Historisch Archief 1877-1940
Toerisme
N o. 2945
?£?$?$&?.
-2--^-^.
* . «*to6 ~»Aefl .?n !*? j-oi.
BN
UL ^^^"^ r^^^fïrt
fe^^^s*5
^>* ,^fc «V ^. eP"^--^- * «*
RLDÉlG
1^
n*
K* '
LEDERWAREN
AMSTERDAM - DEN HAAG REISARTIKELEN
PLAIDS, VOETZAKKEN, AUTO-OVERSCHOENEN
Bij een bocht van den weg staat~eew kruis
Langs den grooten weg
Otto van Teteringen
1: Van Utrecht naar Grlndelwald
Den wagen nauwkeurig nagezien.
Olie ververscht. Benzine-tank boorde
vol bijgevuld. Banden op juiste span
ning gebracht, 2.4 vóór en 2.1 achter.
Bougies schoongemaakt en remmen
bijgesteld. Achterkoffer met twee
dikke tasschen volgeladen benevens
de benoodigde reserve-onderdeelen.
Dan is tenslotte alles in orde voor den
tocht van de stad naar de stilte, van
Utrecht naar Grindelwald.
Daags daarna: vaarwel Holland,
houd je taai in dezen hachelijken tijd !
Een pontveer wacht. Wij boffen: geen
oogenblik oponthoud. Dan klotst het
water tegen de boorden, van 't vreemde
vaartuig en is de
Philipsstad bereikt. Bij Lommei
wordt later de Belgische
grens gepasseerd. In Luik
lacht een dikke verkeers
agent als een dronken
Falstaff, in Lu.i-embury
wordt aan Willem II een
groet gebracht maar de
vruchten welke op de
markt zijn ingeslagen
blijken beter dan het
standbeeld. Wat mooi
bedoeld is wordt vaak
zoo hopeloos leelijk !. . . .
Voort gaat het, op
Metz af. Het trouwe,
oude Grand Hotel wacht
ons, de portier schijnt
verheugd ons weer te
zien (de fooien !) en de
wagen krijgt precies het
zelfde plekje om te over
nachten als verleden jaar,
veilig op den binnenhof. KindKfn88eT_brm te Bern
Wij zien een dronken soldaat voorbij
zwaaien. Hij verzuimt een meerdere te
salueeren en wordt met veel
misbaaropgebracht door een wacht met
hooggeschouderde geweren waarop de
bajonetten blinken. Een klok slaat
met gebarsten klank. Elf uur. Slapen l
* *
*
Later worden in de
stad de beenen wat ge
strekt, loopen doet een mensch goed
na lang rijden ! Veel smalle, nauwe
straten met de Kathedraal als
middenpunt, geheimzinnig in den avond,
daar op de Place des Armes.
Een stad met zware poorten welke
duidelijk aantoonen dat men met een
vestingstad te doen heeft om
welkerbezit menigmaal fel gestreden werd.
De bewoners zijn meest gemoedelijk.
Fransche hoffelijkheid paart zich nret
aan opmerkelijke vriendelijkheid zoo
als Zuid-Duitschers bezitten. Een
garnizoensstad met veel militairen en
veel publieke vrouwen. Een stad met
een akelige psyche, een stad met een
grijns. . . .
Daags daarna, na Pont-a-Mousson,
Nancy. De zon schijnt. Een stad met,
een paleizen-complex, dat sterk aan
Versailles herinnert. Op de Place
Stanislas: parkeeren. Een verguld
ijzeren hek als wonder van kunst
smeedwerk door Jean Lamour. Een
fontein, bekroond door de
aanminnige Amphitrit
gestalte boven een half
ronde schelp.
Handenwasscheri.Proza en poëzie.
Maar de kathedraal i.s
volkomen
dood-gerestaurcord en wij restaureeien
ons bij een fruitwinkel
en gaan verder. Den Elzas
in. Het land van de
ooievaars. Kinderen schij
nen er dan ook overvlot-<
dig. Daar weet de klaxou
ovei' me O te blaffen !
Huizen en kerkjes als
uit een spanen
speelgoeddoos. Dikke waarden
voor de deuren der her
bergen, aan lange pijpen
lurkend. Dan het stadje
Thann met de gothische
kerk. Een wonder !. . . .
Beeldhouwwerk overal.
Buiten, bovenden hoofd
ingang, do gansche schep
ping. Genesis, uit steen
gehouwen. Ook de rib van Adam.
Binnen: de houten koorbanken, vol
snijwerk. Een jongen die kiespijn heeft.
Een lezende monnik. Geweldig van
expressie en houding. Dan verdei',
via Mulhouse. Het is al laat als
Bazel bereikt wordt. Te bedde....
Des anderen daags, do Rijn, breed,
grijs, draaikolkend onder de bruggen,
verbinding tusschen de oude en de
nieuwe stad. Moderne magazijnen met
gevelfronten van staal en glas en met
groote, gechromeerde letters, naast
heel oude winkeltjes met
Basler