De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 28 oktober pagina 9

28 oktober 1933 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Bioscopy L. J. Jordaan '? --> Victor Fleming: Tbe White Sister". De [film is een gebied waar men van oudsher geducht op zjjn woorden moet passen. Het was «en. der eenvoudigste zaken van de wereld, dat dit nieuwe internationale bedrijf een nieuw idioom met zich^zou brengen. Wij hebben hetzelfde verschijnsel bjjdentriomftocht van den motor gezien: iedereen weet tegenwoordig wat een carburator is *n een choke iedereen spreekt van dimmen en «aleeren.... ook zij die nooit een auto bestuurden. Het ^eerste protest tegen deze internationale vaktermen moet nog gehoord worden. Niet aldus bij jde film, waar nu blijkbaar eeuwig en altijd naar twistappela gezocht wordt. Het woord film is gepermitteerd waarschijnlijk omdat het afgrijselijke rolprent" gode zij dank nooit popu lair kon worden. Ook de termen: studio en close-up werden aanvaard, hoewel hier toch redelijke ?equivalenten bestonden als film-atelier en nabijOpname. Uit den booze is echter het woord: montage,, als behoorende tot een pedant vak jargon" of groot-doenerige geheimtaal". Waarom in 's hemelsnaam? Moeten wij bijgeval van knipsel" of snede" spreken (?Schnitt")? Of ?wellicht van beeldopvolging," dat onjuist dan ?wel van plakking", dat kleverig is? Of is het ?wellicht heelemaal verboden op een element te zinspelen, dat voor de filmconstractie precies even belangrijk is als de camera en de speler op straffe van voor pedant en geleerd uitgemaakt te worden? In de laatste jaren der zwijgende film ?ontstond een filmproces, dat geheel zonder acteurs vaak zelfs zonder levend materiaal in welken vorm ook, tot stand kwam. Men kon de bedrijvers ?dezer eigenzinnigheden bezwaarlijk regisseurs" noemen?het ging toch niet aan om I vens te compli menteeren over de wijze waarop hij zijn heipalen «n. zandgrijpers regisseerde", noch Moll over zijn regie" van kristallen en pantoffeldiertjes. Uit Frankrijk kwam toen voor dergelijke lieden het ?woord cineast" overwaaien een woord dat niemand iets kon schelen, doch hetwelk dankbaar aanvaard werd nademaal het kind nu eenmaal een naam moest hebben. Goeie genade wat is over deze simpele aanduiding een spectakel ge maakt l Het merkwaardige is daarbij nog, dat het ikier om zeer eenvoudige en ondubbelzinnige begripsbenamingen ging, terwijl een niet onbe langrijke maar onjuiste of verwarrende nomen clatuur onaangetast bleef. Geen eenvouds-apostel «lacht erover te protesteeren tegen den naam documentaire", die door het gangbare begrip leerfilm" volstrekt niet gedekt wordt. Nog gekker staat het met de term cultuur-film" een even vage als hoogdravende benaming, die wij in vredesnaam maar hebben geaccepteerd als tegen stelling met de speelfilm". En nu wij het er toch over hebben wat is eigenlijk een speel"-film? * * * speelfilm ia een film waarin gespeeld wordt voila tout! Maar waarom is dan Potemkin", waarin de individuen geen zier mér te spelen" hadden dan zij in enerallinie" en Turksib" 4eden, wél een speelfilm en deze laatste twee films niet? Moeten wij wellicht van Verhaalfilms" spreken en zoo ja, wie neemt dan dit nieuwe bedenksel voor zijn rekening? Nee |?het is jmet ons filmwoordenboek voor eenvoudigen en on-eenvoudigen nog een janboel en wie aanmerking wil maken kan waarachtig wel gemotiveerder aanleiding vinden, dan het dood-onschuldige montage" en cineast". Bu zoolang we nog in dit stadium verkeeren neem ik de vrijheid het algemeen ingevoerde en geaccre diteerde begrip speelfilm" een nieuwe, althans engere, beteekenis toe tejvoeren.... dezuiveraars en eenvouds-kampers kunnen dan hun hart ophalen. ijOnder een spsaP'-film (let op de listige aanhalingsteekens f) zou ik de film willen verstaan waarin het meer om het spelen" dan om de film" te doen is waarinjm.a.w. de heele grap begonnen werd om bepaalden individuen gelegenheid te geven hun bekwaamheid in het filnwpel" te toonen. Het zal ieder duidelijk zijn, dat in dien zin b.v. 20.000 jaar in Sing-Sing" geen speelfilm kan heeten het zeer kennelijke doel was hier n.l. de schildering van bepaalde toestanden. Moeiijker te aanvaarden is wellicht de consequentie, dat, aldus opgevat, ook Golddiggèrs" geen speel"-film is en zelfs Cavalcade" niet Voor deze titulatuur in aanmerking komt. Waarom <niet? Wel, omdat in de eerste het spel met de camera domineerde en bg de laatste de realisatie van een idee oneindig belangrijker was. Misschien klinkt het erg geleerd het zij zoo: ik kan het niet-helpen. Maar wat is nu wél een?speeP'-film? Speelfilms in dien zin waren alle Jannings-films een speeP'-film is ook Fleming's The white sister". Laat ik er meteen bijvoegen dat dit nieuwe ge bruik van een bekende term niet enkel als woorden ....?spel" bedoeld is. Wij staan hier voor een interessant verschijnsel in de steeds gevarieerder wordende filmproductie een verschijnsel, dat de moeite vaa een nader bekijken stellig loont. * * * Ben jaar "of wat geleden zouden wij het genre in zijn geheel zonder vorm van proces verworpen hebben. De speeP'-film beteekende toen een stuk-gespeelde" film een vorm van gefoto grafeerd tooneel, die even zin-loos als leelijkwas, omdat zij met film als zoodanig niets temaken had. Sinds eenigen tijd echter heeft zich dit geportret teerde melodrama verfijnd tot iets anders, dat Weliswaar tusschen film en tooneel inligt, maar wel jWezenhjk en waarlijk geen tooneel meer is. Ik .doel hier op subtiliteiten op delicate wendingen in stem en gebaar, die aan het theater volkomen ontgroeid zijn. Het betreft hier een spel van imponderabilia, die tezamen een ander re gister opentrekken dan het .gedeclameerde tooneel-woord. Wij betreden een terrein dat zijn juiste toepassing nog zoekt, maar dat in dezen geadapteerden vorm reeds duidelijk zijn groote perspec tieven toont. Klassiek blijft in dit opzicht altijd nog het voorbeeld van de scène tusschen Cooper en Dietrich in Sternberg's ,,Marokko" dat onbegrijpelijk subtiele weefsel van eenzame woorden, suizende stilten en kleine gebaren. Nu staan wij hier in The white sister" voor een nieuwe poging in deze richting. De aanduiding als speeP'-film zal wel nauwelijks toelichting ' behoeven. Niemand zal willen beweren, dat deze simpele historie van het bekrompen opgevoede jonge meisje hetwelk den sluier aanneemt, omdat zij haar verloofde dood waant en tenslotte haar gelofte trouw blijft wanneer deze minnaar toch nog springlevend terugkeert dat deze Gartenlaube"-sentimentaliteit het weinig verheven doel dezer film zou zijn. Zelfs de bioscoop is aan der gelijke verhalen als noviteit, ontgroeid. Ook is hier van een origineelen filmbouw of van een fascineerend cameraspel zeer gedecideerd geen sprake. Wat er aan sfeer- en milieu-schildering werd ingelascht (de zeer geslaagde carnaval-episode b.v.) is zuiver bijzaak. Veeleer werd hier doelbewust en onomwonden gezocht naar een schema, waarin voor een fijn en doordacht filmspel door daarvoor uitgezochte sujetten, gelegenheid was. En ziehier nu de eigenaardige belangrijkheid van zulke experimenten. Zij tasten naar de eigen. lijke waarde van het nog zoo vage begrip filmspel". Wij hebben met de excessen vrijwel afge rekend ook de grofste intuïtie zal u zeggen, dat Janningsen" geen film meer is. Maar per slot van rekening kunnen wij het gemimaerde affect evenmin missen, als de camera-instelling, de be lichting of de.... hm !.... de montage. Wij hebben reeds voldoende geleerd tot welk een wonderlijk gevoelig instrument de mensch onder het camera-oog kan worden, om niet in te zien, dat ook dit oorspronkelijk element der filmcon ceptie grondig bestudeerd en gekend dient te worden. In The white sister" werd de proef genomen met Helen Hayes, gesecundeerd door Clark Gable. Wat Helen Hayes betreft, zij vormt juist daarom zulk een zuiver en interessant specimen, omdat zij enkel en alleen van haar spel-capaciteiten afhankelijk is. Deze ras-tooneelspeelster met haar rijke mimische talenten, mist volkomen dat eigenaardige mysterieuse element, dat wij film persoonlij kheid" noemen. Wat een Garbo, een Dietrich, een Veidt tot het centrum van onze aandacht maakt zoodra zij op het doek verschijnen, ontbeert Hayes ten ea.nenmile. Het moet voor psychologen een interessants studie zijn, uit te maken waarom dit toch au fond fijn-gevormle en onbeduidend bhjft, zoolang de acteurs-intelligentie. het niet bezielt. Garbo verschijnt en zij boeit ons, onafhankelijk van rol en handeling. Hayes ver schijnt en zij doet ons niets maar niet zoodra is een situatie geschapen, moet een karakter ge markeerd worden of haar masker komt tot leven. In dit opzicht staan de twee uiterste mogelijk heden waarover het filmsujet beschikt: persoon lijkheid en de techniek van gebaar en expressie, nog als contrasten tegenover elkaar. Het experi menteeren met de eene, zoowel als de andere beteekent het zoeken naar de harmonische com binatie van beide. Onloochenbaar is het, dat Hayes zich snel en goed aan de subtiliteit der film heeft aangepast. Was haar Madeion Claudet" met de Kniertjes* ellende, de touwen pruik en de houtskoolrimpels nog een onverbloemde Broadway-transformatie, zoo beteekende haar creatie in A farewell to arms", hoewel zwak, toch reeds een verfijning en ver dieping. Als Angela Chiaronionte in The white sister" zijn dit filmbesef en deze zelfbeheersching tot nagenoeg vlekkelooze perfectie gestegen. Haar afscheidsscènetje met Clark Gable, met het fijne gezichtje boven den grooten bloemruiker, getuigt van een volkomen begrip der filmmaterie en een juiste beheersching van mimische en accoustische middelen. Merkwaardigerwijs lijdt haar partner, Clark Gable aan hetzelfde euvel. Zijn ietwat blomzoet gezicht (curieus genoeg eveneens met te wijduiteenstaande oogenl) lijkt naast den filmischen kop van Lewis Stone, aanvankelijk een onover komelijke handicap. Maar weldra bemerkt men, dat een perfecte techniek en een getramde filmintuïtie zelfs over zulk een ernstig bezwaar ver mogen heen te spelen". Zijn Giovanni Severi is levendig, goed volgehouden en vaak ontroerend. Evenals bij Hayes hebben wij hier te doen met een voortreffelijke technische p'restatie, die de nog zoo duistere wetten van de film-expressie een belangrijken stap nader brengt. Curieus is het, naast deze uitstekende en er kende cracks", plotseling het wonder der filmpersoonlijkheid te ontdekken daar, waar men heft geheel niet zou verwachten. Er komt in deze film een bij -rolletje voor volkomen secundair en tweede -plansch het is de Father Saracinesca" van zekeren heer Edward Arnold. Eilieve let asjeblieft eens op dezen.... speler". Gij zult tot uw verbazing bemerken, dat van het eerste oogenblik af, dit personage uw aandacht vast houdt. Stem, gebaar, houding. . . . persoonlijk heid het overtuigt en boeit, door een zekerheid die van geen speltechniek schijnt te weten. Waar zij verschijat, domineert deze figuur eenvoudig bij de gratie van haar daar zijn. Zoo werd in haar geheel ,,The white sister" een zeer geslaagd spel met het spel. Misschien had ik u moeten vertellen van de perikelen der Witt» non ^van het gezonde amusement dezer film of van haar menschelij kheid? Men zoeke dit in eenvoudiger verslagen. G. W. Pabst: Don Qnichotte". Roxy Bij 1 het ter perse gaan van dit nummer is het alweer eenige maanden geleien, dat Pabst's Don Quichotbe" haar eerste persvoorstelling in Amsterdam beleefde de publiekvoorstelling zet eerst morgen (Vrijdag) in. Vóór mij ligt een be schouwing, heet van den naald in Augustus ge schreven, bestemd om bij de première te ver schijnen.... ik heb haar achtergehouden1! Bij het overlezen rijzen tusschen de critische zinnen door de herinneringsbeelden op ? beelden van een zeldzame fotografische schoonheid. Onver gelijkelijke landschappen bonte kleurige msnscheastoeten pittoreske bouwwerken .... alles tezamen een weelde van camera- en ensceneeringskunst. En boven alles uittorenend de mach tige gestalte van Chaliapine vreemde eend in deze bijt. Een wonderlijke combinatie, deze drie uiteenloopende grootheden: Pabst, de film en Chaliapine I Een heterogeen mixtum: de regisseur van Kameradschaft", het medium van de delicate nuanceering en de exuberante operaheld. En het resultaat van deze gewaagde samenwerking dat niets minder wil voorstellen dan een van de grootste klassieken der wereldlitteratuur ! Ik herlees mijn indrukken en er domineert een zekeren twijfel ? een tegenspraak tusschen de nuchtere critische woorden en het visioen der imposante filmfantasieën. Kort en goed: ik leg het stuk ter .zijde. Per slot van rekening is een film van Pabst een zoodanige gebeurtenis dat het oordeel van den criticus vast dient te staan. Ik ga eerst de film nog eenmaal zien !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl