Historisch Archief 1877-1940
'"f!
m
'
w;
v
»NÉEL EN Fl LM
tree f in Tuschinski
/" in Rembrandt
J. JORDAAN
sn de hopeloosheid, die*in~dit schit
terende poppenspel aan de touwtjes
3-ekken.
De intrigue zelf van ,,42nd6treet"
is merkwaardig gelijkvormig aan die
van Golddiggers" zij werd kenne
lijk bijzaak tegenover het
allesoverheerschende thema dier vreugdelooze
vreugde. Ook hier een revue brood
en levensmogelijkheid gedurende eeni
ge maanden voor tallooze arme slok
kers die afhangt van het improvisa
torisch opnemen der hoofdrol door
een twédeplansfigtrur. Het geval als
zoodanig is aanzienlijk minder over
tuigend dan in de andere film, waar
de invaller tenminste nog het bewijs
leverde een goede stem en voor
drachtscapaciteiten te bezitten. De
ster, die hier plotseling het volle
gewicht der pompeuse vertooning op
haar tengere schoudertjes te dragen
krijgt, doet ons tamelijk sceptisch op
kijken. Ruby Keeler, echtgenoote van
Al Jolson, is wel verre van een
domineerende figuur veeleer de zwakste
en vervelendste verschijning uit de
bonte verzameling. Een onverdraag
lijk blomzoet gezichtje en een con
ventioneel gebarend figuurtje is alles
wat zij ter rechtvaardiging van haar
plotselinge promotie kan inbrengen.
en wij hebben eenige moeite door
»
haar onbeduidende verschijning ons
niet allen smaak in het geheel te doen
bederven.
Gelukkig staat daar tegenoven. de
werkelijke hoofdrol van de film, de
director" Julian Marsh, fameus ge
speeld door Warner^Baxter. De
radelooze overspanning van dezen
Broadway-tijger, zijn vechten tegen een
wurgende uitputting, zijn buien van
wreede tyrannie'en ruwe kameraad
schap, zijn ketteren en zijn smeekeii. .
het wordt alles met een klemmende
overtuiging gegeven. Inderdaad leeft
in hem dat wonderlijke product onzer
dagen, de artist-werkman, voortdu
rend balanceerend op de grens van
artistieke vervoering en brute zake
lijkheid, ten voeten uit. Ik heb de
rol van Warner Baxter als ,. Julian
Marsh" onverdeeld bewonderd en er
de menschelijke en maatschappelijke
juistheid ten diepste van gevoeld.
Naast hem treden al de anderen
naar het tweede plan'tërug, hoewel ook
de Dorothy Broek" van BébéDanitls
en de ,,Ann" van Ginger Rogers (de
laatste misschien wat al te scherp
gecontoureerd met haar 'monocle)
voortreffelijke typeeringen zijn. Een
bijzonder goede beurt maakt ditmaal
de eigenaardige figuur van Guy
Keebee als Abner Dillon", de rijke ^be
schermer" van Dorothy een zure
proletenrol, die hem veel beter ligt
dan de blijspel-notaris in
Golddiggers".
Over ,,12nd Street" als film valt
na Golddiggers" weinig te zeggen.
Men ontmoet er dezelfde
camerabeOntwakende Jeugd" Paul Henckels (Dr. Hepp) en Heinrich George (Rector)
handeling met haar als geometrische
figuren geziene revue-momenten
dezelfde rapheid van beweging
dezelfde lenige, verrassende behande
ling van beeld en geluid- Ook wil het
mij voorkomen dat de regie, gelijk
reeds in den aanhef op het producers
kantoor werd getoond en later uit
de behandeling der voortreffelijke re
petities blijkt, niet voor die van
Mervyn Le Roy behoeft onder te
doen. Wij staan, hier als altijd voor de
typisch Amerikaansche hanteering van
het levend materiaal, die het zoekt in
een adembeklemmende R
cksichtslosigkeit, een bijna sadistische hard
heid zonder een moment van ver
dieping, verteedering of mildheid....
maar prikkelend en opzweepend als
een winterstorm.
Summa summarum: een belang
wekkende film -?curieus mixtum
van oppervlakkige schittering en
ortstellend cynisme. Een film, waarin
Amerika lacht op een wijze die doet
huiveren.
Ontwakend»' jeugd. Kom brandt
In aansluiting aan de bespreking
van deze film in het nummer van de
vorige week. plaatsen wij hierbij nog
een tweetal foto's.
Haagsche Monumentenzorg
Het is merkwaardig hoe hardnek
kig sommige leden van eeu stads
bestuur in het kwade zijn. Het is
hun misschien gemakkelijker dan
privé-personen dat te zijn, want voor
een uiterst klein deel ? (als
belastingbetalenden) hebben zij slechts te
vergoeden, wat zij aesthetisch mis
doen. Maar het is toch niet aangenaam
dit telkens te moeten ervaren en er is
iets laatdunkecds in de handhaving
door incompetenten van hun gezag,
en niet n keer maar verschillende
keeuen. Wij zijn toch allen overtuigd,
dat het monument" van Van
Lunteren op de brug bij het Bosch een
der grootste mislukkingen is in de
beeldhouwkunst, die wij in den laatsten
tijd hebben zien gebeuren. Dit mo
nument" mist alle eigenschappen van
een goed beeldhouwwerk. Het is
noch geslaagd als massa tegen de
lucht; het is onvoldoende als groe
peering; het is meer dan arm als
psychologische typeering van de fi
guren der groep. En er heerscht
wat deze mislukking aangaat, een
merkwaardige eensgezindheid
tusschen bevoegden en leeken en deze
eensgezindheid is duidelijker nog
geworden door spotzieke artikelen in
de ,,degelijkste" bladen zelf. /ij heb
ben zulke degelijke bladen zelfs tot
koddige aanvallen gebracht.
Xu zoudt go denken, dat de in
stanties die over zulke zaken in den
Haag gaan toch eenige aandacht
zouden gewijd hebben aan deze ont
stemming, die alleszins was gefun
deerd. Maar ze hebben dat niet ge
daan; zij hebben van Lunceren iets
gegund waar hij voorbij te gaan
was. PI.
,,42nd Street"
Grooté'sta isdecor