Historisch Archief 1877-1940
Bioscopy L. J. Jordaan
'? --> Victor Fleming: Tbe White
Sister".
De [film is een gebied waar men van oudsher
geducht op zjjn woorden moet passen. Het was
«en. der eenvoudigste zaken van de wereld, dat dit
nieuwe internationale bedrijf een nieuw idioom
met zich^zou brengen. Wij hebben hetzelfde
verschijnsel bjjdentriomftocht van den motor gezien:
iedereen weet tegenwoordig wat een carburator is
*n een choke iedereen spreekt van dimmen en
«aleeren.... ook zij die nooit een auto bestuurden.
Het ^eerste protest tegen deze internationale
vaktermen moet nog gehoord worden. Niet aldus
bij jde film, waar nu blijkbaar eeuwig en altijd
naar twistappela gezocht wordt. Het woord film
is gepermitteerd waarschijnlijk omdat het
afgrijselijke rolprent" gode zij dank nooit popu
lair kon worden. Ook de termen: studio en close-up
werden aanvaard, hoewel hier toch redelijke
?equivalenten bestonden als film-atelier en
nabijOpname. Uit den booze is echter het woord:
montage,, als behoorende tot een pedant vak
jargon" of groot-doenerige geheimtaal". Waarom
in 's hemelsnaam? Moeten wij bijgeval van
knipsel" of snede" spreken (?Schnitt")? Of
?wellicht van beeldopvolging," dat onjuist dan
?wel van plakking", dat kleverig is? Of is het
?wellicht heelemaal verboden op een element te
zinspelen, dat voor de filmconstractie precies even
belangrijk is als de camera en de speler op
straffe van voor pedant en geleerd uitgemaakt
te worden? In de laatste jaren der zwijgende film
?ontstond een filmproces, dat geheel zonder acteurs
vaak zelfs zonder levend materiaal in welken
vorm ook, tot stand kwam. Men kon de bedrijvers
?dezer eigenzinnigheden bezwaarlijk regisseurs"
noemen?het ging toch niet aan om I vens te compli
menteeren over de wijze waarop hij zijn heipalen
«n. zandgrijpers regisseerde", noch Moll over zijn
regie" van kristallen en pantoffeldiertjes. Uit
Frankrijk kwam toen voor dergelijke lieden het
?woord cineast" overwaaien een woord dat
niemand iets kon schelen, doch hetwelk dankbaar
aanvaard werd nademaal het kind nu eenmaal
een naam moest hebben. Goeie genade wat is
over deze simpele aanduiding een spectakel ge
maakt l
Het merkwaardige is daarbij nog, dat het
ikier om zeer eenvoudige en ondubbelzinnige
begripsbenamingen ging, terwijl een niet onbe
langrijke maar onjuiste of verwarrende nomen
clatuur onaangetast bleef. Geen eenvouds-apostel
«lacht erover te protesteeren tegen den naam
documentaire", die door het gangbare begrip
leerfilm" volstrekt niet gedekt wordt. Nog gekker
staat het met de term cultuur-film" een even
vage als hoogdravende benaming, die wij in
vredesnaam maar hebben geaccepteerd als tegen
stelling met de speelfilm".
En nu wij het er toch over hebben wat is
eigenlijk een speel"-film?
* *
*
speelfilm ia een film waarin gespeeld wordt
voila tout! Maar waarom is dan Potemkin",
waarin de individuen geen zier mér te spelen"
hadden dan zij in enerallinie" en Turksib"
4eden, wél een speelfilm en deze laatste twee
films niet? Moeten wij wellicht van
Verhaalfilms" spreken en zoo ja, wie neemt dan dit nieuwe
bedenksel voor zijn rekening?
Nee |?het is jmet ons filmwoordenboek voor
eenvoudigen en on-eenvoudigen nog een janboel
en wie aanmerking wil maken kan waarachtig
wel gemotiveerder aanleiding vinden, dan het
dood-onschuldige montage" en cineast". Bu
zoolang we nog in dit stadium verkeeren neem ik
de vrijheid het algemeen ingevoerde en geaccre
diteerde begrip speelfilm" een nieuwe, althans
engere, beteekenis toe tejvoeren.... dezuiveraars
en eenvouds-kampers kunnen dan hun hart ophalen.
ijOnder een spsaP'-film (let op de listige
aanhalingsteekens f) zou ik de film willen verstaan
waarin het meer om het spelen" dan om de film"
te doen is waarinjm.a.w. de heele grap begonnen
werd om bepaalden individuen gelegenheid te
geven hun bekwaamheid in het filnwpel" te
toonen. Het zal ieder duidelijk zijn, dat in dien
zin b.v. 20.000 jaar in Sing-Sing" geen speelfilm
kan heeten het zeer kennelijke doel was hier
n.l. de schildering van bepaalde toestanden.
Moeiijker te aanvaarden is wellicht de consequentie, dat,
aldus opgevat, ook Golddiggèrs" geen speel"-film
is en zelfs Cavalcade" niet Voor deze titulatuur in
aanmerking komt. Waarom <niet? Wel, omdat in
de eerste het spel met de camera domineerde en
bg de laatste de realisatie van een idee oneindig
belangrijker was. Misschien klinkt het erg geleerd
het zij zoo: ik kan het niet-helpen.
Maar wat is nu wél een?speeP'-film? Speelfilms
in dien zin waren alle Jannings-films een
speeP'-film is ook Fleming's The white sister".
Laat ik er meteen bijvoegen dat dit nieuwe ge
bruik van een bekende term niet enkel als woorden
....?spel" bedoeld is. Wij staan hier voor een
interessant verschijnsel in de steeds gevarieerder
wordende filmproductie een verschijnsel, dat
de moeite vaa een nader bekijken stellig loont.
* *
*
Ben jaar "of wat geleden zouden wij het genre
in zijn geheel zonder vorm van proces verworpen
hebben. De speeP'-film beteekende toen een
stuk-gespeelde" film een vorm van gefoto
grafeerd tooneel, die even zin-loos als leelijkwas,
omdat zij met film als zoodanig niets temaken had.
Sinds eenigen tijd echter heeft zich dit geportret
teerde melodrama verfijnd tot iets anders, dat
Weliswaar tusschen film en tooneel inligt, maar
wel jWezenhjk en waarlijk geen tooneel meer is.
Ik .doel hier op subtiliteiten op delicate
wendingen in stem en gebaar, die aan het theater
volkomen ontgroeid zijn. Het betreft hier een spel
van imponderabilia, die tezamen een ander re
gister opentrekken dan het .gedeclameerde
tooneel-woord. Wij betreden een terrein dat zijn juiste
toepassing nog zoekt, maar dat in dezen
geadapteerden vorm reeds duidelijk zijn groote perspec
tieven toont. Klassiek blijft in dit opzicht altijd
nog het voorbeeld van de scène tusschen Cooper
en Dietrich in Sternberg's ,,Marokko" dat
onbegrijpelijk subtiele weefsel van eenzame
woorden, suizende stilten en kleine gebaren.
Nu staan wij hier in The white sister" voor
een nieuwe poging in deze richting. De aanduiding
als speeP'-film zal wel nauwelijks toelichting
' behoeven. Niemand zal willen beweren, dat deze
simpele historie van het bekrompen opgevoede
jonge meisje hetwelk den sluier aanneemt, omdat
zij haar verloofde dood waant en tenslotte haar
gelofte trouw blijft wanneer deze minnaar toch
nog springlevend terugkeert dat deze
Gartenlaube"-sentimentaliteit het weinig verheven doel
dezer film zou zijn. Zelfs de bioscoop is aan der
gelijke verhalen als noviteit, ontgroeid. Ook is
hier van een origineelen filmbouw of van een
fascineerend cameraspel zeer gedecideerd geen sprake.
Wat er aan sfeer- en milieu-schildering werd
ingelascht (de zeer geslaagde carnaval-episode b.v.)
is zuiver bijzaak. Veeleer werd hier doelbewust
en onomwonden gezocht naar een schema, waarin
voor een fijn en doordacht filmspel door daarvoor
uitgezochte sujetten, gelegenheid was.
En ziehier nu de eigenaardige belangrijkheid
van zulke experimenten. Zij tasten naar de
eigen. lijke waarde van het nog zoo vage begrip
filmspel". Wij hebben met de excessen vrijwel afge
rekend ook de grofste intuïtie zal u zeggen, dat
Janningsen" geen film meer is. Maar per slot
van rekening kunnen wij het gemimaerde affect
evenmin missen, als de camera-instelling, de be
lichting of de.... hm !.... de montage. Wij
hebben reeds voldoende geleerd tot welk een
wonderlijk gevoelig instrument de mensch onder
het camera-oog kan worden, om niet in te zien,
dat ook dit oorspronkelijk element der filmcon
ceptie grondig bestudeerd en gekend dient te
worden.
In The white sister" werd de proef genomen
met Helen Hayes, gesecundeerd door Clark
Gable. Wat Helen Hayes betreft, zij vormt juist
daarom zulk een zuiver en interessant specimen,
omdat zij enkel en alleen van haar spel-capaciteiten
afhankelijk is. Deze ras-tooneelspeelster met haar
rijke mimische talenten, mist volkomen dat
eigenaardige mysterieuse element, dat wij film
persoonlij kheid" noemen. Wat een Garbo, een
Dietrich, een Veidt tot het centrum van onze
aandacht maakt zoodra zij op het doek verschijnen,
ontbeert Hayes ten ea.nenmile. Het moet voor
psychologen een interessants studie zijn, uit te
maken waarom dit toch au fond fijn-gevormle en
onbeduidend bhjft, zoolang de acteurs-intelligentie.
het niet bezielt. Garbo verschijnt en zij boeit ons,
onafhankelijk van rol en handeling. Hayes ver
schijnt en zij doet ons niets maar niet zoodra
is een situatie geschapen, moet een karakter ge
markeerd worden of haar masker komt tot leven.
In dit opzicht staan de twee uiterste mogelijk
heden waarover het filmsujet beschikt: persoon
lijkheid en de techniek van gebaar en expressie,
nog als contrasten tegenover elkaar. Het experi
menteeren met de eene, zoowel als de andere
beteekent het zoeken naar de harmonische com
binatie van beide.
Onloochenbaar is het, dat Hayes zich snel en
goed aan de subtiliteit der film heeft aangepast.
Was haar Madeion Claudet" met de Kniertjes*
ellende, de touwen pruik en de houtskoolrimpels
nog een onverbloemde Broadway-transformatie,
zoo beteekende haar creatie in A farewell to arms",
hoewel zwak, toch reeds een verfijning en ver
dieping. Als Angela Chiaronionte in The white
sister" zijn dit filmbesef en deze zelfbeheersching
tot nagenoeg vlekkelooze perfectie gestegen. Haar
afscheidsscènetje met Clark Gable, met het fijne
gezichtje boven den grooten bloemruiker, getuigt
van een volkomen begrip der filmmaterie en een
juiste beheersching van mimische en accoustische
middelen.
Merkwaardigerwijs lijdt haar partner, Clark
Gable aan hetzelfde euvel. Zijn ietwat blomzoet
gezicht (curieus genoeg eveneens met te
wijduiteenstaande oogenl) lijkt naast den filmischen
kop van Lewis Stone, aanvankelijk een onover
komelijke handicap. Maar weldra bemerkt men,
dat een perfecte techniek en een getramde
filmintuïtie zelfs over zulk een ernstig bezwaar ver
mogen heen te spelen". Zijn Giovanni Severi is
levendig, goed volgehouden en vaak ontroerend.
Evenals bij Hayes hebben wij hier te doen met een
voortreffelijke technische p'restatie, die de nog
zoo duistere wetten van de film-expressie een
belangrijken stap nader brengt.
Curieus is het, naast deze uitstekende en er
kende cracks", plotseling het wonder der
filmpersoonlijkheid te ontdekken daar, waar men
heft geheel niet zou verwachten. Er komt in deze
film een bij -rolletje voor volkomen secundair en
tweede -plansch het is de Father Saracinesca"
van zekeren heer Edward Arnold. Eilieve let
asjeblieft eens op dezen.... speler". Gij zult
tot uw verbazing bemerken, dat van het eerste
oogenblik af, dit personage uw aandacht vast
houdt. Stem, gebaar, houding. . . . persoonlijk
heid het overtuigt en boeit, door een zekerheid
die van geen speltechniek schijnt te weten. Waar
zij verschijat, domineert deze figuur eenvoudig
bij de gratie van haar daar zijn.
Zoo werd in haar geheel ,,The white sister" een
zeer geslaagd spel met het spel. Misschien had ik
u moeten vertellen van de perikelen der Witt»
non ^van het gezonde amusement dezer film
of van haar menschelij kheid? Men zoeke dit in
eenvoudiger verslagen.
G. W. Pabst: Don Qnichotte". Roxy
Bij 1 het ter perse gaan van dit nummer is het
alweer eenige maanden geleien, dat Pabst's
Don Quichotbe" haar eerste persvoorstelling in
Amsterdam beleefde de publiekvoorstelling zet
eerst morgen (Vrijdag) in. Vóór mij ligt een be
schouwing, heet van den naald in Augustus ge
schreven, bestemd om bij de première te ver
schijnen.... ik heb haar achtergehouden1!
Bij het overlezen rijzen tusschen de critische
zinnen door de herinneringsbeelden op ? beelden
van een zeldzame fotografische schoonheid. Onver
gelijkelijke landschappen bonte kleurige
msnscheastoeten pittoreske bouwwerken .... alles
tezamen een weelde van camera- en
ensceneeringskunst. En boven alles uittorenend de mach
tige gestalte van Chaliapine vreemde eend in
deze bijt. Een wonderlijke combinatie, deze drie
uiteenloopende grootheden: Pabst, de film en
Chaliapine I Een heterogeen mixtum: de regisseur
van Kameradschaft", het medium van de delicate
nuanceering en de exuberante operaheld. En het
resultaat van deze gewaagde samenwerking dat
niets minder wil voorstellen dan een van de
grootste klassieken der wereldlitteratuur !
Ik herlees mijn indrukken en er domineert een
zekeren twijfel ? een tegenspraak tusschen de
nuchtere critische woorden en het visioen der
imposante filmfantasieën. Kort en goed: ik leg
het stuk ter .zijde. Per slot van rekening is een
film van Pabst een zoodanige gebeurtenis dat het
oordeel van den criticus vast dient te staan.
Ik ga eerst de film nog eenmaal zien !