De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 14 oktober pagina 7

14 oktober 1933 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2941 De Groene Amsterdammer van 14 October 1933 l"* l Een uitgebreid gebied met meteoor krater s Boekbespreking Frans Coenen Dr. P. van Olst , Een meteorengtetbui Telkens frappeert het ons weer, dat wij onze eigen aardbol nog zoo onvolledig kennen, terwijl wij van -ver afgelegen werelden soms zoo gede tailleerd goed op de hoogte zijn. Een der redenen van die onvolledige kennis zal wel zijn. dat wij er met onzen neus te dicht op zitten, dat wij geen overzicht van het geheel, of zelfs maar van stukken van het geheel kunnen krijgen. Maar het wordt beter sinds de vliegmachine, gecombineerd met het fototoestel ons helpt aan ruimer overzichten. Dit is weer opgevallen in Zuid-Carolina (U.S.A,). waar, met behulp van luchtfoto's (ik begrijp nooit waarom dit barbaarsche woord aan taalzuiveraars ontgaan is !) een zeer eigenaardige landschaps bouw is bestudeerd, die een verklaring kan vinden als men rekening houdt rmt andere, tot nu toe zeld zame, verschijnselen op het aardoppervlak. Sinds jaren kent men den Coon-Mountain" in Arizona. die volgens algemeen aangenomen opvatting een meteoorkrater is, d.w.z. een krater, die niet door vulcanische verschijnselen, maar door het inslaan van een reusachtigen meteoor of meteoorzwerm is ontstaan. Door de katastrofe in Siberië, waar eenige tientallen jaren geleden, dus in historischen tijd, een meteoorzwerm de aarde bombar. deerde, is men meer vertrouwd geraakt met de mogelijkheid, dat de aarde wel eens meer door dergelijke projectielen uit de wereld ruimte geraakt is en geleidelijk heeft men meer plaatsen op aarde gevonden. waar de omstandigheden wijzen op het vroeger treffen door meteoren, denkelijk meteoorzwermen. In Carolina kent men reeds lang, in het kustgebied voornamelijk, eigen aardige ellipsvormige indeukingen (zie de schetskaart), die men daar gewoon lijk bays" noemt, een naam die niet juist is, maar die wij voorloopig zullen aanhouden en als baaien" vertalen. Hun aantal is groot, want het onder zoek met vliegmachines geeft minstens 150*0 goed herkenbare baaien aan. Hun vorm doet mij zeer veel denken aan de ondiepe, vlakke ringwallen op de maan. Er is eenig verband tusschen de grootte der baaien en hun meer of mindere uitgerektheid; de kleinere zijn haast cirkelvormig, terwijl de grootere deuken veel sterker uitgerekte ellipsen zijn. Verder is opmerkelijk, dat de groote assen dezer ellipsen bij alle baaien vrijwel evenwijdig loopen. Deze richting varieert bij de verschillende ellipsen niet meer dan gemiddeld eenige graden, dus bijna niets. Algemeen zijn n o deze baaien gekenmerkt door een hoogeren rand van ficMer-gekleurden grond- Deze hooge rand kan de geheele baai omgeven, of slechts gedeeltelijk. maar in alle gevallen, ook als de rand geheel compleet is, is hij het hooyst in het zuid oostelijk deel. Deze randen zijn relatief laag. als men rekent dat de middellijn der baaien gemiddeld 650 meter (langste as) en ruim 400 m (kortste as) is, bij de groote baaien zelfs 2100 m kan zijn, en dat de randen slechts eenige nieters hoog zijn met zeer geleidelijke afloopende helling. Soms komen twee of drie van dergelijke- randen om een baai voor. De vlakte binnen in de baai bestaat uit donkere klei, maar als men hierin boort, komt men op ongeveer zeven tot vijftien meter diepte op hetzelfde materiaal als waaruit de opstaande randen bestaan, die zooals gezegd, opvallend lichter zijn dan de rest van de baai. Dichtbij zee zijn deze baaien dikwijls dichtgegroeid met veen. Evenals bij de maankraters komt ook hier bij de baaien soms voor. dat twee baaien elkaar ten. deele snijden, wat er dus op wijst, dat een van beide iets later ontstond dan de andere. Ook komt. maar als uitzondering, voor dat in een groote baai een enkele veel kleinere baai aan getroffen wordt. Er zijn verschillende geologische aanduidingen (b.v. oude strandlijnen), dat dit baaiengebied een tijd lang onder de zee bedolven is geweest. De baaien" moeten dus ontstaan zijn vóór deze geologische periode, die men op minstens 10.000 jaar geleden schat. Aan den anderen kant kunnen zij niet ouder zijn dan de geologische lagen waarin zij ontstaan zijn, en deze lagen, die uit het Plioceen dateeren zijn zoo iets als twee millioen jaar oud. Men neemt nu aan dat tusschen deze uiterste data een geweldige meteoorzwerm dit kustgebied heeft getroffen, een zwerm, zoo groot, dat hij de kern van een komeet kan geweest zijn. Er is geen een andere theorie over het ontstaan der baaien, die een bevredigende oplossing geeft over de vermelde eigenaardigheden, de gelijk gerichte langste assen, de ringwallen, het onveranderlijke feit dat deze ringwal in het zuidoosten het hoogst is, enz. Als deze meteoren de aarde raakten onder een invalshoek van 35 tot 55 graden afwijkend van de loodlijn, zouden zij elliptische gaten slaan, en daar de meteoren in den geheelen zwerm vrijwel in evenwijdige banen de aarde naderden, zullen de gaten alle vrijwel in dezelfde richting hun langste as, dus hun grootste afmeting, moeten hebben. Het materiaal der aardoppervlakte zou door deze projectielen opgeperst worden naar de randen der geslagen gaten en fijn vergruizeld worden naar alle waarschijnlijkheid. Maar als de meteoren niet loodrecht invielen, doch uit noordwestelijke richting kwamen. zou deze perswal het hoogst worden aan de tegenovergestelde richting, dus in het zuidoosten, zooals al deze baaien gelijke] ijk vertoonen. De groo tere meteoren passeerden gemakke lijker den dampkring dan de kleinere stukken. Deze laatste werden meer geremd, waren dus langer onder in vloed der zwaf rtekracht en doorliepen een sterker omlaag gebogen, dus steilere baan. Zij sloegen dus minder schuin in en maakten ronder gaten. Dit klopt met het vermelde verband tusschen grootte en meer of mindere uitgerektheid der baaien. Het getroffen oppervlak is zeer groot en strekt zich uit over een honderdduizendtal vierkante kilo meters. Waarschijnlijk heeft het neer vallen van den r/.we\m vrij lang ge duurd, enkele minuten, hoogstens een half xiur. De aaide draaide in deze tijdsruimte voort o'nder de meteorende omtrek vaag is, gjetbui< waardoor de getroffen streek voortdurend grooter werd, naai mate versch land terecht kwam onder de vallende massa's. Het verschijnsel van twee of n 1 n n n O/ Schetskaart van ba au n in Waar zijn stippellijnen gebruikt. drie ringwallen kan verklaard worden door het neerkomen, kort na elkaar, van twee meteoren op ongeveer dezelfde plek. Kwamen zij zeer dicht bij elkaar neer, dan kreeg men kar.s op de elkaar snijdende baaien. Zoo kan ook een later vallende kleine meteoor een aparte kleine baai maken in het groote gat dat de voorafgaande meteoor sloeg. In de lange eeuwen na dit voorval zullen de litteekens ten deele verdwenen zijn, de geslagen gaten slibden vol met allerlei sedimenten, zoodat men alleen nog door boringen het oorspronkelijke materiaal van den bodem kan aantreffen, dat bij den opgestuwden ringwal nog aanhet daglicht komt. Alles werd zoo vaag, dat alleen met^de moderner hulpmiddelen der wetenschap de oude wonden nog opvielen. Het onderzoek er van is nog niet afgesloten. De steirenregen, die ons in het begin vaii'deze week \ erraste. betrof slechts minimale stofdeeltjes in plaats van de groote trokken, die in ( aroliria huis hielden. Maar even onverwacht als de sterrenregeii Maandagavond was, even onverwacht kan bij ons hetzelfde* weer gebeuren a!s in (.'aroliiia! Eva Raedt-De Canter, Bohcme- Amsterdam, 1933. E. Querido. Na de diepgaande, bijna sinistere kinder analyse, die de schrijfster Geboorte noemde en den wel veeltintigen, maar meest onvroolijken verhalen bundel Huwelijk (door sommige critici zoowaar voor een roman aangezien !), is dit boek eerder licht en amusant te heeten. De zwaarte en de ernst zitten namelijk diep onder in, zoodat geen lezer, op vermaak en ontspanning uit, er iets van hoeft te merken. Het boek vertelt inderdaad van Bohème, van bohémiens, gegroepeerd, kan men zeggen, om een ietwat vage vrouwenfiguur, pensionhoudster, vriendin en verzorgster van ettelijke jongelui, die meestal doodarm zijn en in deze overvolle wereld maar luttel kansen hebben. Deze laatste omstandigheid maakt zelfs het karakteristieke en, in zekere mate, ook het belangwekkende van dit boek, dat men hier onge veer denken, leven en streven krijgt voorgesteld van wat al sedert lang als intellectueel prole tariaat" betiteld wordt. Zulks niet diep of grondig, daarvoor is het boek te anecdotisch en sporadisch gehouden, om vooral de tragedie te ontloopen. Maar toch, in hun soms wanhopige lichtzinnig heid en moedig levenscynisme, hun blijdschap met de geringste kans. hun moedelooze gelatenheid en stil, onsentimeiiteel ond.ergaan, geeft de schrijfster ons wel een overzicht van hetgeen deze onfortuin lijke jeugd van heden is en beroert. Daarnaast zal 't menigeen interesseeren, hoe 't het dappere vrouwtje Tops vergaat, dat zich. na den met ingehouden pathos beschreven dood haars mans, niet haar kind moeizaam door het leven slaat. De beste, gevoeligste bladzijden heeft de schrijfster aan dit leven iri de schaduw gewijd. Terwijl geest en humor, het dwaze en rumoerige, de ..gezelschapstafreeleri" kenmerken, waarin dan telkens aardige, vlugge schetsen, portretjes of silhouetjes van jongens en meisjes gemengd zijn, bewaarde Eva Raedt haar psychologie en fijne gevoeligheid voor Tops. in reactie tot zichzelve en tot haar vrienden. Juist deze afwisseling van algtmeeiie dwaasheid en dapper gedragen levenspijn is het, die het boek voor velen sympathiek '/al maken, als de beelding van den altijd weer overwonnen, altijd weer opbloeienden. onuitdoofbaren lust tot leven. Een feit dat hier eerder van den komischen kant bezien wordt, maar welks tragiek toch soms overheerscht, zoodat de Topsf i guur dan door haar zwaarte de geheele constel latie van het verhaal bedreigt. Hetgeen mis schien nog niet erg zou zijn, als wij in 't vrouwtje Tops een volledig nienschenkind hadden gevonden, maar y,ij is blijkbaar bedoeld als een soort algemeeiie spiegel voor alle andere figuren, die wij aldus enkel door en aan Tops komen te beleven. Dat is dan soms te weinig' om van haar gansche menschelijkheid bewust te worden, zoodat men zeggen kan, dat het boek eenigszins op twee gedachten hinkt: Tops of haar vrienden. Het andere bezwaar, al genoemd, is het fragmen tarische, sporadische, anecdotische. waardoor tel kens voortreffelijke détails naar voren komen. maar het geheel lijdt aan zekere brokkeligheid, die de langzame, gelijkmatige voortschrijding tvan den roman belet door het opnemen en weer laten slippen van motieven. Zoo zou men ook dit boek, gelijk /ntiiiiutit van dezelfde schrijfster, eerder een bundel schetsen over n figuur, overheen ondei wei p kunnen noemen, dan hot iu diepte en wijdte uitgebreid stuk leven, dat men in een roman wil zien. Kvenwel. het past weinig het goede, dat gegeven weid voor het betere, dat had kunnen zijn. te vei wei pen en er is zeker reden Eva Haedt niet liaar aanvankelijke epiek te feliciteeren. Dat haar lyriek doordringend en ..eerste klasse" was. wisien wij al door haar vorige werken. CHAMPAGNE K RU G & CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITS? AGENTEN FONNES & ZOON GRONINGEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl