Historisch Archief 1877-1940
22'
De Groene Amsterdammer van 25 November 1933
No 2947
Uit het kladschrift van Jantje
K**l
Pkf-Wf*
Croquante croquetjes
Alida Zevenboom
Een mensch beleeft tegenwoordig
wat. Wij zaten, te schemeren, want
daar houd ik van. Je komt dan na
een drukken dag wat tot rust en het
is heel wat om een flat schoon te
houden met een meneer om je heen
met huiselijk verkeer, die overal zijn
asch neergooit en nooit zijn voeten
veegt vóór je het. van boven naar
beneden drie keer geschreeuwd hebt,
en zoo zaten wij heel genoeglijk bij
de -centrale verwarming die erg ge
zellig tikte en boven hadden ze de
Vara aan en links naast me de Kro
en rechts van me kreeg dat malle kind
pianoles van een meneer met een
groote f lambard en elk oogenblik hoor
de je niets zoodat u zich de rest wel
voorstellen kan, want het is een spook
met haar draaierige maniertjes en die
leeraar vertrouw ik ook niet al mag je
geen kwaad van je medemensch den
ken, en Piet begon van den weeromstuit
mee te neuriën en dan mis ik wel eens
mijn warme stoof toen kleine AH in
eens zei:
Tantetje ?
Wat is er liefke, zei ik, want in
mijn hart houd ik van dat kind.
? Tantetje, u moet me helpen !
-?? Hoe heet ie? vroeg ik want als
in mijn tijd een meisje tegen een moe
der of tantetje zei, dat ze haar helpen
moesten, dan was het altijd over een
jongmensch dat drie huizen ver onder
de lantaarn stond te wachten.
Hij heet niet, zei Ali. U moet me
helpen. Ik wil voor de film spelen.
Ik dacht dat ik een flauwte kreeg.
Dat ontbrak nu nog net aan mijn
geluk. Neef Bertus van de Brandweer,
die me net had uitgelegd, dat ze zoo
zijn salaris gaan korten, dat hij er niet
van kan komen, was met vijf en
twintig gulden van me weggegaan en
nu dit.
Je bent gek, zei ik. Weet je wel
wat er voor de film speelt en wou je
soms ook driemaal in de week schei
den?
Ze zeggen op kantoor, dat ik
een echt film-hoofd heb en dat het
zonde is dat ik. ...
In de film is ook al de klad,
zei meneer Stiefstra, die er bij zat,
en de dollar wordt twee kwartjes.
Let liever op uw asch, zei ik, en
hier is het aschbakje of wou u dat ik
morgen den dag voor uw plezier een
nieuw karpet kocht en wat heeft die
dollar er mee te maken? Het gebeurt
niet, heb je dat begrepen? Jij voor
de film? Ik ga net zoo lief onder de
train liggen dan dat ik dat zou moeten
beleven. Toen ik jou jaren had, was
ik ook niet onknap, al zeg ik het zelf
en hebben ze mij ooit aan mijn hoofd
gemaald over een film of voor een
ballet. Ik ben dienstbode geble
ven. . .
??Maar tante, zei het nest.
Schaam je je maar niet voor je
tante omdat meneer Stiefstra er bij
zit kan u niet een pijpedop koopen
of denkt u dat de assurantie me een
nieuw kleed vergoedt als het brand
wonden heeft? Wijlen meneer rookte
ook altijd een pijp en ik mag dat
anders wel voor een man, maar hij
had er een dopje op. ... meneer mag
best weten, dat ik onder de menschen
geweest ben en niet eero en het zou
voor menige filmster, geloof ik, ook
beter geweest zijn als ze behoor
lijk gediend hadden en niet ....
Ery Bos heeft op de Zesdaagsche
het startschot gelost en die is lang
niet zoo....
Wie heet er nou Ery? Dat
bevalt me ook al niet en al die heeren
om zoo'n jong kind. . . . waar moet
dat op uitdraaien? Als ik je vader
was. . . .
Vader wil me mee naar
Duivendrecht nemen om me daar te laten
zien in de studio !
Je vader is een gek en dacht ie
dat het dan meteen rijk Oostinje
voor hem werd als jij je liet kijken?
Het zal niet gebeuren en haal eens
even stoffer en blik en neem die asch
op.... die man rookt als de Hullsche
boot en ik mag wel extra het wasschen
van mijn vitrage in rekening brengen,
ik woon hier nog geen twee maanden
en ze zijn nu al geel. . ..
En zoo is Ali woedend weggeloopen
en ik heb haar nog niet teruggezien
maar Sinterklaas staat voor de deur
en dan zal ze wel komen opdagen,
want daar is tantetje nog wel goed
voor en nu vechten ze in den Baad,
heeft meneer Stietstra me voorgelezen,
over het Sinterklaasfeest voor de
arme kinderen en ik hoop maar, dat
die er niet onder zullen lijden, want
ik weet nog wel uit den tijd van
mevrouw zaliger hoeveel blijje ge
zichten wij toen maakten. Geen jaar
ging er voorbij of mevrouw zaliger
maakte groote pakken en dat doen
al de dames uit de Bocht want er was
toen nog geen subsidie en iedereen
had er zijn aardigheid aan en zoo zijn
vaste klantjes, maar nu de heeren
van het Stadhuis dat allemaal be
disselen, is de pret er af, dunkt me,
en wat een dankbare gezichtjes hadden
wij om ons heen en ik weet nog heel
goed, dat ik een keer voor Sinterklaas
heb gespeeld bij de Boissevains, die
verder op voorbij de Leidschegracht
woonden, en er was een klein ventje
dat erg bang was en nu is hij wet
houder voor de Kunst en ik zag van
de week een plaatje van hem met den
Burgemeester naast zich en het leek
wel of hij de Burgemeester was, zoo
stond hij er op, en meneer de Vlugt
verdween heelemaal in het niet en ik
vond dat hij een beetje sip keek en
als ze bij de huldiging zich nu maar
niet vergissen en meneer Walrave
de hulde brengen. Bij zoo'n fakkel
optocht in de mist zou dat best
kunnen passeeren en nu ik aan de
mist denk, ga ik wat water opzetten
voor mijn avonddra.nkje, want dat
mag ik in geen geval overslaan, zegt
dokter Vos, vooral niet als het mist,
want die trekt in mijn rechterbeen en
geen goud zoo goed er voor als een
tikje rum. Hij was, van de week nog
hier, want ik was een beetje be
nauwd om mijn hart maar het was
niets en ik vroeg hem of hij het druk
had.
? Druk, zei hij, ik weet soms zelf
niet wat ik ben Kamerlid, raadslid,
wethouder of dokter, en van de week
in de kamer van B. en W. zag ik
zelfs meneer Abrahams voor een bus
patiënt aan en vroeg hem of hij zijn
tong wou uitsteken en er was bijna
een wethouderscrisis door ontstaan,
zoo moet je oppassen.
Zoo lang als u uw patiënten niet
voor roode raadsleden aanziet, zal
het nog wel losloopen, meende ik,
maar hij was al weer weg en daarom
houd ik me maar bij mijn rum-grocje.
Daar kan hij zich niet mee vergissen.
gesprongen handen
Bij Apothekers en Drogisten