De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 25 november pagina 5

25 november 1933 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 2047 Oe Groene Amsterdammer van 25 November 1933 Gevaarlijke beperktheid Alben Heiman M. H. Széhely-Lulofs: Emigranten. Elsevier's U. M. Na haar veelbelovend debuut met twee koloniale romans, Rubber en Koelie heeft mevrouw Sz kelyLulofs niet haar stof, maar wel haar vorm geva rieerd, en heeft zij in Emigranten een zevental kortere verhalen gebundeld, waarin men gelijk te verwachten was haar vroegere vaardigheid van beschrijven en uitbeelden geheel weervindt. Niet temin is Emigranten een bedenkelijke teruggang. die ernstig doet vreezen, dat de gemakkelijkheid ?waarmee de schrijfster haar beide vorige boeken tot iets geslaagds wist te maken, haar ertoe ver leidde haar verdere taak te onderschatten. Zij heeft de mogelijkheid iets beters te vervaardigen dan alleen vlotte amusementslectuur; haar beide romans bezitten vele artistieke kwaliteiten in aanleg. Maar juist deze kwaliteiten mist men geheel in de nieuwe verhalenbundel, en dat niet alleen, het positieve, dat hier gegeven wordt, is weinig meer dan een oppervlakkige herhaling van het vroegere. Minder nog, en al te dikwijls een banaliseering daarvan, teruggebracht tot het niveau van vaardige magazinestories die meer bezighouden dan boeien, meer keuvelen dan ver-beelden, meer tot tijdpasseering dienen dan verrassen met iets nieuws of eigens. Het zou wel voorbarig zijn om nu al te gaan spreken over beperktheid van haar talent. Maar zeker is het, dat deze belangrijke verzwakking een van haar voornaamste oorzaken vindt in het angstvallige vasthouden aan n genre, n gegeven complex, namelijk het Oost-Indische emigrantenleven, meer bizonder dat op de rubber-plantages. En het is wel teekenend, dat net in de beide verhalen die een tikje afwijken van het strikte genre, en onder Australische landbouwers spelen, ook de atmosfeer en de teekenachtige detailleering ontbreken, welke overigens steeds de voornaamste kracht van mevrouw Székely-Lulofs uitmaken. Het eerste van deze twee, dat de naam Emi granten" draagt, is een zoo banale en uit-dentreure uitgebierde geschiedenis, dat men zich afvraagt waarom ze juist aan het hoofd van den bundel prijkt, en waarom de schrijfster niet de geringste poging heeft aangewend om er een eigen «achet aan te geven, 't Is immers weer eens de aardige jonge man die op bezoek komt bij de aar dige jonge vrouw van den leelijken ouden bullebak. Wanneer deze afwezig is, gebeuren natuurlijk de te-voorziene duigen, en daar de bullebak ook nog ?een paar deciliter Indisch bloed door zijn aderen heeft vloeien, is hij natuurlijk wraakzuchtig en ?ensceneert hij voor zijn medeminnaar een melo dramatisch sterf tafereel in den stijl van groot moeders griezelromans. En in het tweede Australische verhaal, Het verleden, waarin de schrijfster hooger heeft willen grijpen, een erfelijkheids-determinatie heeft willen ?veraanschouwelijken, is zij zoo compleet tekort geschoten in de uiteenzetting van het essentieele d.eel, dat hier toch wel de begrensdheid van haar ?capaciteiten is aan, te nemen. Aan roman-psychologie is zij nog niet toe. Er is feitelijk maar n karaktertype, waarin ?zij zich verdiept heeft: dat van den vereenzaamden, naar het vaderland hunkerenden jongen planter. <Ue met of zonder europeesche vrouw, met of zonder inlandsche huishoudster in de rimboe be land is, en zich overal elders beter op zijn plaats OLS VVitte Curacao Sec Cberry Brandy .M-enthe Glaciale Curacao Brandy Koopt Nederl. fabrikaat! De zesdaagsche Teekening B. van Vlijmen Zooals hij er moet hebben uitgezien als wij sommige sportverslaggevers moeten gelooven. voelt dan juist daar. Dit type, dat wij reeds genoeg zaam hadden leeren kennen in Rubber en Koelie, wordt ook in de verhalen van den nieuwen bundel bij herhaling ten tooneele gevoerd en alleen maar afgewisseld met dat eveneens geijkte type van trouwhartig-speelzieken of slim-overmoedigen inlander, den typischen contractant of den typischen mandoer. Zijn het echter niet de verscheidenheid en de nuanceering die het ware meesterschap moeten toonen? Niets is zoo gevaarlijk als het zich speeialiseeren in het een of ander genre, want dit beteekent bijna altijd het onbeschaamd herhalen van een paar geliefkoosde weetjes. Ook zonder dat wordt men in Holland reeds genoeg , .geclasseerd" en wordt men door velerlei omstandigheden toch min of meer beperkt in zijn stof. Het ongeluk van de meeste Nederlandsche auteurs is juist, dat ze zulke rasechte genreschrijvers zijn. Wij hebben specialisten voor mondaine familieromans, voor Geldersche of Brabantsche boerenromans, voor scheepvaartromans en nu ook voor koloniale ro mans. Alleen de enkele werkelijk superieuren vallen buiten iedere klasse. Het is moeilijk de tusschenweg te vinden. tusschen eigen beperktheid en de beweeglijkheid die ieder moet hebben om niet vast te loopen in zijn ne bevoorkeurde genre. Wie de twee eerste koloniale werken van mevr. Székely-Lulofs heeft kunnen waardeeren, moet noodzakelijk teleurge steld worden door het derde, al was het alleen reeds om de herhalingen die het brengt. Hoeveel te meer, nu het ook artistiek zooveel zwakker blijkt. In dit stadium schijnt het er om te gaan of zij meer dan een ephemere verschijning in onze letteren zal kunnen zijn. ...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl