De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 28 oktober pagina 19

28 oktober 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

W % De Groene Amsterdammer van 28 October 1933 19 kocht [hij vermagerings pillen En juist op avonden als deze vervolgde hij, na zich versterkt te hebben met een handvol pralines wanneer de sfeer van de herinnering aan onbezorgde kinderjaren ons weer omvat, wanneer wij, ik zou willen Keggen beter, vromer zijn dan in het gejaag en gejacht van eiken dag, dan straalt uit het licht om ons heen een boodschap.... een oproep.... de eeuwenoude kreet van het leven, uit het diepst-verholene van ons Ik " Hij had getracht om zijn betoog kracht bij te zetten door zijn rechter voet als in kinderlijk vertrouwen te laten rusten op haar linker, maar een kreet van pijn bracht tot zijne verfijnde intuïtie het besef, dat zijn gevoel hem te ver dreigde mee te sleepen. Als volleerd man van de wereld wist bij bet incident onopgemerkt te laten, terwijl hij, na met een half oog naar .den naderenden schenkknecht, haastig zqn tumbler champagne te hebben geledigd,. vervolgde: Tusschen twee verwante zielen is het een tasten en zoeken .paar dat verborgen kinderlijk Ik.... mijn Ik ....uw Ik " Het was mijn voet, dat weet u zeer goed.... t" zeide ze, minder scherp dan ze wellicht gewild had Zyn hand trilde, terwijl hij den knecht, die nog slechts vijf plaatsen van de zijne verwijderd was, discreet zijn glas tegemoet stak. Vergiffenis Bebecca.... l" stamel de hij. Ernestine verbeterde ze en voor u juffrouw de Haas als het u belieft l" Een ander dan Hendrik Barvoet zou zich wellicht uit het veld hebben laten slaan, maar hij, de gevierde correspondent-buitenland van Honig's Groothandel in Harsproducten, bad voor taaieren tegenstand gestaan. Hij schuwde geen refuus om zijn overtuiging ingang te doen vin den. n Om dan terug te keeren tot dien dag.... lang, lang geleden, toen een stralende lente ons lokte naar' het stadspark mij, met n voet op de eerste trede van den maatschappelijken ladder.... en u.... nauwe lijks ontloken, gelijk de bloemen langs mij D pad.... Ach.... hoeveel is er sindsdien veranderd.... en toch..... hoe weinig.... l" Schier onmerkbaar schoof ze een halve meter van hem af, maar er was een vreemd licht in zijn oogen, dat haar, met .een snelle blik naar een onderscheidingsteeken van kalkoensaus op zijn rechter jaslapel, deed herhalen: Hoe veel en toch.... hoe weinig " Christien zeide hij op ener gieken toon pardon ik bedoel juffrouw de Ruyter juffrouw de Haas meen ik, ach waar heb ik mijn gedachten Kent ge de geschie denis van den eenzamen Eskimo, Welhaast verkleumd in de koude van een schier eindeloozen winternacht, doch die, bij het eerste lichten van een dag, die een geheel leven zou worden, blij zijn harpoen zwaaide, en springend van schots op schots, het jonge gloren tegemoet, in de kille golven verdronken zou zijn, indien daar niet een Andere, eenzaam en .verkleumd als hij, en zelve radeloos van angst en honger haar laatste restje robbenvet " Een trek van deernis, of het mocht ook lichte walging zijn, deed hem plotseling zwijgen Tjasses.... robbenvet.... en u hebt al vier stukken pudding ge nomen. ..." Als een bliksemstraal drong het tot hem door, dat zijn beeld verkeerd ge kozen was, en dat ze vond, dat hij teveel gegeten had. Met een resoluut gebaar en een glimlach van vergees telijkte verachting voor het genotene duwde hij zijn geledigde bord van zich weg, maar stootte tegelijk een zilveren kandelaar omver, die klet terend een antieke WedgeWood vruchtenschaal in zijn val verbrijzelde. Hendrik Barvoet zag opeens de blikken van alle tafelgenooten op hem geiicfct. De echo van den Eskimo galmde na in een plotselinge stilte. Zijn buur vrouw zat niet meer naast hem doch onderhield zich, op een tiental meters afstand, en slechts van hem geschei den door een anderhalfsteensmuur, ongedwongen met den gastheer, dien hij -?Want zoo Weinig Weten wij wat de dag van morgen brengen zal in dit leven nog slechts enkele oogenblikken zou spreken, en dan nimmer, nimmer meer. Maar in dien nacht rijpte in hem het rampzalig denkbeeld dat over zijn verdere leven beslissen zou.... * ** Hendrik Barvoet ging zijn weg, die zwaar was, want hij had niet ontbeten, en ver, Want de eenige apotheek, die open was lag aan het andere eind van de stad. En daar kocht hij vermageringspillen vijfen-twintig doozen, ad ? 3.25 per stuk ... .den ganschen voorraad. En terwijl de stad in alle vroegte te leven begon.... boog Hendrik Bar voet zich in zijn kamer voor-en-achterWaarts, diepe kniebuiging en uitval schuins-rechts-voorwaarts: een-twee... een-twee-drie.... Hij leed een op zettelijke, doch niettemin vreeselijke honger. Wanneer hij diep gebroken door vas ten en 'uitvallen schuins-rechts-voor waarts, ten kantore verscheen, was telkens Weer een diepe rimpel meer zichtbaar op zijn droef aangezicht.... een tragische plooi mér te tellen in de draperie van aijn eertijds gelijk de kleerenmaker het in betere tijden placht uit te drukken aan de taille eenigszins aansluitend colbert. Het was zoo vervolgde dokter Warhooft ??in de eerste dagen van een voorjaar vol belofte, dat ik voor het eerst vernam van Hendrik Bar voet. Men liet mij roepen voor een spoedgeval en ik vond hem in het politiebureau met een blauw oog en een diepe snede in het voorhoofd welke, naar mij later bleek, gedaan was met een hneaal, althans een plat voorwerp met centimeter-ver deeling en n scherpe zijde, bestemd tot het trekken van lijnen.' Hij had gevochten met een typiste en twee klerken, en, hoewel mijn beroep dit niet vergde, kwam ik te weten, dat het gevecht een gevolg was geweest van zijn bitter humeur, dat hem er toe gebracht had met een Eemmington schrijfmachine van extra groot model te smijten. Zijn geval interesseerde mij, om het diep menschelijke van dit con flict. En zoo verdiepte ik mij in dat gevaf .. . .leerde binnendringen in de ont zettende obsessie, geboren in dien nacht met als ontroerende achter grond, die jeugdherinnering in het stadspark en de kinderlijke uitroep van Vette Carbonade...." Voor een psychiater een kluif om van te smullen.... voor mij, als vee-arts slechts een brok diepe men schelijke ellende.... Er ontstond een lange stilte, Waarin het Was. of een derde, onzichtbaar staande tusschen den verteller en mij, telde van: n-twee-, kniebuiging n twee.... Ik lees de vraag van uWe oogen, besloot dokter Warhoofd ... .het Was hem te zwaar.... Hij heeft het geluk niet gevonden.... Wanneer ge hem een stille groet wilt brengen.... den groet aan n, wiens beeld is uitgeschrapt van de bladzijden der ge schiedenis .... wel.... ga dan aan het einde der stad, Waar onder groene boomen een stil kerkhof ligt.... en ga dan zacht den eersten hoek om naar links, alvorens naar binnen te gaan en staar dan door de vensters van een klein, onaanzienlijk gebouw.. op welks verweerde gevel te lezen staat: Eerste Aanleg, J. Pieters. Verlof". Ge kunt hem daar meestal zien zitten: een zwaar persoon, met aanleg voor een plotselingen dood.... Op het politiebureau r > k."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl