De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 december pagina 17

2 december 1933 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

i ? , \. De Groene Amsterdammer van 2 December 1933 17 l' -, ' De dollar rijdt caroussel C. A. Klaasse Roosevelt's conjunctuur-politiek De meest dolle fluctuaties heeft in de laatste -weken de dollar weer vertoond. In enkele weken tijds zijn koerssprongen voorgekomen zoowel naar boven als beneden van niet minder dan 12 pCt. .Na op / 1,45 een voorloopig laagterecord te hebben bereikt is de koers in practisch enkele dagen op gesprongen tot ? 1,62, en sedertdien is er weer een reactie ingetreden tot / 1,56. Ook het sterling?devies^ heeft, sedert de depreciatie een feit werd, rare capriolen gemaakt, en fluctuaties van 20 tot 30 cents in een paar dagen tijd kwamen ook ?wel voor. Maar de waarde van het pond is dan ook relatief zooveel grooter; een dubbeltje koersVerschil beteekent voor ponden nog altijd maar ?een mutatie van ruim 1%, maar voor den dollar ruim 6%'. Wanneer men zich dat voor oogen stelt dan zijn inderdaad de schommelingen van het ?dollardevies adembeklemmend. Procentueel zijn de wijzigingen van den pondenkoers in de verste verte nimmer van den omvang geweest welke nu de dollarnoteering vertoont, althans niet in zulk een kort tijdsbestek. Wanneer het de be doeling is geweest om de kortgeleden ge naugureerde politiek van goudaankoopen te doen leiden tot stabieler koersverloop dan zijn die ver wachtingen wel in hooge mate teleurgesteld. Dat de eerste reactie op die politiek een koersdaling zou zijn, kon verwacht worden, temeer omdat de aankoopprijs voortdurend werd verhoogd, maar een verrassing was het al min of meer, dat de daling zoo overweldigend snel ging, veel sneller dan de stijging van den goudprijs rechtvaardigde. De speculatie deed den dollarkoers vooruitloopen op de verwachte verdere opschroeving van den goudprijs. Toen geruimen tijd de goudaankoopprijs gelijk gehouden werd volgde dan ook een herstel van niet minder dan 11 a 12% boven het diepste punt dat behaald" was, waardoor men weer boven de goudaaakoopsprijspariteit" kwam. Van eenig stabiliseerend effect was dus geen sprake, integendeel, de schommelingen werden er door versterkt. * * * ? Vanwaar dat krachtige koersherstel? Eensdeels was daar, zooals gezegd, het gelijkhouden van den goudprijs inplaats van de verwachte verdere verhooging, bovendien waren er allerlei stabili satiegeruchten, alsmede steeds krachtiger wordende protesten van de sound-money-voorstanders. Wan neer een munt in zoo hooge mate door speculatieve manipulatie wordt beïnvloed als de dollar, dan kunnen reeds flauwe aanwijzingen voor het inslaan van een andere richting contraminedekking in het leven roepen, en dan is er maar weinig noodig .om wilde schommelingen te veroorzaken. Dat net onder de heerschende verhoudingen voor Boosevelt alles behalve gemakkelijk is om voet bij stuk te houden, spreekt wel vanzelf. Immers, hij zit voor een schier onoplosbare para dox: hij wil naar verhooging vdn het prijsniveau. Nog steeds beschouwt hij blijkbaar het drukken van den wisselkoers daartoe een uitverkoren middel. Aan den anderen kant begint hij waarschijnlijk langzamerhand wel te begrijpen, dat hij het daarbij niet kan laten, waarbij de weinig vruchtbare resultaten, tot nu toe bereikt, hem ten voorbeeld kunnen strekken. Hij moet de stimulans, die de daling van de internationale waarde van den munt onder" bepaalde omstandigheden in deze richting kan geven, ondersteunen door maat regelen die de geldcirculatie doen aanpassen aan de depreciatie, om aldus de inheemsche waarde daling de internationale te laten volgen. Om die uitbreiding van circulatie te bewerkstelligen durft hij blijkbaar nog niet aan het in werking stellen van de greenbackspers. Hij wil het nog doen op de conservatieve wijze van leeningen sluiten. Wij kunnen nu in dit verband de vraag in het midden laten of daarvan eenig resultaat te verwachten is, omdat door het aangaan van leeningen alleen de geldcirculatie nog niet veranderd wordt. Dit laatste zou nl. allicht toch het geval zijn, wanneer men nl. de plaatsing van nieuwe staatsobligatiën stimuleerde door het crediet de federale reservebanken in dienst der emissie-activiteit te stellen. Indirect heeft men dan toch de biljettenpers laten draaien, terwijl zelfs een emissie waarop met depositospaarkapitaal wordt ingeschreven, on der de huidige omstandigheden geacht kan worden ongebruikt geld in circulatie te brengen. Maar nu komt de paradox: wil men voor deze doeleinden nieuwe staatsleeningen kunnen plaatsen, dan moet er vertrouwen in die staatspapieren zijn en in den munt waarin ze luiden. En dat ver trouwen is nu juist regelreiM in strijd met den opzei van de heele leeninijspolitiek, want het fjeld moet dienen om het -prijsniveau op te voeren en den dollar fe de\>rec.ieeren ! En toch is er geld noodig; de uitvoering van overheidswerken wil men in versnelde mate ter hand nemen, den export naar Rusland wil men stimuleeren. Beide projecten zijn onderdeel van de politiek om de prijzen omhoog te brengen, althans de bedrijvigheid te vergrooten. Wat dien Bussischen handel betreft is het wel merk waardig te constateeren, dat het blijkbaar heel moeilijk is leering te trekken uit de geschiedenis. Jarenlang heeft inderdaad , de Amerikaanse h industrie voor een deel gedreven op uitvoer naar landen die niet betalen konden, maar door den Amerikaanschen belegger in staat werden gesteld toch te koopen. Sedert de ineenstorting van het internationale credietwezen is de voosheid van een daarop gebouwde conjunctuur zonneklaar gebleken. En de consequentie die men daaruit trekt? Het spelletje opnieuw beginnen ! Met de noodwendige slotsom, dat op een goeden dag men weer schrikt voor de bedragen crediet aan Rusland verleend, de zaak stopzet, en de credieten laat afloopen. Op dat moment zakt de schuimpudding weer in elkaar. Het baat immers niet zich tijdelijk wijs jte maken een grootere afzetmogelijkheid te hebben voor zijn industrie door de producten te leveren aan een afnemer die ze niet betalen kan. Bovendien is het zonde en jammer; wil men dat systeem toepassen dan is het, nationaal gezien, veel rationeeler om den staat crediet beschikbaar te laten stellen voor de kostelooze levering van radioapparaten, stofzuiger en automobielen aan elk gezin, dat zich niet in het genotvolle bezit van die voorwerpen verheugt. Ik zeide reeds, dat de conjunctuur-politiek van Róosevelt de noodzakelijkheid van het aangaan van leeningen met zich brengt, en dat die behoefte in botsing komt met de depreciatie-wenschen. Maar afgezien daarvan moet ook voor andere doeleinden een beroep op het beleggend publiek worden gedaan. Op 15 December vervallen zeer omvangrijke verplichtingen, die natuurlijk alleen bestreden kunnen worden uit de opbrengst van een nieuwe uitgifte. In dit verband is het goed zich te herinneren", dat jl. Augustus, toen de regeering ook geld noodig had, eenigen tijd stabilisatiege ruchten werden gelanceerd, terwijl Róosevelt zelfs een keer uitdrukkelijk gezegd heeft, dat sedert de N.I.R.A. in functie was gekomen, de dollar koers hem als middel tot conjunctuurherstel minder interesseerde, waarop dan ook prompt een sterk koersherstel volgde. Na de emissie der nieuwe leening werd toen de oude politiek van koersdruk via psychologische marktbeïnvloeding hervat. V7an Róosevelt komen thans de stabilisatiegeruchten niet, integendeel, hij heeft door den goudprijs. die, zooals gezegd, ruim een week onveranderd was gehouden, opnieuw te verhoogen, eerlijk ge manifesteerd voor de handhaving van zijn stand punt: naar prijsverhooging via wisselkoersdruk. Blijft hij in die houding volharden, dan is het aller minst denkbeeldig, dat hij wel gedwongen zal worden greenbacks te drukken (hij heeft nog steeds sedert Mei al de machtiging voor drie milliard in zijn zak), zoowel om vervallende schulden afteSmaak is verschillend De een prefereert effen wit, een ander gekleurde randen, een derde geheel gekleurd, MAAR ALLEN ZIJN HET EENS, dat de kwaliteit moet zijn PYRAMID ZAKDOEKEN FABRIKAAT TOOTAL CED. HANDELSM. OP EIKEN ZAKDOEK lossen als om de genoemde projecten te financieren omdat de animo voor obligatiën in den munt, die onder constanten druk van den debiteur zelve staat, wel niet groot zal zijn. Wat de aflossing van ver plichtingen op die wijze betreft staat natuurlijk nog geenszins vast dat daarvan een uitbreiding van de koopkracht-uitoefenende circulatie zal plaats vinden. Wordt dat nieuw gecreëerde geld gebruikt voor de financiering van werken, Russischen export enz., dan heeft dat weleeninflationistisch effect met de kans, dat eindelijk een immanente" geld verzwakking de externe gaat volgen. En het zou wel eens kunnen, dat men daardoor de aandacht wat afwendt van den primairen druk van die externe waarde, zoodat mirabile dictu de intrinsieke verzwakking van den dollar en versterking van de externe (interna tionale) waarde kan teweegbrengen. Boekbespreking Twaalf interessante vrouwen, door Jo van Ammers-Kuiler. Uitgegeven door J. M. Meultnhnff. Amsterdam, 1933. Mevrouw van Ammers-Küller heeft Europa rondgereisd en met twaalf bekende vrouwelijke persoonlijkheden gesproken. De keuze is moeilijk geweest en kan uiteraard critiek uitlokken. Het is een heterogeen gezelschap: de Russische ge zante in Stockholm en de directrice van een Schoonheidsinstituut, een concertzangeres en een vrouwe lijke minister, een predikante en een danseres; het is slechts een greep. Interessant is deze ver scheidenheid zeker. Voor vele lezeressen zal het zonder twijfel belangwekkend zijn door te dringen in de levens van haar beroemde tijdgenooten. Natuurlijk is het eene portret beter gelukt dan het andere, want bij het gesprek waren vaak vele moeilijkheden te overwinnen. Mevrouw van Ammers-Küller vindt bij ver scheidenen van deze vrouwen stof te over om voort te bouwen op de door haar verkondigde ideeën in haar voorafgaande boeken. De kwestie of deze emancipatie der vrouw altijd sympathiek aandoet, is voor het hier te bespreken boek niet essentieel. Wel is jammer, dat er nogal vaak herhalingen in voorkomen, niet alleen in de uitgesproken ideeën, maar ook in de woordenkeus. Het komt mij voor, dat er ook wel geflatteerde portretten bij zijn. Het zijn wel eens wat al te ideale persoonlijkheden geworden. Hoewel de onbelangrijkste vrouw (volgens mijn meening), is Elizabeth Arden n van de best be schreven portretten, waarin de sfeer zeer juist getroffen is. Ook Rosa Manus en Elsa Brandstiöm zijn boeiend om te lezen, alleen hoop ik, dat het ..toasten afvuren" bij Rosa Manus in een volgenden druk veranderd zal worden. Laten we de dertiende interessante vrouw, die overal tusschen de regels doorkruipt, echter dan ken voor de beschrijving van haar twaalf tijdge nooten. E. WINKEL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl