De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 16 december pagina 16

16 december 1933 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Het nieuwe arbeidsrecht Prof. Dr. J. A. Veraart s. t' l* i B*1 i' :»M volkomen verandering, door de machine in het economisch maatschappijbeeld gebracht, leidde niet alleen tot een andere economische orde, maar riep bovendien een nieuw systeem van economische wetenschap te voorschijn: de door postulaten als vrijheid, individualisme en internationalisme beheerschte welvaartsleer. Zóó diep heeft deze leer in het geestesleven van de menschheid ingegrepen, dat, ondanks de algeheele mislukking van haar welvaartshypothese, de aanhangers van die leer nog talloos velen zijn. Voor hen is dan ook de arbeidswetgeving, voorzoover die den mensen aan het leed van de machine haar kwelling, haar beschadiging, haar tirannie vo rloopig nog maar voor een deel heeft onttrokken, een in de economie eigenlijk niet passend, in ieder geval onbegrepen hoofdstuk. En al aanvaarden zij het feit van de bestaande arbeidswetgeving hoe zou het ook anders kunnen? evenmin als in de grondslagen daarvan verdiepen zij zich in de perspectieven. Zelfs niet in een zoo ernstigen tijd als deze, nu van alle kanten de vragen over nieuwere arbeids wetgeving en haar aanpassing in een nieuw economisch systeem zich opdringen. , De grondfout, die een groot deel van de bestaande, zoogenaamd 'theoretische «cpnomie tot zoo volslagen hulpeloosheid brengt, worde hier niét uitgewerkt, wel aangestipt: het niet aanvaarden van de ;doelmatig-critische «aasi de realistische beschouwingswijze als van gelijke wetenschappelijke waarde! De liefde en lust tot het nabootsen van exacte" wetenschappen alsof daar het monopolie van weten,schappelijk denken lag deed de gedragingen der menschen in . grooter of kleiner collectiviteit verwaarloozen en kon geen richtlijnen ?"'zoeken, -wetenschappelijk gefundeerd, voor het toekomstgedrag. ,:Lehin>Stahn en Roosevelt vonden deze economisten even onmachtig ?als Cölijn en Trip. Het redelijkheidsprincipe practisch natuurlijk talloozémalen gehanteerd ! kon maar geen wetenschappelijke . verantwoording vinden; ongenaakbaar en dus dikwijls belachelijk ! ???-stelden' de theoretische" economisten zich er tegenover. :;. Het economisch leven gaat zijn gang; vraag niet hoe Maar veel bewuster, veel zekerder en met de grondlegging voor zoo ontzaglijk \veel meer menschengeluk kon het zijn gang gaan, indien de econo; misten hun doelmatig-critisch onderzoek met overtuiging voerden. "Ik denk-hier aan een doelstelling, die practisch door eiken braven Nederlander wordt aanvaard: redelijke voorziening in de redelijke behoeften van allen, maar die dan toch ook ontleend is aan de aristotelisch-thomistische wijsheid. In het algemeen laten wij de neoDarwinistische doelstellingen aan onze Duitsche naburen en da doeleinden van Stalin c.s. aan Russische despoten over. Indien dus dat de beleden en nauwkeurig ontlede doelstelling van onze econo misten was, zou dan het wetenschappelijk te bepalen werk, dat voor de toekomst moet worden verricht om dat doel te bereiken, niet veel krachtiger, veel solieder en veel meer homogeen kunnen worden verricht? Ook Nederland zou zijn brain trust" niet missen. Maar vooralsnog belet het verstoppertje spelen met de doelstelling, dat zij ontstaat. Deze geda'chte zou voor allerlei onderdeden van economische werkzaamheid kunnen worden uitgewerkt. Men denke aan de mone taire-, de belasting-, de handelspolitiek; aan het conjunctuurbeleid; ?dfi woning-, de werkloosheidsvoorziening en zooveel mér. Maar -beperking is hier nu eenmaal opgelegd. De eerste vraag, die hier moet worden gesteld is: wat beteekent de machine thans voor het redelijk welzijn van den mensch? En dan: welke politiek moet ten lopzichte van die machine worden gevoerd ? ' Het belangrijk onderzoek van Dr. Ir. Th. van der Waerden, in zijn laatste praeadvies voor Staathuishoudkunde, heeft niet kunnen aantoonen, dat de compensatie-theorie voldoende van toepassing is. Integendeel, nadere onderzoekingen, in Amerika vooral, toonen aan, , dat de machine in belangrijke mate duurzame werkkrachten over bodig maakt. In het topjaar 1928 was er in Amerika ook reeds een zeer belangrijke werkloosheid; als wij, Nederland, aanstonds ons deel hebben aan een nieuwe hoogconjunctuur, zullen wij zeer waar schijnlijk nog met een groot aantal werkloozen blijven zitten. Er schijnt niet aan te ontkomen: de machine vervangt steeds meer den mensch. Tenzij er dus belangrijke maatregelen worden genomen, kunnen wij voor het feit komen te staan, dat een deel der arbeiders de volle acht-en-veertig uur werkt, terwijl vele anderen buiten het productieproces gehouden blijven. Tegenhouden van rationalisatie en mechanisatie heeft geen zin. Maar ook deze beide processen moeten redelijk worden geleid. Ea dan mag over hun toepassing niet alleen het economisch belang van den afzonderlijken ondernemer beslissen ! De beide processen raken aan een algemeen economisch belang en moeten daaraan worden gemeten; want de hypothese van de oude economie houdt geen steek. Maar hier manifesteert zich ook in Nederland het ontbreken van een brain trust" gedurende de vier verloopen crisisjaren. Wij kregen gén (publiekrechtelijk) geordend bedrijfsleven, gén formatie van arbeidsreserves, gén conjunctuurpolitiek, maar wij behielden het laat-maar-waaien-systeem ten aanzien van het belangrijkste vraag stuk der werkloosheid (veel belangrijker dan de ondersteuning !). In ieder geval: van nu af aan zou het vraagstuk der wettelijk verkorte arbeidsweek een der eerste punten van het program van het nieuwe arbeidsrecht moeten zijn. Daaraan zitten echter weer ernstige consequenties vast: regeling van het distributie-, vooral het ambachtsbedrij f. Behalve om andere motieven: waar het gevaar dreigt van een ondragelijke concurrentie van arbeiders en gewezen arbeiders voor den kleinen middenstand. Dr. E. J. Tobi laat het gelukkig niet bij de reeds bekende, belangrijke onderzoekingen; zijn Rusland, Italië, naar een nieuwe wereld orde?" bewijst, dat hij zijn aandeel in het werk van de Nederlandsche brain trust" volop wil gaan verrichten. Het spreekt van zelf, dat van verdere uitwerking op dit belangrijk gebied hier geen sprake kan zijn. Waar blijft de vernieuwing van de Veiligheidswet en dus de uit breiding van haar werkingssfeer ? Ook al heeft men niet het honderdste deel van den moed van Roosevelt, met zijn codes" in den zwaarsten crisistijd, hoe kan men ooit motiveeren, dat men een deel der arbeiders onbeschermd tegenover de machine" laat, terwijl men aan de arbeiders van andere bedrijven de bescherming wél geeft en dus andere bedrijven wél durft belasten? Maar dit alles voert heen naar het kernprobleem in de doelmatigheidsleer: een ordening van het geheele nationale bedrijfsleven, ten bate van de redelijke voorziening van allen. Wat ook een aantal onder ons blijft hopen: noch naar vrijheid", noch naar individualisme keeren wij terug. Integendeel, de weg wijst duidelijk naar verder gaande vergemeenschappelijking, zij het ook met behoud van krachten, die elders, in leer en practijk, te veel werden verwaarloosd, ja zelfs vernietigd. Het landbouwbedrijf dat reeds zoozeer op het gebied van vergemeenschappelijking was voortgeschreden, ondanks de economisten, die tegenover Marx zegevierend op het landbouw bedrijf wezen ! is nu reeds zóó ver gekomen, dat het feitelijk nog maar n economisch geheel uitmaakt. (Ten overvloede worde er op gewezen, dat wat reeds geschiedde nog maar een bescheiden begin is in een geheel complex van maatregelen voor een goed geordend landbouwbedrijf). Tal van andere bedrijven: het mijnbedrijf, het bouwbedrijf, het vervoerbedrijf, allerlei industrieën, schreeuwen om een straffe, afgesloten ordening. Ook Roosevelt maakte met zijn codes" nog maar een begin, hoeveel bergen van werk er ook in Amerika in het laatste jaar zijn verzet. Het hopeloos achterlijke Amerikaansche arbeidsrecht deed nog slechts een flinken sprong (Slot op pag. 57)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl