De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 28 oktober pagina 12

28 oktober 1933 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 28 October 1933 f. r / J f, Het Masker** * Henrik Scholte Haring" Eenige jaren laag hebben de bekendste karakter spelers van ons toóneel nu al om dit'joyeuze stuk ? van de Maraeillaansehe Cannebière heengezwermd, elk voor zich op zijn wijze zijn hart verpandend aan dien uitbundig en overdadig levenden waard uit den kroeg bij den Transbordeur. dien grand brut sympathique", unieke speelrol voor eiken acteur, die W)g zweert bij het aloude vleesch-enbloed, en toch-wetend; vreezend alle moeilijkheden, verbonden aan een juiste transpositie van bet Marseillaansch patois en dat climaat, die heele sfeer van havenkroegen aan de Middellandsche Zee, waar het naar langousten en kokkerellen ruikt en onder een bijna donkêrblauwen hemel de booten van Saigon en Singapore regelrecht varen tot voor de kleinti, witte, vuile kroeg. Want Maya's moge men viitden in alle havens buiten die van Marseille, een vader César vindt men niet in Hotterdam en'niet in Hamburg, En Pagnol, oudMarseillaan endoor zijn Topaae";nog maar een bescheiden souffleur hq de Condorcet, wist wat hij deed toen hij dit ;?Marhis" schreef: hij deed den ouden Tarlarin herleven aan de kada van de bouillabaisse en den grand vin rosé. *qf| Eindelijk hebben onder de Nederlandsche ge gadigden Jan Musch en Ko Arnoldi - et aange durfd en het zij terstond gezegd r zij hebben de krachtproef doorstaan, beter zelfs dan e ransche reistroep, die het hier een paar jaar gecden speelde. De enorme vitaliteit van een Raimu, die zich zoozeer met de rol van vader César geïdentificeerd heeft, dat men hem ook na jaren nog als den dag van gisteren over het toóneel ziet wandelen, opzichtig gekleed omdat het Maandagmiddag was en madame zijn maltresse, een dubbeldikke Hollandsche, hem verwachtte, mocht Jan Musch in alle knapheid en soms virtuoziteit van spel niet evenaren, de heele voorstelling had echter wel die juiste atmosfeer van zon en rumoer en in een voor treffelijke vertaling en onder de eveneens voor treffelijke regie van Arnoldi bloeide Het stuk tot dankbaarheid en vreugde van een gul en intens meelachend publiek. Het is overigens wel merkwaardig hoezeer Pagnol een stuk kon schrijven, dat zijn wereldsucces uitsluitend en alleen dankt aan het aller. moeilijkst te vertolken element van een speciaal climaat van het woord". Het stuk zelf is immers lijnrecht tegen alle gangbare wetten der dramatiek in geschreven. Br gebeurt nauwelijks iets in de eerste drie bedrijven, die niet anders dan een fervente schildering van personages zijn, geschil derd in breedvoerig en plezant vertelde anecdoten, mi eens dezen dan weer genen door een genre trekje voor het voetlicht halend. Leven doet dit stuk dan ook slechts op grond van den brillanten dialoog, kwinkslag op kwinkslag, zonder dat de hoeveelheid verveelt. En dan vooral door dien kolossalen achtergrond van de lichamelijk en geestelijk omvangrijke figuur van vader César, die temidden der toch allerminst verwaarloosde figuren een genrestuk geworden is van den allereersten rang, zoo zelfs, dat men voortdurend vergeet, dat de titelrol eigenlijk een bleeke, sentimenteele jongen achter de toonbank is, die Marius heet, naar het prototype van alle oude histoires marseillaises", welke histoires" overigens voor het overgroote deel zjjn overgeschreven op dien vader César. Een dergelijke verwisseling van titelrol niet tweede rol herinnert bijna aan den Koopman van Venetië", ?waar men zich ook altijd weer kunstmatig moet voorhouden, dat Shylock niet de Koopman is, gelijk hier vader César niet Marius. KUNSTZAAL VAN LIER DOORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 126 = AMSTERDAM KUNSTWERKEN VAN J O N O E HOLLAND8CHE EN BUITENL. MEESTERS Jan Musch en Henriëtte van Kuyk. Ik kan zelfs niet vinden, dat te midden van de andere personages de sentimenteele jonkman Marius de meest geslaagde van het ensemble Marseillanen is, en in de beide Fransche vertoo ningen, die ik zag, was hij dat nog minder dan in de Hollandsche, waar een uitstekende bezetting voor deze jonge rol de geringe dramatische intrigue van het stuk tenminste nog releveerde. Het is stellig een compositiefout van Pagnol, dat hij na driekwart uitbundige schildering, waardoor het publiek in een stemming van bouffe en burleske komt, plotseling in het vierde bedrijf een serieus drama op touw zet van een jongen, geslingerd tusschen- zijn liefde voor een kleine mosselenver koopster en zijn groot heimwee naar den oceaan en alle eilanden der zaligen daarachter. Het stuk eindigt voor den toeschouwer nogal onverwachts en bevreemdend in een stadium van melancholie, dat eerder uit een langoureuze film van Cavalcanti genomen schijnt en waarbij men geneigd is, een vocalise van Engelman te citeeren. Overigens heeft Pagnol het dan ook niet zoo erg gemeend met dat befaamde getrouwd zijn aan de zee". De kroeg op den wal, tegen het decor der oneindig heid, was hem alles, en dat schilderde hij meer als novellistisch dialoogschrijver dan als tragicus. En toen Marius" een enorm succes kreeg en er zoovele brieven van vereerders en vereersters kwamen, die zich beklaagden, dat Fanny nu haar Marius niet kreeg, kwamen er dan ook de noodzakelijke vervolgen, waar Marius repatrieerde en waarbij het Marseillaansche milieu weer van voren af kon be ginnen, omdat het zoo maar ergens in het hart was aangepakt en urenlang kon boeien, zonder kop of staart: de histories van den cocu Escartefigue, den kapitein van het pontje, dat de haven niet in de lengte, maar in de dwarste doorkoerste en die zich toch voor een zeeman hield, geroepen om de eer der Fransche marine, bij gebrek aan eigen manlijke waardigheid, tegen alle spotvogels te verdedigen. De histories van Panisse, den ouden schuinsmarcheerder, met den grooten mond en de slappe handen; van madame Honorine, de kwieke, opge sierde madame met de rinkelende armbanden en de aangeleerde moraal, die dwars tegen haar volksche natuur indruischte; van Fanny, de jonge meid van de haven en haar onstuimig bloed, dat onontvankelijk was voor de droomerijen van landen, die aan het andere einde aller zeeën lagen, en dat om directe en concrete voldoening vroeg; van Monsieur Le Brun, den spanseerenden Lyonees, die Parijs kende en nu vérificateur" geworden was en een soortement heer, vergeleken bij vader César, die een stel valsche schoppenheeren ia z'n voorschoot meedroeg, graag ruzie zocht en graag vrede maakte, en zich des morgens schoor en wiesch in het spoelwater van zijn zinken toonbank en iedereen een driedubbelen klap om zijn ooren gegeven zou hebben, die beweerd hadde, dat zulks onzindelijk was. Van Piquoiseau tenslotte, den zieligen lanterfanter aan den wal, met het hart van oude zeemans-romantiek, en van Le Goeloc, den zonderlingen, Bretonschen kwartiermeester. Van de Arabieren en de Maleiers, van allen, die op en over de haven zwierven en niet verder landinwaarts kwamen dan de eerste dwarsstraat van het havenfront. De meeste van deze figuren kwamen in de hartelijke, breed en zorgvuldig vertolkte voor stelling van Het Masker" in volle glorie voor het voetlicht. Van Jan Musch mocht men weliswaar voortdurend merken, dat hij zijn rol spélde.... hoe warm en groot werd niettemin dit karakter, hoe voortreffelijk in de snedigheid van zijn ant woorden, in de bloemrijkheid en zwier van zijn taal. Een juiste en niet te gechargeerde Escartef iguur was John Gobau, met het oog van den zee arend en het hart van den bonhomme. Iets minder scherp de oude dwaas Panisse van Ko Arnoldi,. maar daarentegen weer. breed en met opgestoven zeilen door de kroeg laveerend de madame Honorine van Henriëtte van Kuyk, die men na jaren weer eens in een puike rol op de planken zag. Uitstekend in typeering Ook de Piquoiseau, de arme drommel zonder leeftijd en zonder doel, een mooie rol van Johan Liefsting. En het best van alles misschien de jonge rollen in hetyduo Ank van der Moer en Jaeques de Haas, beiden scherp en doorvoeld en soms met groote momenten, vooral ook in hun samenspel. Een voorstelling, waarvan het publiek genoot, en waar de theoretische bezwaren tegen het stuk en de moeilijkheden der transpositie weggevaagd schenen. OLS VVitte Curacao Sec Clierry Brandy M-enthe Glaciale Curacao Brandy Koopt Nederl. fabrikaat!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl