Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 2 December 1933
Muziek
i* n
*;?*
Jan Kiepura
Constant van Wessem
Vroeger was het de naam, de faam, die vooraf
ging aan de zangers en zangeressen van
wereldvermaardheid en het publiek deed te hoop loopen
op de concerten, die zij kwamen geven. Thans gaat,
door de perfecte uitvindingen radio en grammofoon
hun stem aan hen /vooraf en maken de micro
foon en de grammofoonplaat hen beroemd vóór hun
optreden.
Wie kende niet reeds Jan Kiepura, den zanger,
door de film en de radio, wie had hem niet reeds
gezien en gehoord voordat hij in levenden lijve, Vrij
dagavond in het Concertgebouw, voor ons ver
scheen!)
Jan Kiepura, dat was vooral de held van de
films Ein Lied für dich" en Heute nacht oder
nie" l Hij maakte door zijn stem de liederen uit
deze films tot het wereldsucces, dat wij niet meer
konden ontloopen waar maar de grammofoonplaat
draaide en het strijkje speelde. Ninon," Oh
Madonna", Heute nacht oder nie", zij werden
om zoo te zeggen ons muzikaal dagelijksch brood
en men hoefde maar te annonceeren: Jan Kiepura
komt zingen, om in een oogwenk de Groote Zaal
van het Concertgebouw vol te krijgen, zoo nieuws
gierig was men om den eigenaar van den populair
geworden naam en stem in levenden lijve te zien
en te hooren.
Maar eigenlijk moest men zulke beroemdheden
maar liever niet zien en hooren als een mannetje
op het podium, zonder het mysterie van de zin
gende grammofoonplaat, zonder de schoone on
werkelijkheid en de romantiek van de film. Men
moest eigenlijk zijn illusies niet willen verstoren
door al te reëele dingen te kunnen constateeren,
die stem en persoonlijkheid tevens onder de ge
wone eritische normen doen vallen.... Men moest
ze maar laten in die verre wereld van den droom
?en de onwerkelijkheid, waaruit zij tot ons bleven
omen en die ons grootste genoegen was.
Wij hebben hier verscheidene van die
beroemdlieden uit de film en de radio kunnen hooren, los
gemaakt van hun film verschijning, uit hun kader
van het zwart en wit-spel der filmbeelden. Wij
lebben ze gezien en gehoord als gewone, meer of
minder beminnelijke menschen, die dineerden en
met interviewers spraken en ons voor de microfoon
of op het podium van zichzelf vertelden en ons uit
liun repertoire van filmliederen voorzongen. Het
?waren volstrekt niet allen echte zangers en de
meeste waren ook zoo verstandig zich dan niet
als zoodanig aan ons te komen presenteeren. Zij
zeiden: U kent mij, ik ben die en die, ik houd het
meest van varkensvleesch, of van biefstuk en
van mijn 'regisseur, die mij in de film beroemd
hielp maken, en als u het aardig vindt zal ik nog
eens dat liedje, u weet wel, voorzingen, waarom u
*van mij houdt. En door al deze beminnelijkheid
ontwapend luisterden wij met genoegen en vooral
aiiet critisch, want als wij critisch luisterden dan was
«r alleen een meer of muider aardige stem, maar
volstrekt geen zanger. Zij brachten op hun manier
?een aardig liedje, sommige, zooals Benate Muller
toonden duidelijk angst voor de hooge tonen en
?dan deden ze vooral hun mond zooveel moge
lijk dicht. Een aardige stem; maar daarmee
basta. Benate Muller heeft een aardige stem en
Willy Fritsch en Marthe Eggerth, hoewel deze laat
ste wel een zangeres was voor ze in de film zong
<en dat hooren we dan ook wel, al blijkt zij
.geen zangwonder). En ook de Amerikanen hebben
een aardige stem, Dick Powell b.v. en May West
(die wij hier overigens nog niet kennen van de
film) en het zuigen van die Amerikanen klinkt
eenigszins als het rauwe geluid van een band, voor
het oor niet zoo fraai, als zang beoordeeld, maar
wel suggestief en curieus. En ook naar Mariene
Dietrich kan men luisteren al heeft die feitelijk
heelemaal geen aardige stem en kan zij niet zingen,
zij doet het aldoor met hetzelfde liedje, waarbij
wij haar bepaalde film zien.
Maar nu komen de werkelijke zangers van de
film, de zangers, die in de eerste plaats zanger
~zijn en dan pas filmartiest en het wordt iets anders,
Amstprdamsche begrooting
Teekcniiig B. van VU j mei
Sinterklaas: Hier, Piet, dat cadeautje nemen wij weer mee!"
wij ook worden iets anders en wij zitten te luis
teren naar een zanger en. niet meer naar een film
speler. En zoo hebben Wij dien avond in het Con
certgebouw toen Jan Kiepura kwam zingen, ook
op een zanger zitten wachten, die ons zichzelf
als zanger ging presenteeren, in een echt concert,
met echte operaniuziek en een echt eerste klasse
orkest zooals dat van ons Concertgebouw. En een
echte dirigent, Dr. Frieder Weismann van de
Berlijnsche Philharmonie, zou bjj zijn prestaties
dirigeeren. ^
Wij kregen een concert. Weismann dirigeerde
de 3de symphonie van Brahms. Men kon tegen
sommige van zijn te trage, te gerekte tempi, zijn
te zware Brahmsopvattingen het een en ander in
te brengen hebben en men bemerkte ook wel de
euvelen van den gastdirigent met een onwennig
orkest, maar het was serieuse kunst, het stond op
het peil van een ernstig musiceeren, wij mochten
er onze volle aandacht aan geven.
Toen kwam Jan Kiepura, de jonge Poolsche
zanger, het wereldsucces. Bij zijn afdalen van de
treden van het podium, vóór hij nog een noot
gezongen had, was het publiek al bezig van en
thousiasme het gebouw af te breken, en Kiepura
ging met vlugge jongensachtigen stap onder
triomfbogen van applaus door, glimlachend en
met tooneelachtige verrassing om het onthaal en
hij boog verrukt naar het publiek, met de hand op
het hart, zooals het behoort: hij was dadelijk sym
pathiek bij zijn tallooze bewonderaars, die hem zoo
eenvoudig" vonden met zijn stralenden"
jongensglimlach en zijn verheugdheid en het plezier
van zoo aanstonds te gaan zingen voor hen allen
de jubelaars. Ja, en toen zette hij zich in postuur,
alsof hij van wal stak voor een verrukkelijken zeil
tocht, waarbij ons enthousiasme den wind in de
zeilen blies: daar ging hij !
En toen.... men durft het nauwlijks te zeggen ;
hij zong niet, hij schreeuwde ons eenige beroemde
aria's toe, hard en onecht van temperament,
hij brulde ons op formidabele wijze de ooren
vol met zijn leege virtuositeitjes, pralend met
het gemak van zijn techniek, en men had er spoe
dig genoeg van, d.w.z. dat deel van het publiek,
dat niet hoorende doof wilde wezen en dat het niet
alleen als prestatie maar matig, maar ook uit
artistiek oogpunt heel grof vond. Doch eindelijk.
toen de serieuse" kunst afgewerkt was
Weissmann deed overigens zijn best tenminste in zijn
eigen prestaties het peil weer op het niveau van
,.kunst" te halen kwamen de beroemde liedjes
uit de film, ja, eindelijk, want het had veel eerder
moeten wezen, en toen waren we thuis". Dat was
ie ! Wij kregen eindelijk onze echte sensatie, de
man van de beroemde liedjes van de film. Liederen
met pianobegeleiding" heette dat. De pianist
speelde de eerste, zoo bekende maten van den inzet,
Kiepura wees dan met een gebaar naar den pianist
van Daar hebben jullie het" en dan ging wel voor
het grootste deel van het aanwezige publiek de
ware hemel open, zooals deze al zoo vaak via de
radio en de grammofoon voor de minnaars van dit
soort liedjes was opengegaan. Vergeten was al
het voorgaande, vergeten waren Brahms en
Debussy en Wagner, die, nog al vreemdsoortig,
deze muziek hadden moeten flankeeren en zoo werd
dan toch het slot van het veel te lange
concertvoor de ongeduldigen, die er op zaten te wachten,
van een heute Macht oder nie"-vervulling.