De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 28 oktober pagina 4

28 oktober 1933 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De ,Groene~Amsterdammer van 28 October 1933 N o. 2943 Kleine reparaties Melis Stokc Teeteningen Harmsen van Beek Geen vinger De militaire reglementen schrijven voor, dat kleine reparaties door den man zelf behooren te geschieden. En aangezien reglementen van en voor mannen worden samengesteld met gezond verstand, be grijpt iedereen daaruit, dat het voorschrift betrek king heeft op ongecompliceerde brekage, zooals een afgevallen knoop of een gebroken schoenveter. Niemand zal het in zijn hoofd krijgen op grond van deze bepaling te eischen, dat de man reparatiën aal verrichten aan een stuk veldgeschut, een Zeisskjjker of een kabelballon. Daarover behoeft niet eens gesproken te worden. Dat wil zeggen Er zou niet over gesproken behoeven te worden indien de bepaling niet zulk een funeste werking had gekregen buiten het terrein waarvoor ze is bestemd. Namelijk het huishouden. De vrouw, het is algemeen bekend, is veeleischend. Te-veel eisenend. Veel te-veel eischend. Op het gebied van kleine reparatiën zoo goed als op alléandere gebieden. Wat de kleine reparatiën" betreft zijn er twee soorten vrouwen. De eene zegt bij elke gelegenheid: Ach, mijn man is zoo onhandig Voor elke kleinigheid moet ik n timmerman of een behanger of een loodgieter laten komen." De andere soort zegt: Blijf daar toch van af, je maakt alles kapot." Natuurlijk is er slechts óén soort vrouwen. De verscheidenheid van uiting is dan ook uitsluitend te verklaren uit het feit, dat er twee soorten mannen zijnDe beklagenswaardige vrouwen, die voor elke kleinigheid een werkman moeten ontbieden, hebben mannen die eerbied gevoelen voor het handwerk, mannen die zich ongaarne begeven op het terrein, waarop de skilled labour van anderen zich ver diensten heeft verworven. De niet minder beklagenswaardige vrouwen, die hun man toesnauwen er in 's hemelsnaam met zijn vingers af te bhjven, zijn getrouwd met opti misten die bij elke gelegenheid blijmoedig zeggen: Geef maar eens even hier" of Laat maar eens eventjes kijken." Vooropstellend dus, dat alle vrouwen ontevreden zijn over hun man en dat die nu eenmaal niets goed kan doen, rest ons niet anders dan het vraag stuk aan te grijpen bij de grondoorzaak: de hou ding van den man tegenover de kleine reparaties. De mannen, die geen vinger uitsteken voor een reparatie in hun huis, hebben in twee opzichten gelijk: technisch en economisch. In technischen zin omdat inderdaad het inslaan van een haak, het repareeren van een lekkende kraan, het herstellen,van behang, dingen zijn,dei heel wat minder eenvoudig zijn dan degene die zich nimmer op die gebieden bewogen heeft denkt. Diegene is dan natuurlijk weer de vrouw. Er is een ontzaglijk verschil in de techniek van het bevestigen van een haak in een steenen muur en een haak in een houten wand. De beoordeeling daarvan eischt kennis van materialen en hunne eigenschappen. Voo» de behandeling van een lekkende kraan komqn allerlei bijomstandigheden kijken, zooals de methoden voor het bereiken en hanteeren van hoofdkranen enz. Bij de behandeling van behang komen '.weer vraagstukken aan de orde met betrekking tot de eigenaardigheden van kleefstof. Dat is nlejt ieders werk en ervaring. In economischen zin hebben deze mannen gelijk omdat het nu eenmaal tot hun natuurlijke taak in deze maatschappelijke orde behoort om een deel van de door hen uit hét productiesysteem behaalde voordeelen ten goede te doen komen aan anderen. De hoofdarbeider, die een uur besteedt aan eene reparatie, die door den geoefenden handwerksman in tien minuten wordt verricht, remt de economi sche ontwikkeling. Maar de hoofdarbeider die m een uur voldoende verdient om niet alleen zich zelf en de zijnen te voeden, kleeden en verwarmen, Werkgelegenheid Handige mannen doch bovendien een handwerksman in de gelege-n heid stelt dat te doen, toont begrip omtrent zijne sociale verplichtingen. Uit een geheel anderen gezichtshoek moeten de z.g. handige" mannen worden beschouwd. Ook zij hebben gelijk en wel om eveneens twee redenen. Uit een oogpunt van efficiency en op grond van autarkische principes. Een man die onmiddellijk zegt: Geef maar es' eventjes hier" en Laat me maar eens kijken" komt in de meeste gevallen niet tot het resultaat dat uithoofde van den tooninhoud van zijn aankondiging verwacht kan worden. iq| Deze toch drukt een zekere onafhankelijk heidsverklaring uit ten aanzien van den arbeider. Hij is onontvankelijk voor looneischen en stakingsdwang en is gesneden uit het hout van hen die kapitaal vormen. Verzwakt is zijn standpunt slechts door de verschijnselen van de huidige conjunctuur, die rendabele belegging van op deze wijze gevormd kapitaal vrijwel uitsluit, doch integendeel zulk kapitaal ten goede doet komen aan overheidsleeningen ten behoeve van steun- of werkverschaf fing. Het door hem den handarbeider onthouden loon wordt dus in den een of anderen vorm zonder rendement door hem behouden ofwel het komt langs den omweg van een obligatieleening den werkman weer ten goede als steunuitkeering (behoudens het deel dat in den loop van dit proces als ambtelijke werkverschaffing blijft hangen). Uit het oogpunt van autarkie benadert het zelfrepareeren de thans noodgedwongen algemeen Boekbespreking Proza en Poëzie van Oud-Java, door dr. C. HooyJcaas. Uitg. N.V. P. Noordhof f f Groningen-Batavia. ,,Vol eerbied richte zich de hulde van den dichter tot het schoon' in al zijn vormen en verschijningen. Bij deze bede mogen als offerkorrels worden aangewend de letters, als wierook de wolkjes aan 't uitspansel, als bidschel het gegons der bijen op de bloemen. O Liefde god, moogt Gij verhooring schenken aan de klachten van wie opgaan in het schoonp; Gij zijt de stiller van het sloopende verdriet; Gij zijt van alles wat ontroering; schenkt zoowel de afkomst als bestemming; Gij zijt de groote sluiter van eiken band der innigheid. Want bij de zee zijt Gij het die den mensch door dringt van-Uwe majesteit, en bij de bergen geeft Gif het schoone vergezicht; voor de verliefden toeft Gij in het luchtruim, voor de mijmeraars in de schemering,, voor de schoonheidsminnaars in de dampen van de zee. En in den strijd zijt Gij de jonge, wakkere leeuw van een held, en in de dichtkunst zijt Gij het rhythme steeds wordt Gij erkend te zijn de vaste, ware tooverspreuk. God Kama is Uw naam, die steeds genoemd wordt over de geheele wereld." Dit is de inzet van het dichtwerk Smèra-Dahana, een der oer-oude Javaansche verzen uit dezen prachtigen bundel. Deze aanhaling moge een denkbeeld geven van den trant dezer liederenHet is niet mijn taak in deze kolommen beschou wingen over dichtkunst te schrijven, en al waredit wel het geval, ik zou mij niet bij machte moeten verklaren deze poëzie die sinds duizend jaren. verworteld is met het innigste van geest, hart en. religie van een mij vreemd en ver volk, te ,,beoordeelen", gesteld al dat iemand van 1933 daar ook maar het recht toe had. Ben geheele Oostersche wereld met hare diepste gedachten, hare meest magistrale dichtkunst, hare godsdienst en folklore ligt in zulk een betrekkelijk onaanzienlijk trekje (al te onaanzienlijk, mijnheer de Uitgever) voor onze onwennige "Westersche en twintigsteeeü-wsche oogen. Wat de leek allén kan zeggen isdit: dat hij zér diep genoten heeft van dit wonderbaarlijk-schoone en verhevene en dat hij hél stilletjes bij zich zelve de vraag gesteld heeft, of na nog eens duizend jaren wat wij nu dichtkunst noemen denzelfden glans voor de dertigsteeeuwers zal hebben, als dit voor ons heeft. E. ELIAS. gevolgde principes van de gesloten huishoudingMen maakt zich aan den eenen kant onaf hankelijk. van invoer van vreemde arbeidskrachten maar dwingt zich anderzijds tot een verlaagd levenspeil in verband met den aan de reparatie ten koste gelegden tijd, die anders productief gemaakt bad kunnen worden aan levensgenot van het gezin of in materieelen zin. Er is echter nog een derde oorzaak waarom de , ,Laat-me-maar-eens-even-kijken-mannen'' nuttig: werkzaam zijn: veelal toch heeft hun bemoeienistot rechtstreeks gevolg, dat de werkgelegenheid van den handarbeider verruimd wordt. Een halfkapotte kraan maken ze heelemaal kapot. Een baak slaan ze zoo slecht in een steenen muur, dat, behalve de timmerman, ook de metselaar een. kansje krijgt, en de plaatselijke reparatie aan het behang wordt in de meeste gevallen zoodanig gedelocaliseerd dat de behanger een grootere opdracht krijgt dan hij anders verwacht zou kunnen. hebben. Een pijnlijk gevolg van de houding der eerste mannen zoowel als van die uit de tweede categorie is, dat zij zich de volstrekte minachting van hunne vrouwen op den hals halen. Want minstens even erg als de klacht van de vrouw wier man nooit een vinger uitsteekt" is die van de tweede vrouw, die verzekert, dat er toch niets van terecht komt. Maar hier komen we op een terrein dat niet meer te benaderen is voor de mannelijke zuivere rede: het psychologische, waarvan slechts verklaard kan worden dat de man nu eenmaal in de oogen van zijn vrouw nooit iets goeds kan verrichten. De eenige oplossing is dan ook, dat men naar eigen inzicht de marge tusschen profijt uit hoofde van eigen productiecapaciteit en directe of indi recte werkverschaffing zoodanig stelt, dat ze de grootst mogelijke ruimte laat voor moreel-rendabelebeleggingen voor den huiselijken vrede.. . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl