De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 14 oktober pagina 11

14 oktober 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

..**, i*. fct m ?*f,it m* TEEKENAARS ikker - Balineesche Kunst berich - W. H. Singer Wal met schepen hangt hier 'in een oneigen gezelschap. b In het begin van den katalogus worden ons reeksen toegezegd van tentoonstellingen van .,modern'' werk; wij willen gaarne op beters hopen. vooral op een betere geestelijke orga nisatie. Karel de Xerée tot Banfoerteh, bi.j d'Audretsch, I>en Haag; Zonder twijfel heeft in de familie de Nerée, die vermoedelijk lang vol maat schappelijk realisme bestond, een Westindische Van Houten, de moeder van Karel de Nerée en van den veel minder begaafden Frans, de onregel matigheid (maatschappelijk-gedacht) van den kunstenaar gebracht, een onregelmatigheid, die soras den naam doet blijven leven van een anders al lang vergeten fatsoenlijke" of deftige familie (zóó zijn de spelingen der geestelijke waarden, die van uit de Instincten de scheppende elementen halen !) Natuurlijk behoeft zoo'n be gaafdheid niet alleen van de Van Houtens te komen en konden er in de familie de Nerée gegevens zijn, die alleen wachten op verzadiging door een ander bloed maar hoe dat nu verder ook zij, de moeder van Karel de Nerée was inderdaad de Moeder van den Kunstenaar de Nerée. Een onophoudelijke, trotsche liefde ver bond haar met haar zoon, en alles wat zij bezat aan schranderen reali teitszin was te zijnen bate steeds gereed. Daarenboven had zij 't besef van zijn werk, want tusschen al de bezigheden en de zorgen van haar leven, toonde zij niet alleen eeji be gaafdheid in het borduren, die een soort moeder-trouw was, maar schil derde zij nu en dan. en in de laatste; jaren van haar leven een aantal soms niet zonder innigheid zijnde schilde rijtjes. Maar Karel's erkenning eens te genieten was haar grootste verlangen. Ik denk niet, dat zij ooit in dat op zicht verzadigd is, en misschien ver langde haar trots te veel? En zou die nu, in deze periode, verzadigd, wor den? Ik vrees evenmin. De kunst van Karel de Nerée is op haar best aristokratisch-sensueel, phantastisch, deco ratief-verfijnd. Dit zijn rare elementen voor de periode der armoedige photomontages, d.e legplaten van uitknipsels. Zij is, deze kunst, dat weet iedereen, schriller dan de kunst van Beardsley; de lijn van de Nerée, getrokken wel met den langen punt van een zeer hard potlood, welke punt als een stift werkte, overtreft Beardsley's lijn, zooals ik reeds lang geleden noteerde, in schrille spanning. PLASSCHAERT Haagsehe ^Tentoonstellingen Als men mij de vraag zou stellen wat wel de eerste en sterkste indruk is, welke men ondervindt bij het bezoek aan de tentoonstelling van Balineesche kunst in ,.BoSatan" (hoek Kneuterdijk en Heulstraat te den Haag), dan meen ik het antwoord in deze drie woorden te kunnen samenvatten: Rust en Stilte. Al wat men er ziet is zoo rustig en bezonken, zoo zuiver, innig en stil en het wonder, dat den beschouwer van het werk der Baliërs telkens wér omvangt, leeft ook hier weder in vele dingen ook al is hun eigenlijke be stemming een gansch andere dan te zijn: tentoonstellings-objecten. Te recht wordt in een korte inleiding tot den keurig verzorgden catalogus dezer inzameling gezegd, dat de westerling in Bali een sterke, levende kunst vindt, welke in het volksleven wortelt en in den godsdienst van het volk. welke beheerscht wordt door een eenvoudige. aangeboren versieringslust, volkskunst dus in den edelsten zin* van het woord. Edel en sterk is dan ook al dit werk, dat met klaarblij kelijk groote toe wijding en diepen ernst is tot stand gekomen, maar dat tevens het ken merk draagt van overoude traditie welke nimmer tot verstarring leidde. In velerlei voort brengselen dt-r no bele w e e f k u n s t (ceremonieele weef sels e.d.) waarinde fijne kleur-afstemming opvalt; metaaldrijfwerk en ciseleerkunst o.a. prachtige krissen welke elk voor zich een eigen karakter hebben, veelal met edelgesteenten ver sierd ; houtsnijwerk waaronder enkele o n b e s c li i l d e r de maskers waarvan het blanke hout A. C. Willink Jan Sluyters met de fijne nerf glad is als en de kleur beeft van ivoor alsmede kleine figuren welker opvatting eenigcrrnate verwant is aan het werk van Europeesche beeldhouwers, die niettemin een merkwaardige, eigen psyche vertolken, kan men niet alleen de vaardigheid der handen bewonde ren van hen, die dit alles t;>t stand brachten doch tevens de naar binnen gekeerde, op de innigheid der ver schijnselen van vorm en kleur gerichte geesteshouding toetsen der zoozeer begaafde Balineesche kunstnijveren. En dan zijn er nog talrijke teekeriingcn waarop in zinrijke groepeerin gen mensch- en diergestalten werden saamgevoagd. O. v. 'l, \\. H. Winder Jr. Amsterilam Naakt Itiiffu, Men zon kunnen zeggen, dat deze Amerikaansche Maecenas-schilder. die men hier te lande vanaf 191!' als een schilder van het Noorsehe landschap kent. dit landschap steeds ziet en beeldt in en uit een voortdurende vacantie-steniming. waarbij men zich in de schoonheden der natuur ver mijdt en in de zingende stilten van zon-beschenen sneeuwveldeu, van maannachten, van een dageraad, een vreugde en een lafenis vindt. De wijze, waarop hij de Noursche licht -atmosfeer weet te vangen, is in de eerste plaats een q ;aliteit. v. d. T. Nieuwe bouwwzrken

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl