Historisch Archief 1877-1940
Letterraadsel
De Groene Amsterdammer van 14 October 1833
No. 2941
Uit onderstaande lettergrepen moe
ten 17 woorden gevormd worden, wier
Istéen 3de- letters, de laatste van
beneden naar boven gelezen, een
Engelsche spreuk van Chaucer
vormen van 33 letters. Th zijn 2 letters.
(De 3de letter van het eerste woord
valt in de spreuk weg.):
................ .
.1, X-^-^-X-e-ga
4 .1 .<.V.vkV.f ................ LM» - hjif- hè-j»» - ho - i -ja - k*- kla
- - » ma - mel
t /?
\
i.» !
Bd^1 sitepf" ning - pe - pen - pier - sÉt
/vf^ra - ri*g - jpf - sjrf - fa» - tem - Jj^TC
\jf- tie - to - tra - tj*ëh -xt - um
- zi.
De omschrijving luidt:
^ 1. meetkundige figuur, 2. degen,
**????? ? 3. snoepgoed, 4. lwasteM0»eèp, 5.
,14. i'il.vL^'.-'. ^ (".. vulkaan, _S_ naaHiinriuin, 7.
Neder
15 k
1ftnfUi*h
17.
n *V JU*°eeuw, 8.
^ 9.. plaat» in, Friesland, 10.
/|v 't cigluUBnt, l. dier, 12. denkbeeldig,
13. heester, 14. g»tighiird. 15.
uitgave, rOr^KjüiB^Hi, 17. afgodsbeeld.
Voor de inzenders van de goede oplossing zijn als prijs beschikbaar:
?Ipjeföir »Jr,k e ? offflrammofoonplateiil
naar keuze van den winnaar ter waarde van tien gulden.
Inzendingen, liefst op een briefkaart, voor Woensdag a.s. 2 uur. Op
«dreazijde vermelden: Oplossing Letter-Raadsel.
De wereld is een wonderbron'van telkens nieuw geluid (Jan Prins)
1. Diana, 2. elevator, 3. waranda, 4. etensrest, 5. restitutie, 6. eikel,
7. leelijk, 8. duiker, 9- inleg, 10. spinnewiel, 11. epistel, 12. evenaar, 13. nihil,
14. wagenrennen, 15. odeur,*16. narwal, 17. dakgoot, 18. elleboog, 19. railing,
20. Breukelen, 21. register, 4 22. oxyde.
Prijswinnaar werd (na loting), Mevr. E, J. O. Deenik-Sikkink, W.
Moesweg 16, Laren, die aan het secretariaat van de redactie, doch zonder vermel
ding Letterraadsel, gelieve op te geven wat verlangd wordt.
Gharivaria
AANEENLIJMSELS
Een cinema-aangestelde (Tel.}, groot
banken (Maasb.), kroon-uitspraak (Tel.),
de Lausanne-verdragen (Ind. C.), de
Hitler-zege (Tel.), Schubert-liederen
(Gr.), ' Rubens-teekeningen (Tel.), ar
beidsgeschikt (N.R.C.), een
Shetlandreis (Tel.), een Mussolini-voorstel (N)
Haart. C.), onze voetbal-toekomst (Tel..
Landerijen overstroomen
meer," schrijft de Telegraaf.
Vroeger wel?
niet
Hetzelfde blad bericht: Er was in
de zaal bijna een hoog geklapper hoor
baar, het geklapper van de poëzie."
Dat begrijpt Charivarius, N.M.D.
niet. Bijna is niet. Niet hoorbaar. De
Telegraaf heeft het dus niet gehoord.
En toch beweert het blad, dat het
geklapper was. Het vertelt er zelfs
bijzonderheden van. Het was niet het
gewone geklapper, b.v. het
geklappetvan het proza. Neen, zegt de Telegraaf.
Dat zouden we de moeite van het ver
melden niet waard vinden. Dat is in
zoo vele zalen niet hoorbaar. Zelfs
van een ordinair, een laag geklapper
hadden we niet gerept. Maar dit was
extra kwaliteit, een hoog geklapper
van de poëzie.
Charivarius, N. M. D. gelooft er
niets van.
,,De Groene Amsterdammer doet een
goed werk door wekelijks Charivarius
met zijn bijtende satyre op de
taaiverwringers los te laten. Baten doet dit
echter niet". (U. C.)
Vleiend vinden doet Charivarius,
N.M.D. dit oordeel wel, maar mooi
gezegd vinden doet hij het niet erg.
TANTE BETJE LEEFT NOG
De tocht heeft me hongerig gemaakt
en besluit ik tot hetzelfde". (Maas1:.)
,,De toestellen zijn heusch niet duur
en is de prijs door elke beurs te betalen".
(Gratis N. en Adv. BI.)
, ,Dit is echter niet het geval en konden
wij al die partijen over n kam scheren".
(Slim. P. l
Haar uitspraak is correct en kan zij
een Kranschen tekst vloeiend vertalen".
(Adv. Linguaph.)
Dit zijn geen normale
zweminrichtingen' en gaat een vergelijking daar
mede dan ook niet op".
(Zaand. Zweminr.}
CORRESPONDENTIE.
P. te H. Hebt u wel eens opgemerkt
dat het Handelsblad de afschuwelijke
gewoonte heeft overal af te korten?
Antwoord. Ik verm. d. h. H. dit
syst. h. overgen. v. d. adv., bv.:
H. z. b. b. h. h. z. kennism. m. verm.
d. v, d. P.Gr., si., bl., opgew. kar.,
zond. kind., om n. w. g. een wett.
huw. a. t. g. ~
AMSTERDAM
NieowencÜjk 225-229
UTRECHT
Oude Gracht 151
De winkelier en de taal
Een etalage van een der hoofd
stedelijke winkelzaken trok mijn aan
dacht. Nu is dit de gewone taak van
een etalage. Maar ze trok, toen ik
goed aan het kijken ging zeer bijzonder
mijn. aandacht, en wel door eeu
mededeeling in drukletters, die, weder
extra de aandacht vroeg, en aan eenige
van de geëtaleerde goedereu, bleek
te zijn toegevoegd. Deze geëtaleerde
goederen waren stoffen, weefsels
laten we zeggen' cretonnes - fraai
en kleurig gebloemd. Bij deze oogen
schijnlijk toch reeds onschuldige goede
ren stond te lezen: Deze cretonnes zijn
gegarandeerd onverschiétbaar". Hier
hadden we klaarblijkelijk met een
uiting van pacifisme te doen, want,
dacht ik, wat onverklaarbaar is, kan
niet verklaard worden, wat
nverslijtbaar is kan niet versleten worden,
wat onbetaalbaar is kan niet betaald
worden, enz. enz., dus... . wat onver
schiétbaar is kan niet verschoten
worden.
Daar geld wel eens verschoten"
wordt, was ook teleurstelling mijn deel
toen ik in de aanlokkelijke uitstalkast
van een geldwisselaar de kaart miste
met: Dit geld is onverschiétbaar."
Bedroevend vond ik het eveneens in het
raam van geen enkele varkens
slachter, bij het spek (waarmede toch
immers zooals een ieder weet zoo ver
vaarlijk kan worden geschoten) te
lezen: Dit spek is onverschiétbaar."
Het was een ontmoedigende slot
som, waartoe ik neigde te komen: Onze
gansene winkelstand telt maar n,
zegge n, waarlijk vredelievend man,
.... en d ie ne man is misschien
nog een vrouw.
Mijn ontgoocheling zou grooter
worden. Neerlandici gooiden
heelemaal roet in het eten. Ik kreeg het
Woordenboek der Nederlandsche Taal
in handen, het Tweede Deel, Eerste
Stuk, bewerkt door M. de Vries en
A. Kluyver, en. las daarin iets over
-baar" als achtervoegsel, waarmede
bijvoegelijke naamwoorden gevormd
worden. Ik las van dankbaar, dienst
baar, kostbaar, ruchtbaar, schijnbaar,
enz., "woorden waarin -baar achter
een zelfstandig naamwoord voorkomt.
Van breekbaar, drinkbaar, tastbaar,
onverwinbaar; deze laatsten, met -baar
achter den stam van een o vergankelijk
werkwoord, allemaal net zoo iets als
mijn onverschiétbaar, en ik was blij
Om die ne winkelier, die misschien wel
een winkelierster is, en die een pacifist
is, die misschien wel een pacifiste is.
Toen las ik verder. Baar bleek
ook wel eens voor te komen achter
stammen van ónovergankelijke werk
woorden. Men noemde brandbaar,
eigenlijk kunnende gebrand, ver
brand worden," maar ook opgevat
als kunnende branden". Voorts vloei
baar, ontplofbaar en onverwelkbaar.
Er werden nog woorden genoemd als
leefbaar (bij Vondel) voor levens
krachtig, groeibaar (bij Camphuyzen)
voor groeizaam- Men vertelde dat
de levende taal van dergelijke woorden
afkeerig bleef en dat ze juist daardoor
in den smaak vielen ook van de meer
hoogdravende poëten der 17de eeuw,
en van Bilderdijk, die o.a.
vergangbaar" voor vergankelijk, evengoed
gevormd achtte als eetbaar". Maar"
lazen we toen, deze theorie wordt
door het algemeen gebruik niet goed
gekeurd, en de afleidingen met -baar
van intransitieve werkwoorden zijn
tot dusverre een uitzondering ge
bleven."
Deze laatste verzekering vermocht
een gevoel van twijfel en onrust, ?
dat over mij was gekomen, slechts ten
deele te verjagen. Als onverschiét
baar" eens een spiksplinternieuwe uit
zondering ware ! Als we hier eens
met het onovergankelijk verschieten,
of niet verschieten, van kleuren te
doen hadden ! Als van de gegaran
deerd onvergchietbare cretonnes
slechts eens verteld was dat ze (ge
garandeerd) niet verschieten, niet
verschietend zijn! Dan was die ne
pacifistische winkelier of winkelierster
misschien niet eens een pacifist of een
pacifiste. Hoogstens was hij of zij
(of de' firma) dan maar een hoog
dravende dichter of dichteres, of een
kenner of kenster vari Vondel en
Bilderdijk ! Arn. Ds.
Typ: N .V. Amst. Boek- en Steendrukkerij v/h. EUerman, Harms & Oo