Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 11 November 1933
No. 2945
Journalisten-vrees
r
te'
ir'.
m;
Melis Stoke
Teekenineen Harmsen van Beek
Sterk in panische vluchten
Verreweg het merkwaardigste van het korte
bezoek dat de kolonel en mevrouw Lindbergh
aan ons land hebben gebracht is hun blijkbaar
onoverwinnelijke afkeer van de pers.
We hadden reeds uit het buitenland van dien
afkeer vernomen, maar nu hebben we het dan toch
zelf meegemaakt.
De heer en mevrouw Lindbergh brengen hun
leven door met vliegen en met het listig en be
hoedzaam sluipen door achterdeuren van hotels
en het onverhoeds wegrijden in automobielen.
In de lucht hebben ze vanzelf geen last van
nieuwsgierige journalisten en pp den beganen
grond schijnen ze een soort sluipend en. geheim
zinnig bestaan te leiden, dat beheerscht wordt
door de vrees voor openbaring van iedere uit
lating, ook de onschuldigste.
Nu moge deze vrees in sommige landen gemoti
veerd zijn, in, Holland mag die toch op zijn minst
overdreven worden genoemd.
Een Hollandsche verslaggever nadert zijn prooi
met een vriendelijk gezicht, zonder 'n prop
kauwgmmni in den mond en met een zakelijke vraag van
algemeene strekking op de lippen. Hij is zelfs
volstrekt ongevaarlijk en van hem is niet te duchten
dat hij pijnlijke of intieme vragen zal stellen, die
het slachtoffer in verlegenheid of in verwarring
zouden kunnen brengen.
Iets anders is het echter wanneer men den
Hollandschen verslaggever onheusch of schichtig af
wijst.
Dan doet zich bij den ongelukkige het beroeps
conflict voor dat hij niet met een blanco blocnote
iiaar zijn lastgever terug kan gaan en dan voelt
hij zich gedwongen tot lyriek of beschouwingen,
die niet ter zake dienende zijn.
Verslaggevers die niet in de gelegenheid zijn
iets feitelijks te vertellen, vallen noodgedwongen
terug op millieubeschrijving en het vaststellen
van persoonlijke eigenaardigheden en uiterlijk
heden.
Dan moet de beschrijving van een kleedingstuk
of haardracht de ruimte vullen, die anders zoo
gaarne beschikbaar was geweest voor eenige vol
zinnen, desnoods niets-zeggende volzinnen, maar
in elk geval woorden die gesproken zijn door den
persoon in kwestie.
Want daarvoor was de verslaggever, bezield
met de beste bedoelingen, immers speciaal ge
komen.
*En ach hemel, verslaggevers zijn zoo spoedig
tevreden. Zj zijn al gelukkig met woorden, als:
Ik heb altijd verlangd uw mooie land te
bezoeken.
Of: Hoe eigenaardig toch, al dat water dat
door uw dappere landgenootën bedwongen is.
Zulke dingen kunnen dagbladlezers nu eenmaal
nooit genoeg vernemen. Ze versterken ons nationaal
gevoel van eigenwaarde en maken den
buitenlandschen bezoeker aanstonds populair.
Wanneer hij echter de Lindbergh-tactiek van
achteruitgangen en panische vluchten kiest maakt
hij zich door eigen schuld tot de soort
wondero O
mensch, die als een soort zeldzaam en merkwaardig
beest blootgesteld is aan de meedoogenlooze achter
volging van curiositeiten-jagers.
Hij ontketent dan in den reporter diens
jachteigenschappen en het primaire doel: het houden
van een kort doch leerzaam onderhoud, wordt
totaal vergeten voor het genot en de opwinding
van de jacht.
Deze jachtpartijen vormen een geheel apart
hoofdstuk in de techniek..van de dagbladschrijverij.
In de plaats van den gewaardeerden en
gerespecteerden medemensch, met wien men een ver
standig, desnoods oppervlakkig en zelfs onnoozel
praatje had willen maken, treedt dan het steeds
vluchtend wild waaromtrent hoofdzakelijk be
langwekkend zijn: de wijze waarop het zich ver
plaatst en waarheen, de spijzen waarmee het zich
voedt en waar en hoe laat het zich op het nacht
leger legt.
Er is dan geen kwestie meer van praten doch
van beloeren, na-zettön, inhalen, opsporen, enz.
De lezers krijgen ir plaafs van een feitelijk on
derhoud de avontuurlijke veijnalen voorgezet van
jacht en achtervolging, bes|^ipij3tf en urenlang
geduldig bespieden, het gansene opwindende relaas
van slimheid en nog weer grootere slimheid die
hoogstens leiden kan tot het triomfantelijk
constateeren, dat de betrokkene er niet in geslaagd is
zijn achtervolgers om den tuin te leiden, dat
het ondanks al zijn voorzorgen toch maar lekker
is uitgekomen (dank zij de doortastendheid van
de voorlichters der publieke opinie) waar hij ge
geten heeft en wat en wie er bij hem was toen hij
oesters, visch en poularde at (niet met wijn doch
met water en koffie) en hoe laat hij zich tenslotte
ter ruste heeft gelegd.
Dat alles is niet interessant in documentairen zin.
Een kwestie van beloeren
Wegvluchtend in taxis
Maar om de intellectueele waarde is het dan ook
al lang niet meer begonnen. Het slachtoffer zelf
heeft zich dan reeds vrijgegeven voor de jacht
waarvan het relaas de drukruimte moet vullen die
natuurlijkerwijs bestemd is voor verslaggevingvan
geheel anderen aard.
De heer Lindbergh, die waarschijnlijk
beugesard is met Amerikaansche persmethoden, heeft
onze goede Hollandsche journalisten die hij niet
kent of waardeeren kan in die situatie gedrongen.
En ik geloof niet eens dat de journalisten dat
zoo erg gewaardeerd hebben.
Indien de Lindbergh-methode hier te lande
ingang mocht vinden dan voorzie ik de grootste
ellende voor de dagbladpers.
Van het oogenblik immers dat onze minister
president zich ontoegankelijk zou stellen voor
eiken journalist, wanneer Zijne Excellentie een
ingewikkeld levenssysteem zou ontwikkelen van
vluchten door departementale achterdeuren, schuw
zwijgen, wegrennen in taxis en verschansingen in
hotelkamers met dubbele deuren, dan zou aan
stonds een ongezonde aandacht geconcentreerd
worden op Hare bewegingen, voedingswijze en
dagverdeeling.
Inplaats van zakelijke mededeelingen zouden
onze couranten de menus bevatten die de heeren
Deckers en Verschuur genoten hebben en de
beschrijving van de gekleede jassen van Jhr. de
Graeff of desnoods van derzelver panden wanneer
hij zich schielijk bedekt opstelt achter een kamer
scherm.
Opvallend is bij dat alles slechts dat de heer
Lindbergh zich zoo bereidwillig laat fotografeeren.
Doch dit is ook .verklaarbaar uit de Ameri
kaansche zeden, de zeden van een volk dat zich
in zijn pers grootendeels laat verzadigen met
plaatjes en onbescheideiiheden.
Hoe anderen ons zien
Wie in dezen tijd propageert: inkrimping van
de macht van de Volksvertegenwoordiging (dus
m.i. van het volk), uitbreiding van de macht
derBegeering, verloochening van den
ontwapeningseisch, steunen van de thans heerschende"
Kegeering (die de ambtenaren ontrecht, tegenover deze
contractbreuk" pleegt, onrechtvaardig ongelijk
drukkende indirecte belastingen invoert, enz. enz.),.
in hem .kan ik niet anders zien, dan een verrader vait
de democratie en een wegbereider voor de
dreigendeburgerlijke dictatuur, al is deze ook afkeerig van
het fascisme.
Hiermede is geformuleerd, wat ik tegen
deGroene" heb, die ik tot mijn spijt spoedig niet meer
in mijn huis zal zien. H.
De geheele crisis is aan dezen, inzender voorbij
gegaan. REDACTIE
Spreektaal
Door de oogen van de Meesters
Mag ik naar aanleiding van uw boekbespreking:
onder bovenstaanden titel in uw blad van 28 Oct.
het volgende opmerken:
Dat Krishnamurti vele theosofen heeft teleur
gesteld, die hem reeds vele jaren hadden verwacht,
behoeft geen betoog, temeer omdat hij alle
aanremen op gezag ten eenen male afwijst, evenals
alle ceremoniën.
Een polemiek hierover heeft geen zin en is óók
onnoodig, omdat ieder niet-theosoof de geheele
verhouding volkomen duidelijk is; alleen zou ik de
aandacht willen vestigen op het antwoord van
Krishnamurti op enkele dergelijke vragen hem te
Adyar gesteld:
Het zijn de priesters, die hemel en hel uitvinden
om de menschen in slaafschen toestand te houden en
dit is slechts een anderen vorm van tyrannie. Wat
gij zelf denkt, dat komt er op aan; niet wat een
ander denkt. In den ouden tijd werd gij levend
verbrand, wanneer gij u tegen de kerk keerdet;
dat was de geliefkoosde remedie in Europa. Nu
verbrandt gij niet langer degenen, die van meening
met u verschillen; gij theoretiseert, gij
verintellectualiseert, gij verzint verklaringen en zegt: Hij
wordt door de booze machten gebruikt !"
Eenige jaren geleden waren er velen onder u,
die mijn portret aan den muur hingen en gij hebt
toen bloemen en kaarsen geofferd aar Hem, die
verwacht werd". Wanneer dan die beeltenis levend
wordt en begint te spreken, dan neemt gij haar weg.
de bloemen en kaarsen verdwijnen en gij verzint
de woorden zijn weg" en mijn weg", zijn pad"'
en ons pad". Gij zegt: De Waarheid heeft vele
aanzichten".
Zoolang het beeld slechts zwijgt, is het goddelijk,
kunt gij het aanbidden. Uw vereering van do
Meesters, uw gehoorzaamheid aan de gurus, uw
werk en uw systemen komen voort uit de veiligheid.
van dit zwijgen. Laat de beeltenis op de plaat tot.
leven komen, zooals ik uit uw afbeelding gestapt
ben en gij zult zien. hoe spoedig gij haar zult ver
nietigen, hoe spoedig gij met uw fijn, verraderlijk
denkvermogen de woorden zwarte machten" en
witte machten" zult verzinnen en zult zeggen:.
Wij zijn de eenige werkers. Uw pad is ver
schillend van het mijne. Gij hebt een zeker werk
te doen en het onze is een ander werk".
Ik neem in tegenstelling met de uwe een
zeer besliste houding aan, waarin geen uitbuiting.
plaats heeft, en gij komt daar tegen op. Gij haalt
het beeld van den muur en bedenkt nieuwe woorden,
nieuwe zinnen inplaats van de oude; Hij is niet
de Verwachte, iemand anders zal komen om de
wereld wederom op te bouwen," Gij weet, hoe het
denkvermogen werkt, wanneer het conflicten en
twijfeling wenscht te ontvluchten. Gij ziet de
realiteit niet onder oogen, want dit beteekent een
handelende beslissing. Dus leeft gij voort in een
schijnheilige wereld en ;s er in uw leven geen
teederheid en geen liefde. Ik bid u, kom niet tot
mij, om mij te vereeren, want ik wensch niet
teworden vereerd, Zelfs zou ik liever willen, dat gij
mij nooit meer, als gevolg van een bedriegelijke
eerbied in het verleden, zoudt groeten. Want er
ligt in uw groet, in uw devotie geen rijkdom, geen
diepte van gevoel, geen inzicht, omdat zij voort
komen uit angst". M. C1I. B.