De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 14 oktober pagina 4

14 oktober 1933 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Winkelen De Groene Amsterdammer van 14 October 1933 No. 4941 Melis Stoke. Teekeningen Harmsen van Beek Een man, aldus wordt door vrouwen tot in den tréure verzekerd, kan niet winkelen. En voorzeker, wanneer winkelen bestaan moet in-het loutere genoegen van het ondernemen van opwindende ontdekkingsreizen door uitgestalde magazijnvoorraden, het exploreeren van duizender lei gebieden die hetzelfde opleveren ter onderlinge vergelijking, het doen overhoop halen van gansche inventarissen en het ontwikkelen van langdradige beschouwingen over futiele verschillen, dan kan een man niet winkelen. 'Beschouwd in dit avontuurlijk en hachelijk licht, is; een man als inkooper niet anders dan een grofbèsnaard, voor fijne nuances ongevoelig wezen dat bq het winkelen niets anders zoekt dan de natuur lijke bevrediging van een behoefte.' i Een man, die een hoed noodig heeft, gaat naar een hoeden-winkel, laat zich een hoed op het hoofd zetten, kijkt in een spiegel of die hem past en gaat, wianneer hij rondom den schedel geen hinderlijke knelling ondervindt, met den hoed op het hoofd d^n winkel uit en de straat op. i Laat zich een hoed opzetten. Een vrouw, die een hoed noodig heeft, gaat. daarbij op ontzettend ingewikkelde wijze te werk. Mea zou haar doen kunnen vejy'ijic.: "v1 d"* "i?... *;'aiaLi.'ii3tam die zich, na lang beraad iiondom het kampvuur, tenslotte opmaakt tot het listig besluipen van vijandelijke wigwams. De voorbereiding tot op het oogenblik waarop zij zich vastberaden, en beschilderd in de oorlogskleuren, ojj het pad begeeft Is ongeveer als volgt: ; Dagen tevoren wordt de tocht voorbereid door een systeem van spionnage, observatie, intrige en krijgsraad dat respect afdwingt. Dan heeft de verspieding plaats gehad op tea's en visites, de strategische voorbereiding in geïllustreerde tijd schriften, het urenlang binnenskamers overleg en de uitwisseling van gegevens en bijzonderheden omtrent de te besluipen wigwams. En ook dan nog is de krijgstocht niet voor bereid. Daaraan gaat nog een stelsel van de nauwkeurigste verkenning vooraf. Ongeveer zeven tig procent van het voetgangersverkeer in onze winkelstraten wordt gevormd door vrouwen op t oorlogspad en verkeerend in diverse stadia van voorbereiding tot den uiteindelijken aanval. ;" Vaak treden vrouwen daarbij op in groepen van twee of drie, waarbij al naar aanleg en persoonlijke eigenschappen een harer het commando voert. De daarbij gefluisterde commando's e'n patrouilleaanwijzingen luiden veelal als volgt: Tjakkes, niks bijzonders", Bespottelijk gewoon" en Hier ?hebben ze toch nooit iets". Hetgeen niet wegneemt, dat de vrouw, met haar bewonderenswaardig geduld en aanleg tot patrouilleloopen, ook zelfs daar niet passeert zonder nauwkeurige waarneming. .. . een eigen schap die tientallen generaties van leidende aan voerders en strategen vruchteloos plegen aan te kweeken in de ondergeschikten die de voelhorens vormen van een krijgsmacht op marsen. Elke patrouille, iedere verkenning, wordt weer gevolgd door uitvoerig onderling beraad en overleg. Het telefoonnet van onze groote steden wordt voor meer dan de helft gebruikt tot het uitwisselen van gegevens en wenken, ervaringen en teleur stellingen op het gebied van mode-verkenning. En niet dan nadat geen détail vergeten is, geen waarneming verzuimd, volgt de eigenlijke aanval. Als meest geschikt uur geldt voor- sommige vrouwen er een waarop haar echtgenoot toevallig niets te doen heeft. Andere vrouwen weer kiezen bij voorkeur de morgenuren voor den overval. Zie je nu wel ? Deze laatste vrouwen zijn zij die onafhankelijk willen optreden. De eersten verzekeren zich een zekeren steun in den rug waarvan zij echter meestal op het beslissend oogenblik geen gebruik zullen maken. Als de man namelijk, gesteld tegenover het object waarop tenslotte de begeerte gefixeerd is, onmiddellijk ,,ja" zegt, dan ontstaat datgene wat men in de hoogere strategie den oorlog op twee fronten noemt. Het eene front wordt gevormd door den man met zijn verachtelijke snelheid van beslissing en het andere door de winkeljuffrouw door wie zij zich evenmin iets wil laten opdringen wat haar later wellicht zou kunnen berouwen. Indien de man aar zelt doet zich voor de vrouw een heerlijke gelegen heid voor om hem te overtuigen van de gegrondheid van haar verlangen. Dit gevoegd bij het perspectief om later, als de" hoed verworven is, nog telkens te kunnen zeggen zie je nu wel"? maakt deze figuur tot de meest aantrekkelijke. In beide gevallen blijkt de man later ongelijk gehad te hebben. Maar dat is dan alweer de inleiding tot een nieuwen krijgstocht en een anderen hoed. Men zegt, dat men als Indiaan geboren moet zijn om genoegen te scheppen in het spoorzoeken, krijgvoeren en spieden. Maar stellig is het waar dat men als vrouw ge boren moet zijn om genot te beleven aan ver moeiende en langgerekte winkelcampagnes. Groote en welirigerichte mode-winkels doen zielige pogingen om cfp" ma»--. ^ljjl-!>i begeleider op z»ja gemak te stollen. Zij hebben fauteuils, aschbakken en soms kopjes thee ter beschikking. Doch slechts boos-geaarde en vlinderachtige mannen laten zich daardoor boeien en daarbij speelt zelfs nog een onnoemelijke factor van minderwaardigen aard een rol, namelijk het be hagen in het uiterlijk der verkoopsters. Nergens in de natuur vindt men den strijd van de leden eener zelfde sekse onderling zoo geraffineerd toe gespitst als op het slagveld der mode. De koopster vindt tegenover zich een mededingster en een belanghebbende. Het proces bestaat uit een voor zichtig en sluw spieden naar zwakheden en ijdel heden waarbij de eene partij een voortdurenden zonnigen glimlach stelt tegenover de wisseling van duizenderlei aandoeningen op het gelaat van de andere. : ?feemannelijker* begeleider op zijn gemak zetten. Een man met een nieuwen hoed op voelt zich hoogstens wat onbehaaglijker dan anders. Een vrouw met een nieuwen hoed op is alleen te vergelijken met een kamerlid dat zijn maidenspeech houdt: overtuigd van de innerlijke capaci teiten en qualiteiten die gedemonstreerd worden, staat ze duizend angsten uit over mogelijke mindere waardeering van dezen exponent van urenlange activiteit, overleg, beraad en tact. In eiken vrouwelijken aankoop zit een goodwill" van arbeid en emotie die, bij te lage waardeering, een geweldige depressie kan veroorzaken. Slechts zij die begrijpen wat winkelen voor een vrouw beteekent, komen tot de grootmoedigheid van een volstrekte, desnoods geveinsde, bewonde ring van het resultaat van al die energie. . . . Dat zijn onder ons mannen de enkelingen, de breeden van gemoed, en vooral ook zij die zoo mogelijk krakeel willen voorkomen. . . . Spreekzaal De Iiutine-toren De heer Beckers, de ondernemer van het werk op het wrak van de Lutine, zendt ons een artikel naar aanleiding van de in de pers verschenen critiek op zijn werk. Het gedeelte daaruit, dat ons blad betreft, volgt hieronder. In de Groene Amsterdammer" van 8 Juli 1933r staat in een artikel van Prof. v. d. Kloes te lezen, dat, Van droogleggen der binnenruimte geen sprake kan zijn; hoe harder er gepompt wordt, op hoe grooter diepte het zand onder het wrak in be weging komt en het duurt niet lang of de toren. dondert omver met allen die er op staan, tenzij men het pompen staakt en de toren scheef blijft staan, als gedenkteeken van de onwetendheid en. onkunde van de Nederlanders in de twintigste eeuw op het punt van drijfzand. Dan is het wrak waarschijnlijk voorgoed onbereikbaar gemaakt.'' Dat is mooi gezegd, doch ten opzichte van het Lutinebergingswerk geheel in strijd met de werlijkheid. Ook is door het verlies van den toren het Lutinewerk niet onbereikbaar gemaakt. Integen deel, onmiddellijk nadat de vernieling was gecon stateerd, werden maatregelen genomen om den toren te bergen, welk moeilijk werk schitterend gelukte, 's Nachts 2 uur werd met het bergings werktuig uitgevaren en tien uur later werd de toren te Terschellingerhaven binnengebracht. Bij de berekening van den uitwendigen druk, waar de kegel en cylinder op knik belast zijn, werd aangenomen, dat de kegel een bepaalden druk moest kunnen weerstaan. Diverse meetklappen met dynamometers waren in den rand van den toren aanwezig, om onder het zand den totalen druk van zand en water aan te geven. De gevaar lijke druk kon evenwel eerst ontstaan op grooter diepte en slechts bij volledig droog gepompte kegelTUiuite. Deze gevaarzoiió'-'"^T ""^ lllet be'eikt- de kegel nog niot oD grooter di(>|'!e gekomen en "k nog niet leeg gepompi. ;.i^ Ie mogelijkheid om den toren met water gevuld te houden en met dui kers te moeten werken is door mij steeds rekening gehouden. In de octrooiaanvrage staat dit onder andere vermeld. Inderdaad hebben wij met wat er ge vulden kegel gewerkt en deze werd onder water electrisch verlicht door een speciale 2000 kaars Philips armaturen-onderwaterlamp. Mijn ideaal was, het bergingswerk in een drooggepompte ruimte te verrichten, doch wanneer de bezwaren te groot zouden gebleken zijn, zou het werk in een afgesloten ruimte, gevuld met stil staand water, met behulp van duikers geen groot e bezwaren hebben opgeleverd, getuige het rapport der duikers, n.l. dat zij er in werkten als in een werkplaats. FR. BECKERS Vivisectie Mijn telegram aan den rijkskanselier en mijn vreugde over het vivisectieverbod in Duitschland is thans ook door den heer Floris Vos aangevallen. De wandaden en onrechtvaardigheid, die aan alle revoluties verbonden zijn, zal zeker niemand goedkeuren. Ruwe bejegening en mishandeling kan noch in Duitschland, noch in Sovjet-Rusland worden gerechtvaardigd. Er wordt thans gelukkig luid geprotesteerd tegen alles en nog wat. maar wie heeft in al deze jaren luid geprotesteerd tegen de afschuwelijke, laf hartige mishandeling van millioenen levende wezens,, ter bevrediging van eerzucht, nieuwsgierigheid, ijdel heid en vooral winstbejag! Slechts een hél klein groepje. Ik verklaar, dat ik mij geheel buiten elke partij wil stellen en daarom ook van elk het goede zal erkennen, onverschillig of dat waardeering of afkeuring zal vinden. Bovenal zal ik alles toe juichen, wat gebeurt ten bate van wezens, zooals bijvoorbeeld de dieren, die niet hierdoor beïnvloed kunnen worden voor zelfzuchtige doeleinden. H. W. KNOEST, Leider Amor est lustitia", I. .B.W(Van redactiewege bekort). NV ARMHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HVR KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M?S.J.vANZusT-M?J.F.VERSTEEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl