De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 14 oktober pagina 17

14 oktober 1933 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 14 October 1933 17 l bladeren te stoppen, zoodat ze niet schreeuwen kon. Ze hadden de oude vrouw aan een boom gebonden. Toen namen ze een scherp-gespitste houten paal en spiesten haar vast op den boom. Déoude vrouw weerde zich vreeselijk, en was nog niet dadelijk dood, zoodat Konan een steen moest nemen om haar schedel téverbrijzelen. Adio trilde over haar heele lichaam, toen ze het vertelde. In doodsangst, dat ze haar óók kwaad zouden doen, was ze toen wegjjeloopen, urenver door de wildernis, pm de kleine post ' te bereiken, waar d^ Fransche comman dant zat. En daar had ze alles verteld. De Fransche commeudant zond sol daten naarvhet dorp, om Konan en zijn vader gevangen te nemen. Maar de twee mannen, die geholpen hadden, waren al gevlucht. De oude vader huilde, toen hij op een open plaats tegen 'den boschrand werd gezet om gefusilleerd te worden, maar Konan ging met opgericht hoofd, alsof hij er zich van bewust was, dat hij even veel recht had gehad de oude vrouw tot straf te dooden, als de Fransche commandant met hem tot straf te laten fusilleeren Niemand in het dorp verzette zich tegen de straf, want iedereen betreurde diep den dood van de oude vrouw, die zulke onfeilbare middelen tegen hun ziekten bezat! En Adio zou naar haar broer gaan, die heel ver weg woonde, en ze zei: Niemand zal me hier terughouden, want ik ken toch de geheimen van mijn grootmoeder niet. Ze wou me altijd de helft mftar vertellen, omdat ik nog te jong was." Toen vroeg ik: maar waarom heeft Konan nu eigenlijk je grootmoeder gedood?" Dat was zóó," zei Adio: Om een heel oud mensch te genezen, is er maar n middel: je moet het hart van een kind, liefst van een jong meisje, uit de borst nemen, en dat nog warm over dragen naar den zieke, terwijl je onafgebroken geheime geneeswoorden opzegt, en die woorden kende alleen mijn grootmoeder. Drie keer was het dorpshoofd ziek geworden, en drie keer had mijn grootmoeder hem genezen^ en drie keer was er een kind weggehaald door den luipaard. Maar nu was de vrouw van Konan wegge.haald, want de luipaard had in het halfdonker gedacht, dat het een jong meisje was in plaats van een getrouwde vrouw, want die vrouw was ook erg jong, en zag er uit als een kind. En daarom werkte de medicijn ook niet. Dat begreep mijn grootmoeder toen de boodschapper haar 's morgens ver telde, dat Konans vrouw was wegge haald, en toen ging mijn grootmoeder uit om andere medicijn te halen aan de bron, en daar hebben Konan en zijn vrienden haar gepakt." Ja, maar waarom pakten ze je grootmoeder dan: En wat deed ze aan haar handen?" vroeg ik." O dat?" zei Adio: Dat? Ze stak lange punten van ijzer op de toppen van haar vingers, en die punten zaten met ringetjes om haar vingers vast.. Die ijzeren punten waren de klauw van den luipaard. Dat allemaal had mijn grootmoeder me verteld, maar alleen de woorden, die je bij het overdragen van het hart moet zeggen, heeft ze me niet geleerd, en ik zal dus nooit oude menschen kunnen ge nezen," zei Adio met diepe spijt in haar stem, spijt, omdat het eeuwen oude métier van haar familie nu mét de grootmoeder verloren ging. Dat is de brousse, zooals wij die kennen", besloot Mimi, en dan verlang je wel eens naar sneeuw, als je daar opbrandt door de moordende hitte, en als je op zulke broeidagen eindeloos de doods-tamtam hoort, en je de mogelijkheden bedenkt, die achter dat geluid liggen. ..." Het Nederlandsche kunstenaarscentrutn Een interview Ja, mijnheer, sprak de heer Ober van het Parkhotel, de zaak is voor elkaar. Wij hebben hier iets gedaan dat, zooals onze Burgemeester het wenscht, tot den bloei van de Neder landsche Kunst zal bijdragen. En geen klein beetje. Het Contact is er nu en het was noodig, broodnoodig. Daar heeft u bijvoorbeeld Doctor Willem Mengelberg, die al jaren lang snakt naar een gezellig bitteruurtje met Nico Treep en Kovacs Lajos. Onze groote bouwmeester Doctor H. P. Berlage, die zoo graag eens af en toe zijn licht zou willen opsteken bij den stadsgezichtenschilder Sally Meyer. Mevrouw Noordewier-Reddingius, die popelt van verlangen een kopje thee te drinken met den heer Kees Pruis. De wereldberoemde portretschilder Antoon van Welie, die niets liever wenscht dan in nauw contact te komen met zijn jongere kunstbroeders. Onze Dichtervorst Willem Kloos, die er naar hunkert met den diepzinnigsten onzer Tooneelkunstenaars Louis de Vries van binnengedachten te mogen wisselen ! Was het niet treurig dat, terwijl er zooveel onderlinge belang stelling bestaat, een vaste plaats waar men elkaar kan vinden ontbrak? Dansende duivels bij de tam-tam Welnu, mijnheer, in deze leemte heb ben wij voorzien. Het Nederlandsche Kunstenaars Centrum is er en staat open voor kunstenaars van alle gegezindten. In dezen Crisistijd hebben vooral de artiesten het hard te ver antwoorden. Thuis zitten ze op een houtje te bijten. Hier krijgen ze een karbonade met 25 pCt. korting. Vuur, licht en gezelligheid gratis. Kamers met bad, warm en koud stroomend water, staan ter beschikking. Alles belangloos. Zooals weleer Orelio in de Meesterzangers van Neurenberg zong: hier gaal het om de kunst 'alleen. Natuurlijk zullen de dames en heeren artiesten zich in ons huis moeten acclimatiseeren. Het zal hun, die ge wend zijn in de lichtzinnige en los bandige sfeer van een sociëteit als Arti et Amicitia te verkeeren, zonder twijfel moeite kosten zich in onze rustig-stemmige omgeving thuis te gevoelen. Maar zij zijn vol goeden wil. En dat alles danken wij ?aan het initiatief en de stuwkracht van den heer Adrianus Lubbers, die de motor intellectualis van het Cen trum is. Hij is de man die met zijn. bruisende overredingskracht en zijn sprankelende woordenvloed onze Di rectie op het breede pad der Kunst heeft gestuwd. Onze Directeur, die wij als een ernstig en ingetogen zaken man kenden, fluit nu al den heelen dag deuntjes van Pijper en Landré, reciteert Halewijn en Beatrijs uit zijn hoofd en spreekt er al van den archi tect Dudok onder regie van Johan de Meester een nieuw Contact-Gebouw te laten zetten. De organisateur Adriaan Lubbers, wil van Parkzicht een Dome en van de Hobbemastraat een Boulevard Montparnasse maken. Zijn levendige geest werkt rusteloos voort. "Op zijn aandringen zal de heer Marnix van Sint Loevensohnj een concert op de zingende zaag geven en heeft de heer Werumeus Buning zich bereid verklaard de Zeven Amsterdamsche Juffers danskuiidig op te leiden tot Centrum-girls. De gebroe ders Huib en Frank Luns zullen van tijd tot tijd als slangenmenschen op treden. Er zullen onderlinge wed strijden gehouden worden in het Kunstschilderen in het donker. Voor dames en heeren boven de achttien jaar. En nog veel meer, want de heer Lubbers staat voor niets. Zijn werk is het geweest dat Burgemeester de Vlugt het Centrum per brief inaugueerde. Een mensch kan echter niet aan alles denken en 7,00 is het te betreuren, dat de heer Lubbers inplaats van den Oud-Wethouder Boekman, die geheelonthouder is en als zoodanig voor ons bedrijf van geen belang, niet den O ud- Wet houd er van Onderwijs en Kunstzaken. den heer Ketelaar voor de openingsplechtigheid heeft uitgenoodigd. In een zaak als de onze moet gedronken worden. Dat komt de kunst ten goede. Wanneer de menschen door het genot van geest rijke dranken in een hoogere stemming geraken, zijn ze meer ontvankelijk voor kunst. Mijn vroegere patroon, wijlen Jan Hamdorff, de beroemde kastelein te Laren, zei altijd: Kunst is het hoogste en zal daarom het best begrepen worden door menschen die de hoogte hebben. Een nuchter iemand is niet in staat voor een kunstwerk te ontgloeien. Wijlen Jan Hamdorff kende zijn vak. p.c.c. JONAS HAUEHWEIN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl