De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 december pagina 21

2 december 1933 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 2648 De Groene Amsterdammer van 2 .December yJ 933 21 a Met teedere zorgen werd het kind omringd onnatuurlijk kon lijken. Haar han den stonden dan verkeerd ze deed onbeholpen met den zuigeling en leed eronder. Soms hadden haar de tranen van onmacht in de oogen gestaan. En toch wist ze. Ze wist dat die terughoudendheid van Josefa bij de dagelijksche bezoeken langzamerhand was gaan wijken voor een groeiende belangstelling in alles wat het kind betrof. Ze hoedde zich wel er een woord met iemand over te reppen. Toen Josefa den dag voor Kerst mis met een popje dat ze Antonio heel in Lucena had laten koopen kwam aandragen, toen wist ze ook dat het pleit gewonnen was* Ze had zich niet door de achtelooze manier waarop de schoonmoeder het speelgoed op tafel had gelegd, om daarna direct weg te gaan, van de wijs laten brengen. Menig avond wanneer Mercedes het kind had toegestopt en er een vreedzame rust op de aldea lag, liet ze zich in haar dankbaarheid over zooveel geluk willig leiden naar het land van vage en verre droomen. Tot haar, op een dag dat ze bij Amparo was gaan informeeren of Dolores eigenlijk niet al een beetje moest kunnen spreken de ingeving ? kwam, dat Josefa's hardnekkige in nerlijke weerstand zou gaan wijken voor de eerste gestamelde woorden van | het kinderstemmetje en zij de kleine meid allereerst abuela"-grootmoeder moest leeren zeggen Sedert dat oogenblik nam ze het kind eiken, morgen nadat Juan weg gegaan was tegenover zich; ze zette het dan op tafel, waarvoor ze zelf op haar knieën zat. Met het hoofd naar boven gewend, herhaalde ze, daarbij Dolores strak aankijkend, nu eens met iets smeekends dan weer met de eentonigheid van een mokkend kind in haar stem: ,,a-b-u-e-l-a. Diga abuale A-b-u-e-1-a." Wanneer dan Dolores het spelletje begon te vervelen en de kleine aan den eenigen getuige, het roerlooze ezeltje dat melancoliek de kamer inkeek, meer aandacht besteedde, dan kon Mercedes het kinderhoofdje tusschen haar handen nemen en kon ze het dwingen toch vooral naar haar lippen te kijken en er het a-b-u-e-1-a" af te lezen. Tot ze het maar weer op gaf voor dien dag. Hoeveel weken was ze nu al zoo bezig? Zou Dolores het wel ooit leeren? ** * Het was op dienzelfden dag van de groote wasch, dat Josefa, na eenige boodschappen in het dorp te hebben gedaan, het pad naar de aldea van haar zoon insloeg. Sinds eenigen tijd maakte ze van dien binnenweg gebruik, \ die weliswaar minder gemakkelijk was dan de lang* zaam stijgende hoofdweg, maar daarentegen ook weer een beTC langrijk stuk gaans afsneed. Met \\ opzet zocht ze een uur uit, waarop ze kon vermoe den dat haar schoondoch ter druk in de weer zou zijn; tegen over zich zelf wou Josefa dan wel be kennen dat haar bezoeken in hoofdzaak Dolores golden al wist ze ook telken male een nieuw motief voor haar verschijnen op te geven, zoodra Mercedes haar zag aankomen. De oude vrouw ging dan zoo zitten dat geen enkele beweging van het kind haar ontging. Reeds /in de verte zag de oude vrouw dat het meisje buiten speelde en nabij gekomen, bemerkte ze door een open ruimte in de hegcactus dat het kind bij den ingang van het huis zat. Josefa kwam binnen en ging bij de tafel zitten. Gewend als zij was barrevoets te gaan, had zij haar touwschoenen, die haar toch wat klemden uitgedaan. Op den met zand bestrooiden leemen vloer zat Dolores te spelen met de steenen van een nietmeer-compleet dominospel. Ze trachtte de steenen zoo op een rijtje te plaat sen als haar vader haar dat had voor gedaan, om ze dan allen te laten sneu velen door n zetje, maar toen haar dat niet lukte, smeet ze er in ongeduld mede in de rondte. Daarna stond ze op en waggelde naar Josefa om de overige steenen in haar schoot te deponeeren. Kalm liet de oude vrouw haar geworden, af en toe het haar van het meisje streelend. Tot de kleine de alpargatas", de touwschoe nen, in de gaten kreeg. Ze schommelde er op haar korte beentjes heen, pakte een der touw schoenen beet en wilde hem met een stralend gezicht in den schoot van de grootmoeder terugbrengen naast den stapel dominosteenen. Bij de vrouw aangeland na een moeizamen tocht, waarbij ze het evenwicht nauwelijks wist te bewaren, kraaide de kleine meid, als om te be wijzen dat ze wist waar die schoen bij hoorde triomfantelijk: ,,A-b-u-e-1-a" II Het woord, het duidelijk verstaanbare rste woord, viel in de stilte van de kamer. Een lichte blos trok langzaam op, in het bruin perkamentige gelaat van de oude vrouw. Josefa stond op en zocht even steun bij de tafel. Ze lette niet op de om haar verspreid liggende steenen. Toen boog ze zich over tot Dolores en hoorde zich met een vreemd-schorre stem, alsof ze in geen jaren gesproken had, vragen: Pero que dices? Dan in onderworpen vriendelijkheid wat zei je daar net, meiske?" Doch Dolores zonder be grip voor de verwarring die ze teweeg had gebracht bij de oude, Dolores was weer op weg naar den tweeden schoen om het spelletje te herhalen. Josefa echter, liep het huis uit haar alpargatas achterlatend. De klanken van het kinderstemmetje, het triomfantelijke abuela" op zoo ge brekkige wijze doch zoo overtuigend geuit, zongen in haar. Gestuwd door een vreemd verlangen naar eigen om geving ging ze huiswaarts. Mechanisch , bewogen zich haar bloote voeten in de richting van haar man. Ze klemde de hoofddoek strakker om haar armen en liep sneller dan gewoonlijk ? te snel voor haar oude boenen. In het ruischen van de beek onder den trteenen brug meende ze de stem van de kleine, haar abuela" te herkennen. Ze ving klanken uit de natuur op, die ze in geen jaren meer had ge hoord en waarvoor haar oor onver schillig was geworden. De groet van Antonio, die haar bevreemd nastaarde, beantwoordde ze nauwelijks: abue la" l Wat was het toch dat in haar wakker was geworden? Abuela l" Het was toch maar een aangenomen kind. Abuela, abuela" l \ Hoe kon ze.... Abuela" ! In een vreemde ontroering, gevan gen in de streeling dier klanken, haastte ze zich naar huis. Doch toen ze naderbij kwam hield ze haar schreden in, bevreesd als ze was, dat haar man haar ontroering zou merken. Ze dwong zich dan ook tot kalmte en op de onvermijdelijke vraag hoe het bij Juan was," waarachter de be langstelling voor het kind verscholen lag, antwoordde ze als altijd. Doch op de een of andere wijze wilde Josefa toch ook weer uiting geven aan de muziek die in haar zong en zoo maakte ze zich op om haar man voor het eten een Valenciaanschen rijstschotel te bereiden, het gerecht waarvan hjj het meeste hield. De zieke, met zijn in de laatste jaren zoo sterk ontwikkelde intuïtie voor alles wat in de zwijgzame Josefa omging, volgde zijn vrouw met de oogen. Hij onderkende een nauw be dwongen heftigheid in haar bewegin gen, een krachtiger aanpakken der borden dan gewoonlijk, maar ook gaf hij er zich rekenschap van, dat het niet als zoo dikwijls een opko mende geirriteerdheid doch eerder innerlijken tweestrijd verborg. En hij wachtte op de dingen die zouden komen. Toen dan het eten klaar stond, merkte hij tersluiks en met een lichte beschaamdheid dat zijn Josefa, met haar anders zoo harde oordeel over de dingen die de kerk betroffen, haar handen samenvouwde tot een gebed en daarin rust trachtte te vinden. Eerst na het maal kwam Josefa bij hem staan en lichtte ze haar man hi door met strakke stem, waaruit ze alle herinnering aan de vreugde van dien middag verbannen had, te zeggen: Je wou die kleine meid toch al zoo lang bij je bed hebben? Morgen krijg je dan je zin" om na deze woorden zich snel te onttrek ken aan de vele vragen waarmede de zieke haar wilde bestormen. De Andalusische zon wierp haar laatste stralen over een Josefa, die in eenzaamheid achter het huis ge zeten, met haar hoofd tegen den koelen muur geleund, door oogen vol tranen de poorten van een nieuw leven voor zich zag opengaan. En zoo werd de droom van Mer cedes werkelijkheid. Het kind stapte naar de grootmoeder

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl