidelijk als Jessner ons overtuigde, dat
de waarde der klassieken juist ligt in het
onophoudelijke rythme van den tijd. dat nu. eens
deze. dan weer gene oude tragedie op den voor
grond schuift, zoo duidelijk kunnen dat slechts de
allergrootsten onder de huidige regisseurs. Zonder
n woord in Schiller's pathetischen, maar rijk en
driftig gebouwden tekst te veranderen, maakte hij
van Schiller, den afgod der nationaal-socialisten,
een roepstem van het geweten dor wereld, en van
Kabale und Liebe" een stuk, dat ware Hitler
consequent thans in den brandstapel opgevlamd
zou hebben. Miller's gezin, het Hinterhaus" dat
door het Vorderhaus" wordt uitgestooten, werd
zonder artistiek-onverantwoordelijke aanduidingen
een Joodsch gezin, het verhaal over de verdreven
landskinderen uit Hessen kreeg zijn smartelijke
beteekenis en wie Lady Milford's groote aanklacht
niet verstond, die is blind voor wat het tooneel
hem hier in het beste en machtigste verweer van
den kunstenaar voorhield.
Met het volle besef voor wat zij in dezen te
brengen hadden, speelden de acteurs onder Jess
ner's geniale leiding. Het melodrama van de liefdes
tragedie stond niet op den voorgrond, hoe innig ook
Lotte Jager deze heerlijke meisjesrol uitspeelde.
Maar Lady Milford in de machtige vertolking van
Lydia Busch, de als een gekrenkte burger gespeelde
vader van Amold Marie, de meesterlijke rol van
Fritz Melchior als President von Walt er en de grim
mig uit liet vleeseh gesneden figuren van Wurm en
von Kadb.. .. na hoiiderdvijftig jaar zoo actueel
als men heisas in IKiitschland maar kan zijn.