De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 november pagina 12

25 november 1933 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

Ontwakende Jeugd" Rechts Hert ha i hiele en H. Noack <f v rflt, -tl' Streef' Amerika lacht Na Gplddiggers", 42nd Street" ... .Amerika lacht! Het is een merkwaardige lach een tikje hysterisch en tamelijk hart verscheurend. Daar was een tijd in- de laatste jaren van het Tweede Keizerrijk dat Parijs een der gelijke suspecte vroolijkheid kende. Het rijk van Napoleon III, dat tragische complex van plutocratie, corruptie en cocotteheerschappij neigde naar zijn laatste dagen. Geen individu durfde eraan te denkeu, maar het collectieve bewustzijn scheen het te weten en wat in den dagelijkschen omgang angstig werd verzwegen, uitte zich in het theater dier dagen.... f renetiek en hartstochtelijk. Offenbach's operette's schreeuwden het uit: Wij dansen op een vulkaan.. . .laat ons eten, drinken en vroolijk zijn, want morgen komt het einde !" Men spreekt gaarne van de eeuwige jeugd en frischheid van Offenbach's muziek als ver klaring voor haar onverwoestbare po pulariteit wie aandachtig een cancan" beluistert gelooft veeleer aan een navrante tragiek achter deze desperate vroolijkheid. En daar mee aan de ware oorzaak, die deze cynische, elegante en scabreuze melo dieën onvergankelijk maakte als wran ge prenten van een Daumier. Heeft er iets dergelijks plaats mu tatis mutandis in het amusementsleven van Amerika? Men aarzelt het uit te spreken de tijdgenoot is ge woonlijk de laatste om in zulke zaken te kunnen oordeelen. Maar hoe dan ook er zit iets in de jongste notities, welke de onvermurwbare chroniqueur, de Film, maakte dat onze gedach ten . sterk deze richting uitdrijft. Dit is iets anders dan de béte protserij der eerste klankfilms. Showboat", The Jazz-Singer", Singing Fooi" . . . .het was alles n pot nat: sen timentaliteit, zelfvoldaanheid, leege pralerij. Hierin is een curieuse wen ding gekomen en niet alleen in de uiterlijke behandeling der materie. Wat dit laatste betreft ik noteerde het reeds in de bespreking van Golddiggers": de camera in de stalles, onbeweeglijk aan haar plaats geke tend, werd vervangen door het scherp observeerende, intelligente en alom tegenwoordige kino oog. Maar be halve dat voelt men in deze conventioneele coquetterie met het populaire achter-de-coulissen-eener-revue" een andere mentaliteit.... harder, eer lijker, triester. Wat in do z.g. gang sterfilms werd begonnen en in de fameuse gevangenisfilms haar hoogte punt bereikte, vormt ook den grond toon van het nieuwe genre, dat Warner Brothers met een eigenaardigen zin voor originaliteit lanceeren. Dezelfde bittere, harde zelfcritiek hetzelfde genadelooze snijden in eigen vleesch kenmerken een Golddiggers" en een ,,42nd Street". Voor het oog Revue Repetitie AMUSEMENTSK Lloyd Bacon: 42nd Ontwakende Jeu is het de oude extravagantie in het ten toonstellen van pompeuse decor's en vrouwenvleesch maar achter dit gemaquilleerde masker woelen despe rate gedachten. De handeling die, oppervlakkig beschouwd, niets anders wil dan de heethegeerde, pikante bijzonderheden van het vaudevilleleven onthullen, explodeert hier en daar in kreten van wanhoop en vertwijfeling. Tusschen de tamelijk on waarachtig aandoende momenten van sentimenteele kameraadschap en rose liefdesidyllen in deze wereld van ver bitterden strijd en onder den voet geloopen moraliteit, grijnst ons een ont stellende mentaliteit in al haar naakt heid tegen. De dialoog, in zijn moei lijk te volgen slang" zeer vlot ge sproken, bevat hiervoor tal van aanwijzingen die het oor van den gemiddelden toeschouwer waarschijn lijk voorbijgaan. Harde waarheden, bittere conclusies worden met non chalante snelheid de zaal ingeslingerd, die vreemd contrasteeren met de furieuse schittering der miseen-scène en den stereotiepen schminkglimlach der girls. Daar is reeds dadelijk de aanhef: de ..producers" bespreken de nieuw te ensceneeren show met den director Julian Marsh, regisseur van vele B.roadway-hits. Een revuestar, Dorothy Broek, moet en zal de hoofdrol vervullen wanneer men althans den finantieelen steun van haar arnoureuseri ..beschermer" niet wil ont beren. ..Kiddie Kar, manufacturer from Ohio" zegt een der producers tot Marsh ,,has agreed to finance anything she does. ..." Waarop deze koeltjes antwoordt: I'll give you a good show in spite of that. Stars are a dime a dozen." Met deze ruwe ontgoocheling voor de" show-lekkerbekken zet de merkwaardige dialoog in, die als volgt voortgaat: Prod.: ,.That's why v, e got you, Julian. Julian Marsh. . . . the greatest musical comedy director of to day ! Marsh: ..Wliat do you mean. . . . L\> day !" Prod.: ...All right, tomorrow. too. Say with your reputation. . . . " Marsh: ..Did you ever try to cash a reputation at a bank? I'm in this for one rcason only. . . .money !" In dezen geest wordt het gesprek BIOSCOPY L Warner Baxter als Julian Marsh" voortgezet, opmerkelijk goed gesehre-» ven en brillant gelanceerd, maar hard en genadeloos als een messengevecht. Een volkomen ontluistering van de hemelsche revue-vreugden, waaraan een gapend publiek zich zal te goed doen een bittere ontkenning tevens van de enkele sentimentaliteiten. die men er terwille van den man-op-degalerij heeft ingevlochten. Maar behalve in den dialoog laat zich de wrange mentaliteit het sterkst gevoelen in de voortreffelijke muziek. Ofschoon naar ik-meen, niet zoo goed als die van (Jolddiggers", illustreert /.ij op volmaakte wijze het cynisme

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl