De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 4 november pagina 2

4 november 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Om den vrede van Europa. De Groene Amsterdfltnmer van 4 November 1933 N o. 2944 Doolhof der geschiktheid Mr. K. van Waveren L, r 1"» fc Een nadeel der persoonlijke dic tatuur Is: dat een driftbul een poli tiek ongeluk kan worden, In de tweede helft van de volgende week zullen de ontwapeningsbesprekingen te Genève hervat ?Worden zonder Duitschland. Opnieuw zal Paul-Boncour daar de Fransche republiek ver tegenwoordigen. Het feit, dat er een nieuw kabinet te Parijs zetelt, is niet van belang. Voor een groot gedeelte zijn daar de oude broeders in opgenomen en de twee posten die er nu het meest op aan komen: oorlog en buitenlandsche zaken, zijn bezet door Daladier, den ex-premier, en Paul-Boncour, die in den loop der jaren is gaan behooren tot de vaste sterren" aan het Geneefsche firmament. Wél van belang is de politiek, die Paul-Boncour te Genève zal volgen, de weg dien hij daar zal inslaan. Zal dat er een blijken te zijn die tot con flicten leidt, of zal hij werkelijk alles doen, tot de grens van het mogelijke, om conflicten te ver mijden? Of en dat is de derde mogelijkheid?be staat er nog een wezenlijke hoop, dan de ontwape ningsconferentie in staat zal zijn een accoord te brengen waaraan tenslotte Duitschland toch weer zijn fiat hecht? Heel veel, maar werkelijk niet alles, zal hierbij afhangen van den tact en de standvastigheid der Franschen. -Laten wij daartoe de zaken eens onder de oogeu zien. Op 9 November, Donderdag dus, komt het bureau" der ontwapeningsconferentie bijeen. Men zal daar wel in principe besluiten de pourparlers niet te staken en de kat nog even uit den boom willen kijken, om het Duitsche plebisciet af te Wachten, dat op 12 November (én dag na den wapenstilstandsdag 1) zal worden gehouden. Daar mee verliest men niets, men schiet er ook niets mee op, want een minder zeggende vertooning op dit gebied is nog nooit gehouden. Voor de westersche mogendheden, speciaal voor Frankrijk, zou de zaak eenvoudig zijn, als zij niet stonden voor de raadselachtige en onberekenbare wegen der Duitsche politiek. Zij staan hier voor een Waar labyrinth. Van, laten wij het noemen Fransche" zijde ge zien, is de zaak werkelijk eenvoudig: de tegenwoor dige wanverhouding tusschen de bewapeningen van Frankrijk en Duitschland is niet bestemd om ten eeuwigen dage te worden voortgezet. Het is mogelijk, dat door een nivelleering naar beneden, bij wijze van verdrag, normale proporties worden bereikt. Gebeurt dit in een algemeen verdrag, dan zal de wereld daar gebaat mee zijn en de kans op oorlog voor een langen tijd zijn verdwenen. Komt er geen verdrag tot stand, dan zal Duitschland, openlijk of niet, zijn bewapeningen gaan ver sterken. In beide gevallen krijgen wij dus dit: de relatieve machtsverhouding Frankrijk-Duitschland wijzigt zich ten voordeele van Duitschland. Of> in een grafische lijn voorgesteld, de verschillen in militaire potentie nemen van jaar tot jaar af ten nadeele van Frankrijk. * * * Zooals de zaken nu staan, sinds Hitler op 14 October den Volkenbond en de ontwapenings conferentie voor Duitschland verboden" heeft, is er echter geen uitzicht op een spoedig algemeen verdrag, op een spoedigen georganiseerden vredestoestand met internationaal toegestane kleine bewapening. Dus: de bovengenoemde lijn verloopt voor Fransche oogen fataal. Waar echter geen overeenstemming is, kan over eenstemming komen. De tijd bergt vele mogelijk heden in zich. Welke, dat weten we nog niet. Maar waarom zouden er geen gunstiger omstandigheden geboren kunnen worden? Tegenover de zooeven ge trokken pessimistische kromme", ja, dwars over deze graf ische voorstelling heen, zouden wij dus een andere,Waarschijnlijk stijgende,lijn kunnen trekken, die de toenemende kansen,dat men elkander vond en het eens werd, in beeld zou moeten brengen. Snijden die lijnen elkaar tijdig genoeg, dan is de wereld gered. Maar blijft die gunstiger constellatie voor de mogelijkheid van een ontwapeningsverdrag uit, dan komt er Weer een bewapeningswedloop en ?waartoe die leidt, weten we. Dit alles ziet men in Frankrijk heel klaar in, En het zou voor hen heel eenvoudig zijn hun politiek, die zonder twijfel gericht is op vermijding van een gewapend conflict, uit te stippelen, als zij wisten waar ze aan toe waren. Maar, zooals ge zegd, zij zijn er nog verre vandaan de zaken zoo eenvoudig tékunnen uitstippelen als de boven genoemde snijdende-lijnen, want zij zitten op dit oogenblik in een Waar labyrinth. En, merkwaar digerwijze, in een doolhof van geschiktheid", want sinds de dramatische (of theatrale) vertoo ning van 14 October,' is Hitler plotseling een-en-a geschiktheid". Zooaengeschikten man als de kan selier die de laatste 14 dagen het Rij k bestuurt, heb ben de Franschen, heeft de wereld nog nooit gezien. Voor Hitler's houding zijn vele verklaringen ge zocht, ledere verklaring maakt echter halt voor het feit, dat zijn houding door het summum van inconsequentie wordt gekenmerkt. Maar juist in het geval van een zoo persoonlijke dictatuur moet men niet naar politieke motieven allén zoeken, maar ook, en zelfs vooral, naar een psychologische verklaring. En in dit geval meer dan ooit omdat de heele keten der gebeurtenissen, politiek gezien, zoo duidelijk is als koffiedik, maar psychologisch bekeken, teekening krijgt en verklaarbaar wordt. Laten wij eerst eens zien welke politieke motieven Hitler toegedacht worden. Binnenlandsche bovenal, hij zou tijdens de vóórbesprekingen voor de ont wapeningsconferentie» die tijdens de Assemblee te Genève werden gehouden, ervaren hebben, dat hij vast" zat. In-het besef dat een conflict op dit unyenblik voor Duitschland fataal zou zijn, zag hij zich ge dwongen tot een zegenrijken terugtocht op het stuk der herbewapening.Om dit er bij zijn landslieden door te krijgen, moest die terugtocht vooral zegenrijk" zijn en dus met luidruchtigheid en verwijten aan de anderen gepaard gaan. En met vertoon van kracht en moed om alles alleen te doen. Dus: weg uit Genève l En daarna zoete broodjes bakken. Deze redeneering mist alle logica. In Genève werd onderhandeld en er zouden wellicht voordeeliger condities voor Duitschland te bereiken zijn geweest (er waren er inderdaad eenige toe gezegd) dan de verdragen, het Duitsche rijk op dit oogenblik toestaan. Men laat geen mogelijke winst glippen, al ziet men zich de eerst en ten onrechte gehoopte grootere winst ontgaan, wanneer het eenige andere alternatief een zoo groot verlies is, als het Duitsche rijk nu meent door ten eerste: de onderhandelingen ontzettend te bemoeilijken en ten tweede: door zoete broodjes te bakken, te kennen te geven nu in geen geval te willen vechten, dus toch te ffioeten onderhandelen. Een andere verklaring van binnenlandsch-politieken aard is, dat het Hitler enkel en alleen om uitstel te doen is. Goed ? dan is Hitler 100 pCt. te kwader trouw. Maar daarvoor is het niet noodig uit Genève weg te loopen en de anderen achter dochtig te maken. Men kan ook in Genève blijven en te kwader trouw zijn. Deze verklaring verklaart dus niet wat er verklaard moet worden en is al evenzeer gespeend van alle logica. Verklaringen van buitenlandsch-politieken aard zijn al niet gelukkiger. Concept-regelingen zouden Hitler hebben doen inzien, dat hij het keurkorps van een beroepsleger, dat de Rijksweer uitmaakt, tenslotte tegen een, zij het sterkere, militie moest ruilen. Dat hij de S.A. en S.S. troepen moest ont binden of in het geregelde leger onderbrengen. En dat hij, bovenal, niet zou kunnen ontkomen aan een internationale controle, die en daarin ligt ongetwijfeld veel juists zeer ernstige over tredingen zou moeten constateeren. Maar ook in dit opzicht kan een drastisch gebaar geen oplossing brengen. En wie weet tot wat voor militaire con cessies aan Duitschland hét handje-plak te Genève had kunnen leiden ! Men zou graag begane overtredingen over het hoofd hebben gezien om tot een accoord te komen. Of had men in de Wilhelmstrasse soms de overtuiging, dat men die niet over het hoofd zou zien en dat men ook met alle geweld ontbinding der Hitlertroepen zou eischen ? Zoo ja, dan houde de politieke toeschouwer zich er van overtuigd, dat die eischen alsnog komen, en dat dus het middel heelemaal niets cureert van de kwaal, en daarom is ook deze verklaring" onzin. En hiermede ruimen wij alle verklaringen op. Het wegloopen uit Genève is geen politieke daad. Het is een menschelijke reactie. Een doodgewone^ driftigheid, die door een tweede reactie weer zoo'n beetje goed gemaakt moet worden. Vandaar de zoete broodjes, die Hitler vooral voor Frankrijk bakt, zijn verklaring, direct bij het opzeggen van het lidmaatschap der ontwapeningsconferentie, dat er eigenlijk geen grond voor conflicten met Frankrijk bestaat en zijn nog verdere neerbuigende getuigenissen in zijn geschikte" rede, tien dagen later, op 24 October. Het is malligheid deze tien dagen Hitler's bekeering te noemen; het was Hitler's schrik en ontnuchtering over het ongeluk dat hij in drift had aangericht. De rijksregeering was op 14 October totaal ontnuchterd. En geweldig op haar teentjes ge trapt. De Duitsche delegatie ter Volkenbonds vergadering had het allesberoerdst gehad. Het kan gevoegelijk achterwege blijven of men dat aan eigen schuld te danken had, of niet. Het was zoo. Er was een voor de Duitschersaller-onprettigste atmos feer. Daarna was gebleken dat zij in de voor besprekingen voor de ontwapeningsconferentie een gesloten front tegenover zich vonden, terwijl zij hadden gerekend op een verdeeldheid die door hen kon worden uitgebuit. Tevergeefs hadden de Duitschers den Franschen trachtten bij te brengen dat een internationale controle oneervol" was. Kort en goed, Hitler zag zich geisoleerd, teleur gesteld en tot overmaat van ramp allerminst met vertrouwelijkheid en intimiteit bejegend. Men was beleefd, maar koud. Toen sloeg er een vonk over, die bij de Duitscherseen soort kortsluiting deed ontstaan. Sir John Simon had zich veroorloofd op te merken, dathet tegenwoordige Duitschland de menschen vrees inboezemde. En dat in het concept-ontwapenings plan daarmee rekening werd gehouden. Minister Von Neurath, natuurlijk reeds lang geprikkeld, meende t'e hooren, dat derhalve aan Duitschland geen principieele rechtsgelijkheid meer kon worden toegekend. Het concept waarover n.b. nog ge sproken moest worden bewijst al, dat deze con clusie onjuist is. Dat Von Neurath, en met hem Hitler, zich te goedertrouw vergiste en een stren ger vonnis meende te verstaan dan formeel werd uitgesproken, is mogelijk. Dan is dat een mis verstand. Maar toen was meteen al de psycholo gische kortsluiting, en het ongeluk, gebeurd. En toen de weigering van rechtsgelijkheid offi cieel werd opgegeven als de reden van Duitschland's uittreden, werd deze considerans tot een bewuste oneerlijkheid. Waarop intusschen Sir John reeds heeft gewezen. Wie van alles het meest geschrokken zijn, dat zijn de Duitschers zelf. Vandaar nu opeens het zoet gefluit. Wat zij gewonnen hebben, is niets. Wat zij verloren, dat beginnen zij zelf te beseffen. is heel veel. Namelijk de eerste en belangrijkste ronde van onderhandelingen. Want zouden die mislukt zijn, dan zou men zoo ver geweest zijn als heden ten dage. Hitler, die door de publieke opinie van de buitenwtereld en door den loop der politieke gebeurtenissen. van zijn krankzinnig programma is afgedrongen. weet nu niet meer wat hij wil. De geschiktheid" van Hitler biedt echter nie mand een werkelijke waarborg. Men gelooft niet zoo voetstoots een pacifistische predicatie, wan neer de geloofsbelijdenis het pacifisme principieel in den ban doet. In een land, waar de moorde naars van Erzberger en Bathenau als helden worden geëerd en waar pacifisme eenvoudig gelijkgesteld wordt met hoogverraad, waar leidende pacifisten alleen om hun pacifistische ge zindheid moesten vluchten of in concentratie kampen opgeborgen werden, moeten eerst andere dingen geschieden, alvorens men kan aannemen dat de liefde voor den vrede ook op den duur de richt snoer der politiek zal zijn. Van een staatsman, wiens politieke geloofsbelijdenis (zie: MeinKampf) druipt van haat tegen den erfvijand", van wapeneer" en machtsvergoding, neemt men een rede, zooals Hitler op 24 October te Berlijn hield en waarin hij Frankrijk gewoonweg naliep, niet voor volle munt aan. Zoo zijn de confereerende mogendheden in een doolhof gekomen, waarin zij, zonder de ontwikke ling te kunnen overzien, rondtasten. Dat is op zich zelf reeds gevaarlijk. In dit labyrinth zijn zij ge bracht door een driftbui van n of een paar politieke . beethoofden die op een gegeven oogenblik hun dépit niet konden verkroppen. Want dat is een der nadeelen van die persoonlijke dictatuur, dat een driftbui in- een politieke ramp kan ontaarden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl