Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad vóór Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2946
Zaterdag 18 November 1933
De kentering in de S.D.A.P.
Hel rapport van de herzieningscommissie
uil de S,D.A.P. geeft blijk van een aan
merkelijke kentering in den geest van die
partij. Het is te verwachten, dat die
kentering ook uit daden zal blijken. Een
gezonde democratie is in Nederland heel
wat beter te verwezenlijken met mede
werking van de S.D.A.P., dan met de
S.D.A.P. in oppositie.
Dezer dagen is de publicatie te verwachten van
Tiet rapport van de Herzieningscommissie uit de
S.D.A.P. Reeds heeft de leider van die partij,
tevens voorzitter van de commissie, in eenige
artikelen in de Arbeiderspers de hoofdtrekken van
het rapport samengevat. Uit dat overzicht blijkt
een aanmerkelijke wijziging in den geest van de
S.D.A.P.
Hoe ver de evolutie van de S.D.A.P. zich reeds
heeft voortgezet, blijkt duidelijk, wanneer men zich
er rekenschap van geeft, hoe de S.D.A.P. aanvanke
lijk stond tegenover ons Koningschap en hoe zij
er thans tegenover staat. '
In zijn dezer dagen gepubliceerde herinneringen
deelt de heer Schaper mede, dat een halve eeuw
geleden onder het oude socialisme den arbeiders
van begin af aan de haat en de afkeer tegen den
Koning en de monarchie werden ingepompt. De
socialistische arbeiders plachten in dien tijd te
zingen: ,,dat troon en beurs en altaar valle".
Thans schrijft het rapport:
..Evenals in andere landen, waar het
Koning..schap de volksrechten niet aantast en de
ont-.plooiing der democratie niet belemmert, kan ook
..in Nederland de sociaal-democratie de monarchie
,,erkennen als den grondwettigen staatsvorm.
,,steunend op de gezindheid van de meerderheid
..des volks".
Onder de leidende figuren der S.D.A.P. is er
een groote groep personen, aan wier trouw ten
opzichte van het gezag en van onze democratische
staatsinstellingen niet valt te twijfelen. Daarnaast
is er een kleine groep, die er van houdt met de
revolutie te coquetteeren.
Dat laatste kan in kritieke tijden, als wij thans
beleven, bedenkelijk worden, omdat de massa,.
die zich meer door het gevoel, dan door het ver
stand laat leiden, maar al te gemakkelijk wordt
medegesleept in revolutionnaire avonturen.
De terecht zoo aangevochten ontboezeming van
Ir. (Jramer, dat hij zich van harte verheugde over
de muiterij aan boord van de Zeven Provinciën,
was een typisch symptoom van deze gevaarlijke
mentaliteit.
De vorige week heeft de heer Albarda dien
aangaande in de Tweede Kamer opgemerkt, dat
hij overtuigd was, dat de heer Cramer het enkele
onvoorzichtige woord dadelijk zelf zou hebben
teruggenomen, indien hij daarover niet zoo fel
ware aangevallen, zoodat het terugnemen van dat
woord hem onmogelijk werd gemaakt. Onder die
omstandigheden ware zulks een lafheid geweest.
Dat excuus is niet sterk. Het boetekleed heeft
den politicus nooit ontsierd. Een bekend staats
man placht dat kleed zelfs met gratie te dragen.
Wie zelf nooit gezondigd had, zou den eersten
steen hebben mogen werpen. Onder onze politici
zijn er niet velen, die voor die functie in aan
merking zouden zijn gekomen.
Uit het rapport blijkt ondubbelzinnig, dat de
S.D.A.P. den democratischen weg wil bewandelen
en de revolutionnaire tactiek verwerpt.
De S.D.A.P.. zoo staat er te lezen, is om twee
redenen een democratische partij. Ten eerste,
omdat zij haar strijd voert met de middelen en de
methoden en langs de wegen der democratie. Ten
tweede, omdat de democratie ook tot de doel
einden der partij behoort, die zij in de toekomst
volledig wil verwezenlijken.,
Het verslag verwerpt den overgang naar ge
welddadige tactiek, behalve om principieele redenen
ook om redenen van doelmatigheid.
Blijkbaar heeft de commissie zich gespiegeld
aan de merkwaardige tegenstelling tusschen de
ervaringen in den laatsten tijd opgedaan met het
socialisme in Duitschland en met het socialisme
in Engeland, in de Skandiiiavische landen en in
Zwitserland. In Duitschland^is het socialisme ver
pletterd; in de andere genoemde landen heeft het
daarentegen in de laatste weken belangrijke over
winningen behaald.
Het standpunt, dat de commissie inneemt ten
aanzien van de verhouding tusschen kiezers en
volksvertegenwoordigers, laat aan duidelijkheid
niets te wenschen over.
De commissie keurt het bindend mandaat af.
Zij acht slechts een advies van de kiezers aan de
volksvertegenwoordigers geoorloofd, welk advies
door de gekozenen ernstig behoort te worden over
wogen, maar dat niet vergezeld mag gaan van
bedreigingen of waarschuwingen, die er het
karakter van een. gebod aan zouden geven.
De commissie verklaart voorts eenparig, dat
een partij-organisatie slechts bij uitzondering en
ten aanzien van zeer gewichtige aangelegenheden
een voorafgaand advies aan de gekozenen behoort
uit te brengen, en dat de partij-organisatie uiterst
voorzichtig behoort om te gaan met haar recht,
een gekozene, die eerlijk en nauwgezet naar zijn
ernstige overtuiging heeft gehandeld, uit te
noodigen zijn mandaat neer te leggen.
De commissie verklaart tenslotte, dat zij geen
oordeel wil uitspreken over de vraag, of de partij
organisaties, die in den laatsten tijd adviezen over
gemeenteraden hebben uitgebracht, alleszins wijze
raadgevingen aan de gekozenen hebben verstrekt.
Dat zwijgen is veelzeggend. En de vingers van
den secretaris der commissie, Mr. (J. van den
Bergh. een der slachtoffers van de bedenkelijke
handelwijze der Amsterdamsche federatie tegen
over dit zeer verdienstelijk raadslid, zullen getrild
hebben, toen hij deze woorden uit zijn pen deed
vloeien.
Het valt te hopen en te verwachten, dat deze
kentering in den geest der S.D.A.P. in de naaste
toekomst ook uit de daden van haar afgevaardigden
zal blijken.
Het is te betreuren, dat er iri geen van de drie
grootste gemeenten des lands meer socialistische
wethouders zijn, die deze schoone theorie in daden
kunnen omzetten. In Amsterdam en Rotterdam
was dat onvermijdelijk. In die steden is gebleken,
dat de S.D.A.P. voor de onvermijdelijke bezuini
gingen niet mede de verantwoordelijkheid wilde
Inhoud:
34'
Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Kentering
in de S.D.A.P. '
Prof. Mr. F. G. Scheltema, De. intelleclueele
balling. H. B. van der Eist, De Duitschers
en Gencve.
i.. J. Jordaan, Duitsche verkiezingen.
Melis Stoke, Sinterklaasverrassingen.
J. F. Dceve, Basserman.
5. C. van Wessem, Muziek. B. van Vlijmen,
Cadeaustelsel.
6. Otto van Tussenbroek, Nieuwe uitgaven.
j. Dr. Jac. P. Thijsse, Boomen in den winter.
9. Lou Lichtveld, De Spaansche? vrouw en de
verkiezingen.
10?ir. B. Modderman, Japansche demonen.
12. Mr. H. Scholte, Tooneel.
!3- L. J. Jordaan, Bioscopy.
14. Theo Uden Masman, Louis Armstrong.
15. C. A. Klaasse, Pretoria hypotheek.
16. A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilder
kunst.
ij. Uit hel liladschrift van Jantje. Alida
Zevenboom, Croquante croi/uetjes.
18. Melis Stoke, Het corporatieve gezin.
18?19. Theun de Vries, Alessandra maakt
carrière, teekeningen J. J'. Doeve.
20. Charivaria. Letterraadsel.
Omslag: Spslproblemen.
Viooltj
VoortreffelQfc»
chocolade b» de»
Een specks&hM.
RINGER5
Let op den naam f
dragen. In Den Haag is dat allerminst gebleken.
In het voorloopig verslag van den Haagschen
gemeenteraad over de begroeting voor 1934.
nierken eerüge leden op, in wier woorden ik den
Vrijheidsbond meen te herkennen, dat de
sociaaldemocraten gebleken zijn niet betrouwbaar te zijn
ten aanzien van gezonde gemeeiitefinanciën. Met
den meesten nadruk voegen die leden daaraan toe,
dat dit vernietigend oordeel niet geldt voor den
heer Drees, den onlangs afgetreden wethouder van
financiën.
De nadruk, die op deze bewering wordt gelegd,
moet blijkbaar vergoeden, wat er aan logica en
argumentatie aan .ontbreekt. Immers de heer
Drees heeft als wethouder van financiën steeds de
medewerking gehad van zijn fractie. Er heeft in de
practijk geen onderscheid bestaan tusschen het
financieel beleid van de socialistische wethouders
en dat van de socialistische fractie.
Het rapport van de herzieningscommissie vestigt
den indruk, dat men in de toekomst voor een ge
zonde democratie op de S.D.A.P. zal kunnen
rekenen. Dat is een heugelijk feit. Omdat een
gezonde democratie in Nederland heel wat beter te
verwezenlijken valt met de medewerking van de
S.D.A.P., dan met de S.D.A.P. in oppositie.
A. C. JOSEPHUS JITTA.