Historisch Archief 1877-1940
Een onttroonde koning
L. J. Jordaan
Jaimings in Der letzte Mann"
Emil Jannings In ,,IJe Bol Pausole"
Le roi Pausole" is een zwakke film van den
zwakken Granowski zóó zwak en zóó evident
mislukt, dat geen oordeel van beteekenis
(voorzoover mij bekend) een woord van werkelijke
waarWeering heeft weten te vinden. Er bestaat dan ook
geen enkele reden dit wark in een uitvoerige be
spreking te behandelen. Per slot van rekening heeft
het in tegenstelling met de andere films van
Granowski geen andere pretentie dan die van de
,, big show".. .. en wie het ge val wil gaan zien om de
365 bloote ruggen, dfe heeft onzen zegen. Prosit!
Maar er is een omstandigheid, die toch even de
aandacht vasthoudt en tot nadenken dwingt. Mid
den in den krijtenden hoop
schoonheidskoninginnen wordt een man van den eenen kant van het
filmdoek naar den anderen gezeuld, die eens door
zijn machtig gebaar zulk een fraai gezelschap uit
elkaar deed stuiven als een vlucht musschen. Met
een fatterigen monocle en een blinkenden cylinder
gaat Emil Jannings door deze film mat en uit
gedoofd. Hij voor wien men vroeger vijftien hon
derd van de twee duizend nieter celluloid reser
veerde, krijgt ternauwernood een kans ^>m zijn
bekende wutpsche" blikken te lanceeren of zijn
ietwat zwaarlijvigen humor (overigens de
bedenkelijkste zijde van zijn talent) aan den man te
brengen. Dit is temidden van al deze geforceerde
zonnigheid en vroolijkheid een tragedie, welke
geen ernstigen filmbeschouwer onbewogen kan
laten. Want per saldo was Emil Jannings buiten
de matelooze overdrijving zijner bewonderaars om
een der groote figuren welke de cinematografie
heeft gekend.
, * *
? '- *
Er bestond in den aanvang geen enkele aanlei
ding om deze carrière zulk een praematuur einde
Jannings in Le roi jPausol
te voorspellen. Jannings had die eene machtige
eigenschap mee, welke vóór alles over het leven
van den filmacteur beslist: jilm-persoonlijkheid.
Zijn figuur vulde het doek concentreerde de
aandacht, zonder dat hij nog een woord had ge
sproken of een gebaar gemaakt. Hij had in zijn
machtigen kop die merkwaardige magnetische
kracht, welke iedere expressie vertienvoudigt als
door een electrischen versterker. Zijn gestalte be
schikte over die mysterieuse geladenheid, welke
geen tooneelspel kan vervangen en die alleen op
het filmdoek tot haar recht komt. Bij dit alles was
hem het voorrecht ten deel gevallen, een geschoold
speler en mime te zijn. Kortom in zijn figuur
waren de twee beslissende factoren aanwezig, die
haar tot een lange en roemrijke filmloopbaan sche
nen voor te bestemmen. En niettemin moest deze
carrière via een ongekenden climax met fatale
zekerheid voeren naar een voortijdig einde.
Men heeft wel eens beweerd, dat Jannings' ver
blijf in Hollywood den grooten knak aan zijn kun
nen heeft gegeven een meening, die mij onjuist
lijkt. Lang voor zijn vertrek naar Amerika was deze
formidabele persoonlijkheid aangetast door de in
fectie, die onverbiddelijk naar den ondergang
moest leiden. Tartuffe", De laatste Man" ja,
zelfs Variété", z\jn beste en grootste creatie, von
den in hem reeds een man die, artistiek gesproken,
Jannings in Variété"
ten doode opgeschreven was.... wanneer geen
krachtige hand ingreep. Zulk een krachtige hand
greep inderdaad nog enkele malen in te kort en
te incidenteel, helaas, om de catastrofe te kunnen
verhinderen. Ernst Lubitsch wist te Hollywood de
voortreffelijke eigenschappen van dezen zeldzamen
filmspeler nog eens te benutten aan Bobert
Siodmak zou het daarna nog eenmaal gelukken:
in de Patriot" en Stürme der Leidenschaft"
scheen dit merkwaardige talent te willen herleven
vóór het definitieve einde dreigde. Maar er was een
noodlottige factor in het spel gekomen, die Jan
nings telkens weer den verkeerden kant opdreef
den kant van den verwenden tooneelspeler. Bij zijn
bezoek in 1930 aan Amsterdam, vertelde E. A.
Dupont mij, welke bezwaren het reeds in 1925 op
leverde, bij het verfilmen van Variété", om met
Jannings te werken. Ruzies en herrie zonder einde,
omdat de destijds reeds zoo verwende en populaire
speler alles weigerde, wat naar zijn meening een
persoonlijk succes in den weg stond. In het bijzon
der herinner ik mij de heftige oneenigheid, waarvan
Dupont verhaalde, over de vraag of Jannings al
dan niet met een baby op zijn arm voor de lens zou
treden. De acteur weigerde dit pertinent, daar hij
meende, dat die precaire positie zij n figuur belache
lijk maakte en hem in het spelen" moest hinderen.
Slechts het dictatoriale ingrijpen van den
almachtigen productieleider, Erich l'ommer, voorkwam
een definitieve breuk. Toen in hetzelfde jaar
Murnau de leiding overnam, zonder tegen den
eigenzinnigen acteur opgewassen te zijn, was het mis.
Jannings in Tartuffe"
Zoowel De laatste Man" als Tartuffe" toonen
ons ten voeten uit den filmspeler, die door over
drijving en krampachtigheid van gebaar en expres
sie bewees, het contact met de film verloren te
hebben.
Van nu af aan vervalt Jannings in een
spelenop-de-galerij" dat hem weliswaar een periode van
goedkoop succes bezorgde, maar hem tevens
onweerhoudbaar deed afglijden naar het
schmierespel. Wat het tooneel verdraagt, wijst de film on
verbiddelijk af: de exuberantie van uitdrukking en
gestie doodt zich zelf voor de lens, met dezelfde
zekerheid die het effect van een symphonieorkest
in de huiskamer vermoordt. Daarbij kwam nog
een hebbelijkheid, gedeeltelijk uit Jannings'
tooneelloopbaan overgebleven anderzijds door zijn
populairiteit te voorschijn geroepen: de roem
maakte hem overmoedig en dreef hem naar een
virtuozendom, dat de film niet accepteert Jannings
gaat jonge-janningsen. Het werd een soort sport
voor den over het paard getilden acteur, alle mo
gelijke en onmogelijke karakters te willen uitbeel
den. Het beroemde in de huid van een ander
kruipen" (het ideaal van den tooneelspeler) fasci
neert hem en laat hem niet meer los. Hij voelt zich
niet meer gelukkig zonder pruik en grime hij
wil van alles zijn. . . . grijsaard, bedelaar, koning,
wijsgeer, krankzinnige zelfs jonge minnaar. . . .
alleen niet: zichzelf. Zijn optreden wordt een gefor
ceerde maskerade, waarin de natuurlijke kracht
van eigen persoonlijkheid hopeloos verdrinkt. Het
publiek juicht al dit hevige gedoe verbaasd en ge
amuseerd toe tot het de leegheid en kunstmatig
heid er van beseft, die tot maniertjes en trucjes
doet vervallen omdat het onmisbare fond der eigen
persoonlijkheid er aan ontbreekt. Nog eenmaal
zien wij Jannings in al zijn tragische grootheid
hij speelt in Stürme der Leidenschaft" geen grijs
aard, geen bedelaar, geen heldentenor, maar een
goedhartigen, naïven bruut die hij in wezen is.
Nog eenmaal zien wij dezen reus voor ons opstaan
met zijn formidabele schouders en beperkte
hersenkas??met zijn enorme geladenheid en ontroerende
onhandigheid. Nog eenmaal betreuren wij het zeld
zame talent, dat door een moedwillig hara-kiri
verloren ging dat zich dwaselijk grooter waande
dan de onverbiddelijke meester: het filmapparaat.
Dan schijnt het, of hij zijn rol voorgoed heeft uit
gespeeld de beperking, die hij zichzelf had moe
ten opleggen toen het nog tijd was, wordt hem
thans voorgeschreven door een tanende populari
teit. (Slot op pag. 14)
Jannings in Stürme der Leidenschaft"