Historisch Archief 1877-1940
Ontwakende Jeugd"
Rechts Hert ha i hiele en H. Noack
<f
v
rflt,
-tl'
Streef'
Amerika lacht
Na Gplddiggers", 42nd Street"
... .Amerika lacht!
Het is een merkwaardige lach een
tikje hysterisch en tamelijk hart
verscheurend. Daar was een tijd
in- de laatste jaren van het Tweede
Keizerrijk dat Parijs een der
gelijke suspecte vroolijkheid kende.
Het rijk van Napoleon III, dat
tragische complex van plutocratie,
corruptie en cocotteheerschappij
neigde naar zijn laatste dagen. Geen
individu durfde eraan te denkeu, maar
het collectieve bewustzijn scheen het
te weten en wat in den dagelijkschen
omgang angstig werd verzwegen, uitte
zich in het theater dier dagen.... f
renetiek en hartstochtelijk. Offenbach's
operette's schreeuwden het uit: Wij
dansen op een vulkaan.. . .laat ons
eten, drinken en vroolijk zijn, want
morgen komt het einde !" Men spreekt
gaarne van de eeuwige jeugd en
frischheid van Offenbach's muziek als ver
klaring voor haar onverwoestbare po
pulariteit wie aandachtig een
cancan" beluistert gelooft veeleer
aan een navrante tragiek achter
deze desperate vroolijkheid. En daar
mee aan de ware oorzaak, die deze
cynische, elegante en scabreuze melo
dieën onvergankelijk maakte als wran
ge prenten van een Daumier.
Heeft er iets dergelijks plaats mu
tatis mutandis in het
amusementsleven van Amerika? Men aarzelt het
uit te spreken de tijdgenoot is ge
woonlijk de laatste om in zulke zaken te
kunnen oordeelen. Maar hoe dan ook
er zit iets in de jongste notities,
welke de onvermurwbare chroniqueur,
de Film, maakte dat onze gedach
ten . sterk deze richting uitdrijft.
Dit is iets anders dan de béte protserij
der eerste klankfilms. Showboat",
The Jazz-Singer", Singing Fooi"
. . . .het was alles n pot nat: sen
timentaliteit, zelfvoldaanheid, leege
pralerij. Hierin is een curieuse wen
ding gekomen en niet alleen in de
uiterlijke behandeling der materie.
Wat dit laatste betreft ik noteerde
het reeds in de bespreking van
Golddiggers": de camera in de stalles,
onbeweeglijk aan haar plaats geke
tend, werd vervangen door het scherp
observeerende, intelligente en alom
tegenwoordige kino oog. Maar be
halve dat voelt men in deze
conventioneele coquetterie met het populaire
achter-de-coulissen-eener-revue" een
andere mentaliteit.... harder, eer
lijker, triester. Wat in do z.g. gang
sterfilms werd begonnen en in de
fameuse gevangenisfilms haar hoogte
punt bereikte, vormt ook den grond
toon van het nieuwe genre, dat
Warner Brothers met een
eigenaardigen zin voor originaliteit lanceeren.
Dezelfde bittere, harde zelfcritiek
hetzelfde genadelooze snijden in eigen
vleesch kenmerken een Golddiggers"
en een ,,42nd Street". Voor het oog
Revue Repetitie
AMUSEMENTSK
Lloyd Bacon: 42nd
Ontwakende Jeu
is het de oude extravagantie in het ten
toonstellen van pompeuse decor's en
vrouwenvleesch maar achter dit
gemaquilleerde masker woelen despe
rate gedachten. De handeling die,
oppervlakkig beschouwd, niets anders
wil dan de heethegeerde, pikante
bijzonderheden van het
vaudevilleleven onthullen, explodeert hier en
daar in kreten van wanhoop en
vertwijfeling. Tusschen de tamelijk on
waarachtig aandoende momenten van
sentimenteele kameraadschap en rose
liefdesidyllen in deze wereld van ver
bitterden strijd en onder den voet
geloopen moraliteit, grijnst ons een ont
stellende mentaliteit in al haar naakt
heid tegen. De dialoog, in zijn moei
lijk te volgen slang" zeer vlot ge
sproken, bevat hiervoor tal van
aanwijzingen die het oor van den
gemiddelden toeschouwer waarschijn
lijk voorbijgaan. Harde waarheden,
bittere conclusies worden met non
chalante snelheid de zaal
ingeslingerd, die vreemd contrasteeren
met de furieuse schittering der
miseen-scène en den stereotiepen
schminkglimlach der girls.
Daar is reeds dadelijk de aanhef:
de ..producers" bespreken de nieuw
te ensceneeren show met den director
Julian Marsh, regisseur van vele
B.roadway-hits. Een revuestar,
Dorothy Broek, moet en zal de hoofdrol
vervullen wanneer men althans den
finantieelen steun van haar
arnoureuseri ..beschermer" niet wil ont
beren. ..Kiddie Kar, manufacturer
from Ohio" zegt een der producers
tot Marsh ,,has agreed to finance
anything she does. ..." Waarop deze
koeltjes antwoordt: I'll give you
a good show in spite of that. Stars
are a dime a dozen." Met deze ruwe
ontgoocheling voor de"
show-lekkerbekken zet de merkwaardige dialoog
in, die als volgt voortgaat:
Prod.: ,.That's why v, e got you,
Julian. Julian Marsh. . . . the greatest
musical comedy director of to day !
Marsh: ..Wliat do you mean. . . .
L\> day !"
Prod.: ...All right, tomorrow. too.
Say with your reputation. . . . "
Marsh: ..Did you ever try to cash
a reputation at a bank? I'm in this
for one rcason only. . . .money !"
In dezen geest wordt het gesprek
BIOSCOPY L
Warner Baxter
als Julian Marsh"
voortgezet, opmerkelijk goed gesehre-»
ven en brillant gelanceerd, maar hard
en genadeloos als een messengevecht.
Een volkomen ontluistering van de
hemelsche revue-vreugden, waaraan
een gapend publiek zich zal te goed
doen een bittere ontkenning tevens
van de enkele sentimentaliteiten. die
men er terwille van den
man-op-degalerij heeft ingevlochten.
Maar behalve in den dialoog laat
zich de wrange mentaliteit het sterkst
gevoelen in de voortreffelijke muziek.
Ofschoon naar ik-meen, niet zoo goed
als die van (Jolddiggers", illustreert
/.ij op volmaakte wijze het cynisme