De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 4 november pagina 19

4 november 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2944 De Groene Amsterdammer van 4 November 1933 19 Uit het kladschrift van Jantje Croquante croquetjes Alida Zevenboom Als u nu op het trapleertje gaat staan.... dan zal ik het vasthouden.... zoo.. verrek u uw eigen nu niet.... kan u er bij ? en nu dit portretje nog.... past u op, dat u niet te hard slaat, anders slaat u mijn linkerbuur man een gat in zijn achterhoofd.... ach, wat een lief gezicht.... is dat van uw overleden vrouw.... ? U moet namelijk weten, dat ik dien meneer van het emeersel van Pietje maar genomen heb, zestig gulden in de maand en Zondags is hij er niet, dan. eet hij bij zijn kindden en vlug als hij is.... zoo de trapleer op en zoo er af om de familie-portretten op "te hangen.... die overleden vrouw van ?hem is net een gorilla en hoe zoo'n knappe man als hij daar ooit zin in heeft kunnen krijgen.... maar daar moet je man voor zijn.... daar sta je altijd van te kijken dat de knapste mannen de leelijkste vrouwen hebben en hij is gepensionneefd rijksambte naar en u had moeten hooren hoe hij meneer Drikus Colijn gelijk gaf, dat hij eindelijk die ambtenaren het zwij gen heeft opgelegd want", zegt hij, als je ambtenaar bent da» ben je amb tenaar en geen vrij burger en dan heb je je mond te houden" en het had niets gescheeld of hij had woorden ge kregen met neef uit de Conomelinstraat die hem had helpen verhuizen want die is nog altijd erg rood op de graat e n met dien overgang van het weer heb ik weer last van mijn rechterbeen en wil u wel gelooven dat hij daar ook een smeerseltje voor heeft dat helpt? Je kunt mannen nooit vertrouwen vooral niet als zij ZOO'D netten indruk maken maar anders zou ik zeggen, dat ik het getroffen heb en anderhalve maand vooruit betaald... . waar vind je dat tegenwoordig? Natuurlijk met huiselijk verkeer want daar stond hij op. ,,Moeten wij twee menschen als vreemden naast elkaar leven?" vroeg hij direct. Waarom riet aan uw tafel en 's avonds onder uw lamp ? Of houd u niet van de gezelligheid ? En zoo praatte hij maar door en wie hij alle maal niet kent! Een reuze-minister vindt hij meneer Marchant en zoo vroom en zoo netjes tegen de andere gelooven en had u dat verwacht? En hij vond het erg handig van meneer Drikus Colijn dat hij de twee halfroode ministers de twee moeilijkste departementen gegeven had, dan zijn ze meteen getemd, zei hij, maar dat heb ik riet goed tegrepen en nu lees ik in de kiant dat het Artis" zoo slecht gaat en wil u wel gelooven dat dat aan mijn hart gaat? Toen ik nog bij mevrouw zaliger in betrekking was, ging meneer eiken Zondagochtend met de kinderen naar Artis. Mevrouw zali ger bleef dan wat langer liggen als ze niet naar dominee Böhringer naar de Luthersche kerk ging en ik mocht ook wel eens mee om op ze te passen want wijlen meneer ging dan mee tot het hek en zei dan tegen :ne dat hij tegen twaalf uur me wel af kwam halen en waar hij dan naar toe ging, heb ik maar nooit gevraagd maar veel bizonders zal het niet geweest zijn en wil u wel gelooven, dat ik een uur lang voor de apenkooi kon zitten met mijn breikous of mijn opgezette borstrok om naar die dieren te kijker) en dan dacht ik wel eens, dat zoo'n aap het veel beter had dan menig mensch en dat was toen in een tijd, dat de men schen het nog zoo slecht niet hadden omdat ze nog niet geleerd hadden on tevreden te zijn en niet beter wisten of het hoorde zoo en als je nu hoort hoe neef uit de Commelinstraat to keer gaat omdat zij zijn steun verminderen gaan, dan kan ik wol eens mijn mond niet houden want vijftien gulden in de week voor niets doen en wat hij er stiekum bij maakt als hij zijn fordje verhuurt, is dat soms niet mooi als u weet dat vroeger een werkman blij was als hij met twaalf gulden in de week Zaterdags naar huis ging en dan had hij geen achturendag maar soms zestig of zeventig uur er op zitten en waren ze toen zoo on gelukkig? En ik wil welzeggen, dat het mijn beste tijd was toen ik tien gulden. loon verdiende met een linnen japon op mijn verjaardag en een rijksdaalder in mijn potje voor kermis en Nieuw jaar en ik hield er van over, ook nog. En kom daar nu eens om ! En als het kermis was, dan hadden we pret voor een heel jaar en wat wisten we van bioscoop en nu kijkt nicht uit de Com melinstraat scheel als ze een week niet naar meneer Tuschinski of het Rembrandt kan en neef Bertus van de Brandweer heeft geen Zondag over geslagen of hij zat in Zandvoort bij dat rare spel met dien vreemden naam en hij sprak over honderd gulden of dat zoo niets was en wil u wel geloo ven dat hij me zoo mal heeft gekregen, dat ik een middag met hem mee ben geweest? Het was me meer om de zee en de duinen te doen want als je een jaar lang op de Veluwe zit, dan krijg je van de droogte erg verlangen naar vochtigheid al is het dan maar de zee en toen heb ik ook een paar gulden gewaagd omdat het geen geluksspel is maar handigheid, zei neef Bertus, maar erg handig was ik er nog niet in want het heeft me bij elkaar dien dag veertig gulden gekost, en ik houd het dan toch maar liever bij mijn twintigje in de Staatsloterij al heb ik nog nooit. zelfs geen eigen geld getrokken maar mevrouw zaliger zei altijd: Aal, geld maakt niet gelukkig" en nu ben ik van de week meneer Pierre tegen gekomen op het Damrak, net toen hij naar de Beurs ging en hij stak schuin de straat over toen hij me zag enne.... ik zag, dat hij een gekeerde overjas aan had en weet u wat hij zei? Als ik stem pelde, Ali, dan verdiende ik meer dan aan de Beurs eri het komt er mis schien nog eenmaal van. ..." Maar dan is Aal er ook nog ! DEZILVERVOS Ceintuurbaan 137 AMSTERDAM Z. HET VERTROUWDE ADRES VOOR BONTWERKEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl