De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 november pagina 15

25 november 1933 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

AGNERVEREENIGING Lully: Acis et Galatee Rayel: l'Heure Espagnole C. VAN WESSEM Een operaopvoering van Lully is om haar zeld zaamheid reeds een evenement. En het is alweer de Wagnervereeniging, aan wie wij reeds zoovele belangrijke opvoeringen danken, die voor dit «venement zorgde en op de exquise wijze, waarmee izij gewend is haar opvoeringen te verzorgen, zoodat elk zoo'n opvoering tevens een datum wordt in «nis Amsterdamsch muziekleven. De keuze van een opera van Lully, die in zijn tjjd de groote man van de Fransche opera werd, haar grondvester, hoewel hij Italiaan van geboorte ?was en haar eerste opbouw met Italiaansche elemen ten wat de muziek betreft bewerkstelligde, was alleszins-frappant. Het'werd een kennismaking en tegelijk een proef op onzen hedendaagschen smaak «n gevoeligheid: hoe zouden wij 20ste eeuwers op dit soort vertooning en muziek, een vertooning naar het uiterlijk aan de door Lodewijk XIV, wiens hofmusicus Lully was, zoo geliefde allegorische balletten verwant, wel reageeren ? Zou deze muzikale dramatiek, waaraan psychologisch karakter aog vreemd was ons een paar uren lang kunnen boeien, zou haar wezen ons raken anders dan als curiositeit? Wij wisten wel dat Lully's eigen tijd zijn werk hoogschatte en dat zijn opera's ook buiten de grenzen populariteit ge noten. Maar de afstand tusschen 17e en 20ste eeuw is vooral in wat men op de planken is gaan eischen groot. Uit de voorbereidingen konden wij in ieder geval vernemen, dat alles in het werk zou worden gesteld aan de opvoering van de Pastorale héroïque ,,Acis et Galatée", alle charme te geven, die haar ook in haar eigen tijd gekenmerkt moet hebben, met de doorzichtige, sobere orkest- en clavecimbelbegeleidingen en de allegorische aankleeding, en een stemmig voordoek, door AndréBoll geschil derd, dat het geheele Lodewijken-tooneel van dien tijd weerspiegelt met zijn coulissen en kroon luchters, gelijk wij het van oude prenten kennen. Een herleving dus in alle opzichten, waarmee het werk zijn volle maat werd gegeven. Eén enkele concessie deed de Wagnervereeniging aan onzen eigen tijd: diens afschuw van lengte bracht haar er toe toch een paar coupures in het lange werk aan te brengen. En, wellicht om ons ?te verzpenen, wanneer het ons toch te machtig mocht zijn gebleken wat wij van den ouden tijd hadden gekregen voegde zij er als slot de kleine eenacter van Ravel, l'Heure, espagnole" aan toe. Een geenszins willekeurige toevoeging overigens. Beide werken toch zijn naar den speelschen geest met elkaar verwant en 17e eeuw en 20ste eeuw, hoe zeer ook verschillend vooral naar de uitwerking van de intrige in hun spelen, vinden elkaar in bekoring, in lichtheid, in schoone verbeelding. Nu werd het herderspel" van Lully aangevu l Maurice Ravel Costuums l'Heure Espagnole" Pierre Monteux Teekening van J. F. Doeve met het herdersuurtje" van Ravel. De 17e eeuw bracht de herders, nymphen en booze geesten (cyclopen) van haar tijd, met de intriges, waarbij de goden ex machina optreden, in het 20ste eeuwsche spelletje van Ravel is de pastorale een humoristisch liefdesavontuur geworden tusschen de ,,eenvoudigen" en de ontwikkelden", tusschen volksmenschen en intellectueelen en het is het primitieve recht van den sterke de krachtige armen van den ezeldrijver, die alle minnaars van Concepcion, die zich verborgen hebben in de klokken, met klok en al de trap opsjouwt , dat uiteindelijk triomfeert in de liefde van de vrouw. Maai; als geheel, met de muziek samen, is dit, door de plastische muzikale trekjes, die de componist er aan weet te geven, met de uiterste charme uit gewerkt. In ieder geval was de toevoeging van Ravel's muzikaal comedietje als nastukje een keuze, die den totaalindruk, gedomineerd door Lully , niet kon schaden. En zoo hebben wij dan Donderdagavond in den Stadschouwburg zelf kunnen oordeelen. Wij kunnen niet anders zeggen: de Wagner vereeniging heeft de opera Acis et Galatée" van Lully uitgebracht" op een wijze, die ons heeft geboeid. In alle opzichten heeft het juiste gevoel voor de verhouding van onsen tijd tot zulk een werk1 als dat Van Lully bij de vereering en de opvoering meegewerkt om het geheel voor ons toegankelijk te maken. Wat dit resultaat betreft komt hierbij in de eerste plaats aan de costuums en decoraties van AndréBoll alle lof toe: deze wonnen van den ouden tijd al het karakteristieke af en wisten tevens het overtollige, de voor ons doelloos geworden over dadige franje, weg te laten. B.v. wat Boll in het derde bedrijf tot stand bracht, was uit het oogpunt van decoratie een kunstwerk, zoo volmaakt wist hij met de soberste middelen de volkomen illusie te geven van wat juist in dien ouden tijd in den overdaad grandioos moest hebben gewerkt: het opgebouwde van het landschap tot een soort allegorie, hier, bij Boll, bereikt door de aan weer zijden opgestelde steile hooge rotsencoulissen, overwelfd met triomfbogen van wolken, een soort natuur-apotheose, waarin de god als op een troon omhooggevoerd uit de golven verrijst. Dit moment werd, mede door een kunstige belichting, van een beklemmende schoonheid, een allegorie in een allegorie.... Het geheele derde bedrijf werd trouwens het belangrijkste van de geheele opera, ook wat de muziek betreft, die, na de zachte harmonische en vloeiende bewegingen der melodieën van de voor gaande bedrijven, felle kleur en wezenlijker dramatische bewogenheid aannam, om dan in het sierlijke en zwierige ballet der zeejonkvrouwen een ballet, dat een wezenlijke dans van zuivere en deinende bewegingen werd, onder de leiding van Vvonne Georgi geheel het uiterlijk van het divertissement royal" aan te nemen, dat Boll als doeleinde' bij zijn aankleeding en deco raties steeds voor oogen zegt te hebben gehouden. De vertolkers der personen in de opera voldeden allen goed, zonder dat zij bepaalde sterren bleken, geen blonk opvallend boven den ander uit, en dat kwam feitelijk het homogene karakter en het geheel ten goede. Het waren allen Fransche artiesten, die in den stijl wisten te blijven en niet naturalistischer" optraden dan deze stijl voorschreef. Des te meer lieten zij zich gaan in Ravel's L'Heure espagnole". Misschien was de overgang naar actie" te opvallender, omdat zij bij Lully ingehouden moest blijven. Hier kregen wij het moderne realistische" muzikale tooneel, dat Ravel, met zijn muzikale humoristische effecten toch zeer nadrukkelijk onderstreept en waarbij hij zijn spel speelt met de oude aria's en den declumatorischen toon van den operazanger. Het werd een bewegelijk en frisch geheel, vlot en geestig verliepen zoowel actie als muziek, het was de ware klucht", zooals de antieken die op de tragedie" plachten te laten volgen. Pierre Monteux was de muzikale leider van beide werken, en hij wist zoowel het gebondene bij Lully als het uitgelatene bij Ravel goed tot zijn recht te laten komen. In het succes van dit geslaagde heeft hij dan ook zijn groot en belangrijk aandeel gehad. En wij mogen de Wagner-vereeniging naast onze gelukwenschen ook onzen dank geven, dat zij aan Monteux de leiding heeft toevertrouwd, waardoor deze opvoering alweer die prachtige prestatie is kunnen worden, waar mede zij als organisator, naast de uitvoerenden, alle eer in legde. Nieuwe uitgaven PMmund Hahn, Lisa wordt, vrouw. Vertaald door Tony de Ridder. Amsterdam, L. J. Veen's uitgevers maatschappij. Konstandinos Theotokis, De veroordeelde. Ver taling uit het nieuw-grieksch van Drs. G. H. Blanken. Uitgave Schuyt, Velsen. Jean Baptiste Lully

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl