Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 28 October 1933
15
V a l u t a-w e e
C. A. Klaasse
Sensaties op de wisselmarkt.
Tot nu toe heeft de Franscbe franc beboordtot
cte valuta's die het allerminst te lijden hebben
gebad onder koersdruk tengevolge van kapitaalvlucht
?en speculatie. Heelemaal gespaard is ook deze
munt daarvoor niet gebleven, maar uit de goud
beweging valt wel af te leiden,- dat quantitatief deze
invloed van minimale beteëkènis was. In de eerste
vier maanden van het jaar daalde de goudschat
van de 'Banque de France van rond 83 tot 80
milliard, een daling dus met nog geen vier procent;
daarna trad weer een stijging in. Stelt men daar
tegenover de goudverliezeri van de Nederlandsche
Bank, die in het eerste halfjaar rond 300 miUioen
?of welbqna30% van de beginvoorraad uitmaakten,
dan blijkt wel hoe gering, naar verhouding,
deinvloed van de financieele vertrouwenscrisis met be
trekking tot deze valuta was. Toen voor en tijdens
de economische wereldconferentie in Londen, Ne
derland en Zwitserland wekelijks belangrijke be
dragen goud uit de kelders der centrale bank zagen
afvloeien, bleef de Fransche goudvoorraad vrijwel
onveranderd, eerder viel een lichte stijging te be
speuren.
Nu behoeft dit verschijnsel nog allerminst te be
wijzen, dat de franc in het geheel niet te lijden heeft
gehad onder-kapitaalvlucht. Immers, sedert
geruimen tijd is de marktpositie van deze valuta onder
worpen aan invloeden, die normale koers- en goud
bewegingen kunnen compenseeren. Het is bekend,
?dat het Engelsche koersnivelleeringsfonds voor
operaties op de wisselmarkt bij voorkeur den
Franschen franc kiest, waarschijnlijk mede omdat met
de Banque de France een overeenkomst getroffen
zal zijn volgens welke te allen tijde, wat er ook
gebeure, het francbezit van het fonds in goud
omgeruild zal kunnen worden. Die interventie van het
fonds heeft ten doel om den pondenkoers
tamanipuleeten, maar het spreekt van' zelf, dat dit mes twee
kanten heeft en dat het ook de technische positie
van de francmarkt er door wordt beinvloed. Nu
heeft juist in de eerste helft van het jaar de werk
zaamheid van het fonds zich in de allereerste plaats
gericht op het tegenhouden van een koersstijging van
het pond, hetgeen dus beteekent, dat men valuta's
en goud heeft gekocht. In dat tijdvak werd niet
minder dan 70 millioen goud aan den voorraad van
de Bank of England toegevoegd, wel voor een be
langrijk deel afkomstig waarschijnlijk uit omwisse
ling van dollarbezit van het fonds in metaal, maar
toch ook door nieuwe aiankoopen. Dat in; die periode
ook het francbezit van het fonds is gestegen, te meer
omdat de dollar als operatievaluta wegviel, is
alleszins waarschijnlijk. Zoodat daaruit te
concludeeren zou zijn, dat zonder optreden van het fonds,
de goudverliezen van de Banque de France
wellichtaanmerkelijk omvangrijker zouden zijn geweest.
Maar hoe dat ook zij, relatief behoort de franc
onder de laatst overgebleven goudmunten toch
z0ker tot de minst beklaagde. Ook hier schijnen ech
ter de kansen te keeren. In de laatste dagen is de
franc in de internationale wisselmarkt uitermate
flauw gestemd, zoodat goud over de grenzen stroomt.
Reeds sedert half September had de Fransche Bank
een 300 millioen goud verloren en nu heeft deze
beweging zich geaccentueerd. Waarom deze plot
selinge uitbarsting van wantrouwen, nu juist
allerwege, althans in de goudmunten, het vertrouwen
weer hersteld was en b. v. de Nederlandsche Bank nu
reeds wekenlang den goudvoorraad geleidelijk ziet
aanjgroeien? Dit anachronisme wijst er op, dat de
aanleiding tot het wantrouwen een andere zou
moeten zijn dan voor de aanvallen op gulden en
Zwitserschen franc. Dat is ook zoo ! De angst voor
den gulden was destijds alleen gebaseerd op het feit,
dat na den val van twee der voornaamste internatio
nale valuta's, de goudlanden en zeker de kleinere
het niet zouden bolwerken om den gouden standaard
te handhaven, doch dat zuiver economische oor
zaken hen van het goud zouden ..af forceeren", wat
Nederland betreft door het verbreken van het even
wicht in de buitenlandsche handelsbeweging, wat
Zwitserland betreft door een krachtigen achteruit
gang van het vreemdelingenverkeer. Frankrijk
met zijn relatief zoo geringen buitenlandschen
handel bleef toen buiten schot.
Dat is dan ook niet het motief voorden angst van
nu. Men verwacht de gevaren niet van buitenaf
maar van binnenuit. Het is de angst voor herhaling
van de na-oorlogsche inflatie, die plotseling het
hoofd heeft opgestoken. Inderdaad heeft Frankrijk
in de crisisjaren behoord tot de landen, die het minst
het evenwicht in de begrooting hebben gezocht in
bezuiniging, en het meest in verhooging van de
lasten. Aangezien de regeering-Daladier geen kans
meer zag uit de laatste bron nog veel te putten,
stelde zij een begrooting met drastische bezuini
gingen voor. En juist op die voorstellen is de regee
ring nu gewipt. Nu moet men die gebeurtenis niet
te tragisch opnemen wat de reëele beteekenis
voor de valuta betreft. In een land, met een be
langrijke buitenlandsche handelsbeweging, zou een
verhooging van de kosten van het staatsapparaat
de exportmogelijkheid kunnen verkleinen en dus
langs dien weg de munt in gevaar brengen, rnaar voor
Frankrijk lijkt die kans niet zoo groot. Indien de
bezuiniging niet doorgaat, behoeft dat nog niet
per se te beteekenen, dat men nu weer den Staat bij
de Banque de France crediet laat opnemen. Maar
Frankrijk kan zich nu eenmaal op dit gebied weinig
permitteeren. Het is belast met de zonde der vade
ren, hetgeen psychologisch van groeten invloed is,
en juist die invloed is het, die zich nu uit op den
franckoers. Daladier heeft waarschijnlijk onge
wild dat vuurtje aangewakkerd, toen hij tot
afschrikkingwekkend voorbeeld de inflatiejaren in
de herinnering terugriep, hopende daarmee den af
gevaardigden ontzag in te boezemen en ze voor de
financieele plannen der regeering te winnen.
Acuut gevaar is er voor den fvanc allerminst; de
goudvoorraad bedraagt nog steeds ongeveer 100%
van de biljettencirculatie. Waarbij komt, dat er be
trekkelijk weinig buitenlandsch kapitaal in Frank
rijk uitstaat. Opvorderbare, op korten termijn uit
gezette, gelden zijn zeker van geringen omvang,
maar zolfs het bezit van op de Fransche beurzen
genoteerde obligatiën in handen van buitenlanders
is niet zeer omvangrijk. Natuurlijk blijft er des
ondanks steeds de mogelijkheid van kapitaalvlucht
op groote schaal wanneer de inheemsche beleggers
angstig worden. Maar daartegen kan men zich
altijd te weer stellen, als men dat tenminste wil,
en er is toch maar een zeer kleine minderheid in
Frankrijk die, door passief te blijven, de valutatie
van den franc in de hand zou willen werken. Daar
voor vormen de spaarders een te groote categorie
stemmers. Maar de koersdaling heeft in elk geval
weer bewezen hoe labiel nog d^ mentaliteit is. en
hoe weinig men zich kan veroorloven zonder weer
een golf van wantrouwen uit te lokken.
Er waren intusschen meer sensa-ties op do wissel
markt. Verleden week Maandag een sprongsgewijze
stijging van den dollar tot een recordcijfer, dat niet
minder dan 13 % hooger lag dan de laagste koers
in begin October. Daarna woer een aftakeling met
sterke fluctuaties, die den koers" weer bijna op het
begin-October-peil bracht. De plotselinge stijging
van de vorige week hing wel zoo goed als zeker
samen' met contramincdekkingen, die op hun beurt
weer in het leven waren geroepen door de geruchten
over stabilisatie. De reeds eenige weken aangekon
digde onthullingen van Roosevelt op dat punt
bleven maar uit, hetgeen blijkbaar de speculanten
tenslotte nerveus maakte. Wat intusschen aller
minst iioodig was geweest.
Want eindelijk is j.l. Zondag de langverbeide ver
klaring van Roosevelt gekomen, maar als dat nog
noodig was dan is daaruit weer eens duidelijk ge
bleken, dat de Amerikaansche regeering voor niets
minder voelt dan voor stabilisatie. Dat is duidelijk
geweest van het verlaten van den gouden stan
daard in April af. Op de Londensche conferentie
werd die houding nog eens onderstreept. Slechts
een oogenblik scheen de dollarkoers als manipula
tiemiddel van de groothandelsprijzen de belangstel
ling der regeering te hebben verloren, n.l. toen zij
een nieuwe hobby had ontdekt in de N.I.R.A. In
Juli heeft toen de regeering doen verklaren, dat de
dollarnoteering niet meer een vitaal onderdeel van
haar actie uitmaakte, doch dat zij zich veeleer op
directe beïnvloeding van het bedrijfsleven via de
NIRA-actie wilde werpen. Maar daarin kwam
spoedig weer een frontverandering toen de andere
actie niet zoo vlot verliep. En nu heeft dan in zijn
laatste radiorede Roosevelt het eens en voor al
duidelijk gezegd. De regeering wil den dollarkoers
niet, althans voorloopig nog niet, vastleggen omdat
zij immers dien koers wil hanteeren als werktuig in
den strijd om verhooging van het prijsniveau.
En zij zal die taak nu tevens goed aanpakken.
Het koersverloop van den dollar werd tot nu toe
overgelaten aan de vrije marktontwikkeling" wat
natuurlijk niet wegneemt, dat via de uitlatingen der
regeering, die markt in hooge mate onder haar
psychologischen" invloed stond. Toch konden
plotselinge fluctuaties, als die waarvan ik melding
maakte, worden voorkomen. Blijkbaar wil Roose
velt niet langer kans loopen, dat de dollarkoers
capriolen maakt, die niet in het kader van zijn
politiek vallen. Vandaar dat men zich voortaan
niet meer zal vergenoegen met de
indirecte-koerscontrole - via - het - uitspreken - van - verwachtingen
doch directe machinatie van de wisselmarkt ter
hand zal nemen. Engeland heeft dat trouwens in
Juni 1932 ook al gedaan. Nu is het waar, dat de
motiveering tot de oprichting van het Exchange
Equalisation Fund alleen was de wensch om groote
koersschommelingen te vermijden. Terwijl de
goudaan- en verkoopen, die Roosevelt aankondigt,
openlijk de bedoeling hebben om den koers van den
dollar omhoog of omlaag te brengen, al naar dat het
de regeering wenschelijk voorkomt ter manipulatie
van het prijsniveau. Voorloopig zal dat dus wel zijn
door den dollarkoers te drukken, althans een stijging
te voorkomen. Maar wanneer men dat vergelijkt
met de activiteit van het Engelsche
nivelleeringsfonds dan is het verschil toch hoogstens gradueel.
Want de taak van uitsluitend nivelleering heeft
ook het Engelsche fonds al lang opgegeven. Gedu
rende het heele eerste halfjaar heeft de activiteit
zich er op gericht om den pondenkoers systematisch'
laag te houden. En toen half Augustus een daling
van den koers intrad, heeft het fonds zijn
nivelleeringstaak met opzet verzaakt omdat de daling zeer
gelegen kwam als tegenwicht tegen den dollarval.
Wat niet wegneemt, dat men in Amerika wel wat
minder scrupuleus te werk zal gaan en niet tegen
het grove werk zal opzien. Hetgeen de stabiliteit
der internationale verhoudingen wel weer niet ten
goede zal komen.
Nieuwe uitgaven
UU het Moeras! Bijdraf/e tot de studie der
Zuiderzeeproblemen, door W. H- v.
Zufphen. Technische Boekhandel. H. Stam.
Amsterdam.
Aanleiding tot deze brochure is geweest de rede
van Dr. H. Polak in de Eerste Kamer. De lijvige
brochure (ruim 200 blz. !) geeft, goed gedocumen
teerd, veel meer dan een bestrijding van deze
Kamerrede en bevat een gezonde kritiek op tal
van. reeds genomen of nog te nemen beslissingen
en maatregelen, benevens de historische ontwik
keling van het Zuiderzeeprobleem, een en ander
toegelicht met teekeningeri.
Chrisl'um Science als Sociaal Verschijnsel,
door Dr. L. P. van der Does. N.V. W. D.
Aleinenia. Detit.
..In deze studie worden theologische strijdvragen
niet behandeld noch wordt lang stil gestaan bij
het leven van Mrs. Eddy en de controversen die
hierbij ter sprake komen", vertelt ons het voor
woord.
De schrijver geeft een zeer objectieve uiteenzet
ting van de ontwikkeling van Ohristiari Science
en somt een serie verbijsterende feiten op, die een
sterk gevoel van onbehageüjkheid achterlaten. B.