De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 november pagina 1

25 november 1933 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

V l' f ? GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. C Josephus Jitta Redactenren:L.I.Jordaan9F.O.ScheltemaenM.Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Oem. Giro 0.1000 Opgericht in 1877 No. 2947 Zaterdag 25 November 1933 Erkenning van Sowjet-Rusland Ir. A. Plate Een handelsovereenkomst gewenscht Het Nederlandsche bedrijfsleven staat voor de moeilijkheid, dat het moet blijven expbrteeren. De hinderpalen, welke den buitenlandschen handel in den weg worden gelegd, mogen den export be moeilijken, maar meer nog^ dan eenig ander land ter wereld (Denemarken misschien uitgezonderd) moet Nederland zjjn producten aan het buitenland vèrkoopen .om daarmede graan, erts, kali, koper, lood, zink en tal van andere producten, welke het niet voldoende kan voortbrengen of waarover zijn bodem niet be schikt, te betalen. Ook fabrikaten, welke om .bijzondere redenen niet in ons eigen land met voldoende kans op profijt kunnen worden vervaardigd, moeten uit het bui tenland worden betrokken. Ook daarvoor moeten wij andere, zelf gemaakte fabrikaten, kunnen uitvoeren, of wij moeten als ruil onze schepen vrachten voor het buitenland kunnen laten vervoeren. Nederland is dan ook altijd een land van grooten uitvoer geweest. Deze uitvoer richtte zich in hoofd zaak naar onzen oosterbuur Duitschland en naar het westen naar Engeland, welke beide landen tezamen bijna de helft van onzen geheelen export opnamen. Verder namen nog Belgiëen Frankrijk een vrij behoorlijke hoeveelheid van onze pro ducten af. De vier landen tezamen kochten in 1932 ongeveer driekwart van onzen geheelen uit voer naar de hoeveelheid gerekend, en ongeveer tweederde naar de waarde. Zoolang het met het internationaal handels verkeer nog behoorlijk liep, bestond er tegen deze beperkte oriëntatie van den uitvoerhandel geen bezwaar. Nu Duitschland er naar streeft om zijn 'modern industrieel bedrijfsorganisme weer terug te schroeven tot een soort middeleeuwsche Wirtschaft en nu Engeland zich sterk in protectionis tische richting tracht te ontwikkelen, blijkt hoe kwetsbaar ons handelsstelsel is. De verandering in houding van slechts twee landen in de wereld fnuikt onzen uitvoer reeds in zeer bedenkelijke mate. Nederland moet, om met zijn acht millioen inwoners niet op een zeer laag welvaartspeil terug te zakken, blijven exporteeren. Dit beteekent, dat het nieuwe markten moet zoeken, nu de oude markten zooveel minder toegankelijk zijn. Onze handel zal zich dus in de wereld opnieuw moeten oriënteeren. Het land, dat ongeveer 160 millioen menschen herbergt, wien het bijna aan alles ont breekt, komt dan vanzelf op-de lijst te staan van nieuwe exportgebieden, waaraan aandacht moet worden gewijd. Voor ons is de tijd rijp om meer zaken met Rusland te gaan doen. Ongeveer een half jaar geleden bezochten mij twee Hollandsche boeren. Talen spraken zij niet of nauwelijks. Maar zij hadden gereisd. Denemarken, Italië, ook Rusland hadden zij bezocht. Je komt altijd wel met iets thuis," vertelden zij. Zij wilden overtollig vee naar Rusland vèrkoopen. Met al het protectionistische gedoe komt men geen stap verder. Het vee moet eruit, inplaats van het af te slachten". Het ontbrak alleen aan een behoorlijke organisatie, aan een behoorlijk stelsel om met Rusland tot zaken doen te komen. Eenige maanden later hoorde ik, dat deze boeren er in waren geslaagd om een flinke partij Nu Amerika is overgegaan tot erkenning van Spwjet-Rusland, Frankrijk den band met de U.S.S.R. sterker toehaalt en tal van andere landen belangrijken handel drijven met Rusland, be staat het gevaar dal een afzet gebied van Nederland^ verloren gaat.Wij plaatsen daarom gaarne nevenstaand artikel van Ir. A. Plate, die het afsluitenvan een handelsovereenkomst bepleit. varkens aan Rusland te vèrkoopen. Dit zijn de menschen, die verder zien ijan de grens van ons land, die zich niet blind staien op moeilijkheden en die niet dadelijk departementen plat loopen als er in hun bedrijf wat mis gaat. Dit zij n de landbouwers, die naar oplossingen zoeken en zich niet overgeven aan agitatie en protest. Hier werkt de geest, welke ook de Twentsche industrieelen bezielde en dit nog doet, welke hen hun zonen de we reld in doet zenden om te ,leeren wat internationale handel is. Rusland voerde in 1931 in Ne derland ongeveer het zestienvou dige in van het bedrag dat Neder land naar Rusland exporteerde. De Russische invoer in Nederland bedroeg in 1931 ruim zeventig millioen gulden, een belangrijk cijfer. Sedert 1928 was het meer dan verdrievoudigd. In 1932 zakte onze import uit Rusland tot de helft terug, maar bedroeg toch nog het achtvoudige van onzen uit voer erheen. In de eerste helft van 1933 steeg relatief onze uitvoer naar Rusland, maar bleef in waarde toch minder dan de helft van onzen invoer. De moeilijkheden tusschen Rusjand en Engeland zullen aan het verschijnsel van onzen vermeer derden uitvoer niet vreemd zijn geweest. De Russische handel is, zooals men weet. geheel geconcentreerd. De Sowjet staat daardoor sterk bij onderhandelingen. Sedert Nederland zijn graancentrale heeft, is in onze positie verandering gekomen. Het moet thans mogelijk zijn, om in Rusland den afzet van een veel grooter kwantum Nederlandsche producten dan vroeger te verzekeren tegen normale betalings condities. Ook voor de scheepvaart kan nu, in ruil van graan, bedongen worden, dat schepen onder Nederlandsche vlag niet meer aan zware heffingen bij aandoen van Russische havens worden, onder worpen. De gevangenneming van Engelsche inge nieurs in Moskou bracht tijdelijk de Engelsche schepen uit de vaart, waarvan de Nederlandsche scheepvaart profiteerde door chartering van onze schepen door de Sowjet-bureaux. Dit voordeel is ons weer ontgaan. Thans zal door middel van een elementairen ruil de groote/import van Russisch graan in ons land moeten 'worden gebruikt ojn onzen export en onze scheepvaart in beter con ditie te brengen. Ook hout wordt in groote hoeveel heden door Rusland bij ons geïmporteerd. Het zal waarschijnlijk moeilijker zijn om dat artikel in den ruil te betrekken, zonder ons zelf schade te be rokkenen. Zien wij het goed, dan zijn onze hout importeurs meer op de Russische leveranties van hout aangewezen dan onze graanhandel op die van Russisch graan. Graan komt uit veel landen van de wereld; bij hout zijn wij meer afhankelijk. Volgt uit dit alles, dat Nederland goed doet Rusland de jure te gaan erkennen? Noodzakelijk is dit niet. Met het afsluiten van een handels verdrag of van een eenvoudige ruilovereenkomst kan onze uitvoerhandel worden bevorderd, een politieke erkenning is daarvoor niet noodig. Voor Hollanders, die in Rusland moeten reizen, zou de aanwezigheid van een gezantschap of van Viooltjes Voortreffelijke chocolade In dm vorm van viooltje*. . Een spectoltteft. , RINGERS Lef op den consulaten meer beveiliging kunnen beteekenen. Daartegenover staan bezwaren. Vestiging van een Russisch gezantschap in Den Haag brengt een aantal Russische ambtenaren in ons land, wier doen en laten moeilijk te controleeren valt. Enge land heeft dienaangaande ervaring opgedaan. De Engelsche Regeering heeft destijds, toen de bplsjewistische propaganda van uit de vreemde ambassade haar te machtig werd, den knoop doorgehakt door tegen alle regels in, het gebouw te laten onder zoeken. Inmenging van Moskou in onze koloniën, waar van wij reeds eenmaal door eigen onachtzaamheid de wrange vruchten hebben geplukt, is moeilijker te beletten, indien er een officieele vertegenwoordi ging in ons land gevestigd is. Er bestaan dus redenen om met een erkenning de jure nog steeds voorzichtig te zijn. Zelfs Ame rika, dat op het oogenblik wel redenen heeft, met Rusland samen' te gaan, heeft geaarzeld, alvorens de beslissing tot erkenning te nemen. Voor afsluiting van een handelsovereenkomst is echter de tijd overrijp. Moreele bezwaren, om met Russen voor wat ook aan de groene tafel te gaan zitten, hebben jaren lang zwaar gewogen. Dat bij RoomschKatholieke ministers, in verband met hetgeen de Bolsjewisten de Kerk hebben aangedaan., geen animo bestond voor relaties, viel te begrijpen. Ook bij anderen werd handeldrijven met Rus land lang nog als een kwaad gevoeld. Zelfs Treub, die geen last had van overgevoeligheid, bezwoer, een week vóór zijn dood, de leden van de Maat schappij voor Nijverheid, om niet de immoreele daad van handel drijven met Bolsjewisten te begaan. Maar de toestanden wijzigen zich en daarmede ook de inzichten. Roomsch-Katholieke moralisten in ons land gaven als hun meerling te kennen, dat bevordering van onzen handel op Rusland op grond der Roomsch-Katholieke leerstellingen niet valt te veroordeelen. De tijd verzacht. Men neemt minder aanstoot aan het Russische régime. Men begint in te zien, dat men niet te doen heeft met een troep boosdadige opstandelingen, maar met een régime, dat eenvoudig heel anders is dan het onze. Zoolang wij in ons eigen land en in onze koloniën ons maar kunnen vrijwaren voor invloeden, die voor ons volk glad verkeerd zijn, kan het ons tenslotte zoo koud als Siberiëzelf laten, op welke grondslagen de maatschappij ginds is opgericht en hoe daar da staat wordt bestuurd. Het gaat tenslotte om een nuchter economisch ge val r de bevordering van onzen uitvoer, wat voor ons volksbestaan broodnoodig is. Ook met China, Venezuela, Chili, Cuba drijven wij handel als wij kunnen, zonder gemoedsbezwaren, zonder ons te bekommeren omtrent de in die landen heerschende moraal. Er is geen reden om tegenover Rusland anders te doen. Ons eigen belang dwingt ons om tot een over eenkomst te geraken. Het wordt hoog tijd, vooral nu zelfs Frankrijk den band met Rusland nauw gaat aan halen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl