Historisch Archief 1877-1940
GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C Josephus Jitta
{Redacteuren: L. J. Jordaan,F. G. Scheltema en MUKann. Secretaris der redactie: C F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C - Telefoon $7964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
«Opgericht in 1877
No. 2141
Zaterdag 14 October 1933
De tnogelilkheid van ontslag
van revolutionnaüvgezinde
ambtenaren i
! ?
Prof. Mr. F. G. Scheltema ?
Be ambtenaar ia er ter wille van den staat;
?let de «iaat ter wille van den ambtenaar.
Er is in den laatsten tijd in het voor
rijksambteaiaren geldende recht een ingrijpende wijziging
aansgebracht, die, voorzoover mij althans bekend is, in
?de pers niet die aandacht heeft getrokken, welke
men eigenlijk ten aanzien van een zoo principieelen
maatregel had mogen verwachten. Bij Kon. besluit
^»n 22 Mei 1933 ?werd Jlgt llgfesa
otenare^eKwment aangevuld met eenige bepalingen, waarvan
-de belangrijkste wel is, dat aan ambtena^Mi eervol
?ontslag kan worden verleend op grond v«to
revolutionnaire gezindheid.
De vraag kan rijzen zij werd mij onlangs ge
steld of een dergelijke maatregel niet een
ongeoorloofden inbreuk maakt op het beginsel van
^vrijheid van persoonlijke overtuiging. Ik meen, dat
?die vraag ontkennend moet worden
beantwoordDat de gemeenschap den enkelen mensch het
recht behoort te geven op vrijheid van meening,
levensbeschouwing en geloof beschouw ik als van
zelfsprekend.
Uit zedelijk oogpunt is dwang tot het aanvaar
den van een overtuiging, die men niet in vrijen wil
Trormde, ontoelaatbaar, immers een poging tot
aantasting van het meest waardevolle goed in dit
leven: de vrije menschelijke persoonlijkheid. Overi
gens is deze poging natuurlijk a priori gedoemd,
liaar eigenlijk doel te missen, omdat men den
mensch wel kan dwingen^ een masker te dragen,
xuet echter, zijn ware gelaatstrekkeh te veranderen.
Maar ook uit gemeenschapsoogpunt is een ge
dwongen Gleichschaltung" van overtuigingen
"weinig doeltreffend. Wil een volk in tijden van nood
den hoogsten weerstand bieden, dan is noodig,
dat ieder der enkelingen het beste en uiterste
-geeft, dat er in hem is: maar het beste en
uiterste geeft men slechts, als men vrijwillig geeft.
Het moge, oppervlakkig gezien, wel eens anders
schijnen,' in waarheid weet zooals de historie
menigmaal heeft bewezen de democratie beter
dan de absolute regeeringsvorm volkskracht op
te wekken en te bewaren.
Volgt nu hieruit, dat de overheid het zedeh'jk
recht zou missen, haar eigen ambtenaren op hun
gezindheid te haren aanzien te toetsen, en hun,
gelijk *v<<38 mogelijk **t SStfll1^ *e
verleenen^jn.dien die gezindheid revolutionnair is, d.w.z. prin
cipieel gericht tegen de rechtsorde, welke de over
heid tot taak heeft, in stand te houden ? Het is
m.i. duidelijk, dat het er geenszins uit volgt. Het
zijn immers twee geheel verschillende dingen:
eenerzijds, den mensch zijn eigen overtuiging te
laten, anderzijds, hem, omdat hij een overtuiging
heeft, die met recht mag doen verwachten, dat
hij een bepaalde functie niet behoorlijk zal ver
vullen, in zulk een functie niet aan te stellen. Er
wordt in dit blad-bij voortduren op gewezen, van
hoe overgroot belang het voor de democratie is,
zich zoodanig te organiseeren, dat de
gemeenschapstaak zoo doelmatig mogelijk worde verricht: maar
een zoo doelmatig mogelijk verrichten van de
gemeenschapstaak veronderstelt, dat de personen, die
met de verrichting van die taak zijn belast, haar
met liefde en toewijding vervullen. Liefde en toe
wijding bij de vervulling der staatstaak kan men
echter moeilijk verwachten van hen, die de grond
slagen van den staat verderfelijk achten. Dat een
wijnzaak een principieelen geheelonthouder als
haar directeur aanstelt, zal niemand in redelijkheid
van haar verlangen: de geheelonthouder zelf zou
dat wel in de laatste plaats moeten doen.
Nogmaals: de democratische staat mist m. i.
het zedelijk recht, zijn onderdanen te dwingen,
een bepaalde overtuiging aan te hangen. Wie
daaruit echter afleidt, dat de staat zedelijk
verplicht zou zijn, revolutiónnaire ambtenaren in
dienst te houden, trekt een conclusie, die logisch
geenszins verantwoord is. Do staat, die aan revo
lutiónnaire ambtenaren ontslag verleent, dwingt
niet hun overtuiging waarin hij hen volkomen
vrij laat maar houdt, bij het kiezen van hen,
die de staatstaak hebben te behartigen, rekening
met hun geschiktheid daartoe. Wie een overtuiging
A1IDA ZEVENBOOM
Mevrouw Zevenboom Is van de Velnwe
naar Amsterdam teruggekeerd. Zij be
gint In dit nummer een nieuwe reeks
Croqnante Croqaetjea, Zie bladzijde 18.
Inhoud:
i. Prof. Mr. F. G. Scheltema,
Revolutionnairgezinde ambtenaren.
2. Mr. M. Kann, Balspel der verantwoordelijk
heid.
3. L. J. Jordaan, Oppositie in den
Amsterdamschen Gemeenteraad.
4. Melis Stoke, Winkelen, teekeningen Harmsen
van Beek. Spreekzaal.
5. Constant van Wessem, Muziek. B. van
Vlijmen, Minister Oud's tnillïoenenleening.
6. Nico Rost, Boekbespreking.
f. Dr. P. van Olst, Een uitgebreid gebied met
meteoorkraters. Mr. Frans Coenen, Boek
bespreking.
g. J. A. Josepnus j.cii "Z.i.^'ritcnsch'werk voor
jonge werklessen.
10?ii. A. Plasschaert, Otto van Tussenbroek
en A. E. van den Tol, Beeldende Kunsten.
13?14. L. J. Jordaan, Bioscopy.
15. C. A. Klaasse, Scripsdrama.
16. Agnes Maas-van der Moer, De Luipaard,
teekeningen, J. F. Doeve.
17. Jonas Sauerwein, Een nieuw kunstcentrum.
18. Alida Zevenboom, Cnquante Crorjueties.
19. Euplotes, Duitsche dienders en de Duitsche
Groet. Uit hel kladschrift van Jantie.
20. Letterraadsel. ? Charivaria. De Winkelier
en de Taal.
Omslag: Spelproblemen.
Viooltjes
Voortreffaiqk»
chocolade in den
vorm van viooltje*.
Een specialiteit.
RINGER5
Lef op den naam t
bezit, die hem voor de vervulling van een bepaalde
functie minder geschikt doet zijn, moet nu een
maal de consequentie dragen, dat die functie voor
hem gesloten is. Hij heeft het recht, zich vrijheid
van overtuiging te vindiceeren, maar hij mist het
recht, te verlangen, dat, ter wille van zijn persoon
lijk belang, de staat zichzelf zou verzwakken: want
niet de staat is er ter wille van den ambtenaar
maar de ambtenaar ter wille van den staat.