De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 december pagina 1

2 december 1933 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voer Nederland Onder hoofdredactie van A. C Josephus Jitta i: L. J, |ordaan,F. O. Scheltema en M*Kann. Secretaria der redactie: G. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Oem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2948 Zaterdag 2 December 1933 Begrooting van Amsterdam l' t. fc* " -T*, ? '?*' K\" v.. De fundeeringen gereed Mr. G. C. J. D. Kropman Wethouder van Amsterdam Beroep op den Kroon inzake den kindertoeslag De twee peilers, waarop naar het woord van burgemeester de Vlugt de Amsterdamsche begroeting voor 1934 moet rusten, zijn gereed gekomen en de Amsterdamsche Baad is deze week aan den bovenbouw begonnen. Of die bovenbouw geheel en al naar de ontworpen bouwplannen zal worden opgetrokken, zal afhangen van de be slissingen, welke in de eerstvolgende weken nog moeten worden genomen. Wat de twee peilers betreft, de eene was het onderbrengen van de crisis-uitgaven in de gewone begrooting, noodza kelijke voorwaarde voor de goedkeuring der be grooting, en de Baad heeft dit gesanctionneerd; de andere peiler was de loonvoordracht en deze is, op een belangrijk onderdeel na, evenzeer door den Baad aangenomen. Zij die, bij het optreden van het tegenwoordige College van Burgemeester en Wethouders, bedenkelijk het hoofd schudden, omdat het in dezen tijd een onbegonnen werk zou zijn de stad en welk een stad l te besturen zonder een meerderheid in den Baad, zullen willen erken nen, dat bestuursbeleid niet allén afhankelijk is van de helft plus n. De kracht in dit College is niet gelegen in de veilige verzukerdheid van een gewillige meerder heid, evenmin in een gemeenschappelijken band van beginselen; de leden van dit College denken haast allen verschillend over de principieele vraag stukken inzake de positie der gemeente in ons staatsbestel, over de verhouding van individu en gemeenschap, over de grenzen der gemeentebemoei ing en dergelijke interessante problemen. Wat ons bindt is de overtuiging, dat het Amsterdamsche Koggoschip door de branding heen moet en dat ieder van ons zijn plicht moet doen, onverschillig of die plicht aangenaam dan wel hard is, onverschillig ook, welke daarvan de politieke of de partij-poli tieke gevolgen zijn, wij hebben, om zoo te zeggen,alle schepen achter ons verbrand, wij hebben trouwens geen gelegenheid meer om te zien naar wat achter ons gebeurt, wij zien alleen vooruit, naar de haven, welke wij met of zonder eenige schade, hopen te bereiken. Dat wy eenige averij beloopen, wien kan het verwonderen? De eerbiedwaardige traditie in de gemeentepolitiek is op menig punt gebroken. Een door den Gemeenteraad aangenomen motie van afkeuring of van wantrouwen in het College van B. en W. was vroeger een duidelijk consilium abeundi, Waaraan gevolg werd gegeven. In deze stormachtige dagen is zij, tot schade van de positie van den Baad, een spanningloos divertissement geworden: als het College desniettemin blijft zitten, springt de Baad niet van verontwaardiging op, om te eischen, dat het Ooilege gehoor geeft aan den duidelijk uitgesproken wensch van den Baad, het hoofd der gemeente, integendeel, het volgend punt der agenda komt aan de orde. En het College zelf vindt het zelfs niet meer uoodig een verklaring af te leggen, waarom het des niettemin aanblijft, het blijft eenvoudig aan, zet zijn werk voort en vraagt zich hoogstens af, wanneer de volgende motie van wantrouwen of afkeuring wel zou worden ingediend en aan genomen .... De tweede peiler, waarop de gemeentebegrooting rust, de loonvoordracht, is niet ongeschonden uit de beraadslagingen gekomen. De Raad heeft haar aanvaard, met uitzondering van de bepalingen inzake den kindertoeslag. Het College heeft den Baad zér uitdrukkelijk en herhaaldelijk gewaarschuwd, dat deze bepalingen een essentieel onderdeel van de voordracht waren, niettemin heeft de Baad ze verworpen en het college zal zich thans tot Hooger Bestuur", dus tot de Kroon wenden om door toepassing van de gewijzigde Ambtenarenwet voorziening in de ontstane leemte te verkrijgen. Waarom de kindertoeslag verworpen werd, is, ondanks de vele redevoeringen daarover, niet duidelijk geworden. Werd zij verworpen, om de katholieke fractie te bewegen tegen de loonvoordracht-zonder-kindertoeslag te stemmen? Men beweert het. Of werd zij verworpen, omdat men meende, dat daardoor een onjuist geacht beginsel in de toonregeling zou worden geïntroduceerd? Zeker is, dat het College dit laatste niet wenschte, evenmin als, ongetwijfeld, het Congres der Vrijzin nig-Democraten te Groningen, met de motie aan gaande de dubbele inkomens in n gezin, het beginsel uitsprak, dat de gehuwde vrouw niet in overheidsdienst arbeid zou mogen verrichten. Vast staat, dat het geheele College den kindertoe slag heeft voorgesteld niet als een nieuw beginsel in de toonregeling, doch als soulaas voor de groote gezinnen, of liever van de gezinnen met meer dan twee kinderen, welker verzorgers tengevolge der loonsverlaging wel zér worden getroffen. Men be denke hierbij, dat verschillende groepen van werk lieden door de loonsverlaging beneden de rijksrege ling komen, die wel kindertoeslag kent. De loon schalen der Amsterdamsche voordracht waren n.l. zoodanig geprojecteerd, dat kindertoeslag daarbij inhaerent was; wilde men deze laatste niet, dan had men de loonschalen moeten veranderen, de groep De Hartogh-Weiss, omtrent welker beginselen wij in het onzekere verkeeren, wenschte echter noch het een, noch het ander en gaf den doorslag: de Baad verwierp den kindertoeslag, omdat er een beginsel mee gemoeid zou zijn. Het merkwaardige is', dat vroeger, tijdens den oorlog, de Baad wél een kindertoeslag heeft goedgekeurd. Blijkbaar was men toentertijd niet zoo bedacht op het beginsel. Of zou dan toch ditmaal eenige speculatie op de houding der katholieke fractie in het geding zijn geweest? Zooals wij reeds schreven: omtrent de beginselen van de groep De Hartogh -Weiss verkeeren wij in het onzekere Inhoud: i. Mr. G. C. J. D. Kropman, De fundeeringen 2. Dr. P. H. Ritter Jr., Het andere Du schland. 3. L. J. Jordaan, Toenadering. 4. Melis Stoke, Volksliederen. Mr. Frans Coenen, Na de Zesdaagsche. 5. C. van Wessem, Jan Kiepura. B. van Vlijmen, Amsterdamse/ie begrooting. 6. Nico Rost, Erik Reger. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur. D. Verkade-album. 9. Otto van Tussenbroek, Toegepaste kunst. 10. Albert Heiman, Oude scheepshistories. n. L. J. Jordaan, Reclame-film. 12-13. A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst. 14?15. Otto van Teteringen, Langs de groote wegen. ij. C. A. Klaasse, De dollar rijdt caroussel. E. Winkel, Boekbespreking. 19. Karel Mengelberg. Radio-muziek, Nieuwe toestellen. 20-21 M. J. Gerzon, Abuela, teekeningen J. F. Doeve. 22. Spreektaal. 23. Uit het kladschrijt van Jantje. Alida Zevenboom, Croquante croquetjes. 24. Letterraadsel. Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Viooltjes Voortreffelijk» chocolade in dan vorm van viooltje*. Een specialiteit. RIN6ER5 Let op den naam t En thans de regeering ! Er zitten twee aardige noten in het geval. Vooreerst werd een motie van den heer de Miranda, welke B. en W. uitnoodigde niet een poging te doen bij de Kroon om de leemte aan te vullen, verworpen, waardoor indirect de Baad uitsprak, dat de poging wel gewenscht werd en deze uitsprak verwierf dit keer weer eens den steun van de meergenoemde groep De Har togh-Weiss ! Toujours lui! En nog aardiger is. dat de Amsterdamsohe Baad ... .kindertoeslag heeft goed gevonden, hoewel hij gewaarschuwd was. De zaak is n.l. deze, dat onmiddellijk na de gewone loonvoordracht de z.g. onderwijzers-voordracht aan de orde kwam en aangenomen werd. Hoewel er van de zijde van het College de aandacht op gevestigd was, heeft de Raad zich er niet tegen verzet, dat de vakonder wijzers, dat zijn gemeente-ambtenaren, onder de zelfde regeling komen als de gewone onderwijzers, die rijkskindertoeslag genieten. De Baad heeft m.a.w. goedgevonden, dat de gemeente-ambte naren, als zij vakonderwijzer zijn, uit de gemeente kas kindertoeslag krijgen en nog wel een veel hooger kindertoeslag, dan dien het College voor het overige personeel had voorgesteld. De liefde voor het begin sel was hier blijkbaar weer vergeten. Politiek is een vreemd artikel.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl