Historisch Archief 1877-1940
Het nieuwe arbeidsrecht
Prof. Dr. J. A. Veraart
s.
t'
l* i
B*1
i'
:»M
volkomen verandering, door de machine in het economisch
maatschappijbeeld gebracht, leidde niet alleen tot een andere
economische orde, maar riep bovendien een nieuw systeem van
economische wetenschap te voorschijn: de door postulaten als vrijheid,
individualisme en internationalisme beheerschte welvaartsleer. Zóó
diep heeft deze leer in het geestesleven van de menschheid ingegrepen,
dat, ondanks de algeheele mislukking van haar welvaartshypothese,
de aanhangers van die leer nog talloos velen zijn. Voor hen is dan ook
de arbeidswetgeving, voorzoover die den mensen aan het leed van de
machine haar kwelling, haar beschadiging, haar tirannie vo
rloopig nog maar voor een deel heeft onttrokken, een in de economie
eigenlijk niet passend, in ieder geval onbegrepen hoofdstuk. En al
aanvaarden zij het feit van de bestaande arbeidswetgeving hoe zou
het ook anders kunnen? evenmin als in de grondslagen daarvan
verdiepen zij zich in de perspectieven. Zelfs niet in een zoo ernstigen
tijd als deze, nu van alle kanten de vragen over nieuwere arbeids
wetgeving en haar aanpassing in een nieuw economisch systeem zich
opdringen.
, De grondfout, die een groot deel van de bestaande, zoogenaamd
'theoretische «cpnomie tot zoo volslagen hulpeloosheid brengt, worde
hier niét uitgewerkt, wel aangestipt: het niet aanvaarden van de
;doelmatig-critische «aasi de realistische beschouwingswijze als van
gelijke wetenschappelijke waarde! De liefde en lust tot het nabootsen
van exacte" wetenschappen alsof daar het monopolie van
weten,schappelijk denken lag deed de gedragingen der menschen in
. grooter of kleiner collectiviteit verwaarloozen en kon geen richtlijnen
?"'zoeken, -wetenschappelijk gefundeerd, voor het toekomstgedrag.
,:Lehin>Stahn en Roosevelt vonden deze economisten even onmachtig
?als Cölijn en Trip. Het redelijkheidsprincipe practisch natuurlijk
talloozémalen gehanteerd ! kon maar geen wetenschappelijke
. verantwoording vinden; ongenaakbaar en dus dikwijls belachelijk !
???-stelden' de theoretische" economisten zich er tegenover.
:;. Het economisch leven gaat zijn gang; vraag niet hoe Maar veel
bewuster, veel zekerder en met de grondlegging voor zoo ontzaglijk
\veel meer menschengeluk kon het zijn gang gaan, indien de
econo; misten hun doelmatig-critisch onderzoek met overtuiging voerden.
"Ik denk-hier aan een doelstelling, die practisch door eiken braven
Nederlander wordt aanvaard: redelijke voorziening in de redelijke
behoeften van allen, maar die dan toch ook ontleend is aan de
aristotelisch-thomistische wijsheid. In het algemeen laten wij de
neoDarwinistische doelstellingen aan onze Duitsche naburen en da
doeleinden van Stalin c.s. aan Russische despoten over. Indien dus
dat de beleden en nauwkeurig ontlede doelstelling van onze econo
misten was, zou dan het wetenschappelijk te bepalen werk, dat voor
de toekomst moet worden verricht om dat doel te bereiken, niet veel
krachtiger, veel solieder en veel meer homogeen kunnen worden
verricht? Ook Nederland zou zijn brain trust" niet missen. Maar
vooralsnog belet het verstoppertje spelen met de doelstelling, dat zij
ontstaat.
Deze geda'chte zou voor allerlei onderdeden van economische
werkzaamheid kunnen worden uitgewerkt. Men denke aan de mone
taire-, de belasting-, de handelspolitiek; aan het conjunctuurbeleid;
?dfi woning-, de werkloosheidsvoorziening en zooveel mér. Maar
-beperking is hier nu eenmaal opgelegd. De eerste vraag, die hier
moet worden gesteld is: wat beteekent de machine thans voor het
redelijk welzijn van den mensch? En dan: welke politiek moet ten
lopzichte van die machine worden gevoerd ?
' Het belangrijk onderzoek van Dr. Ir. Th. van der Waerden, in
zijn laatste praeadvies voor Staathuishoudkunde, heeft niet kunnen
aantoonen, dat de compensatie-theorie voldoende van toepassing is.
Integendeel, nadere onderzoekingen, in Amerika vooral, toonen aan,
, dat de machine in belangrijke mate duurzame werkkrachten over
bodig maakt. In het topjaar 1928 was er in Amerika ook reeds een
zeer belangrijke werkloosheid; als wij, Nederland, aanstonds ons
deel hebben aan een nieuwe hoogconjunctuur, zullen wij zeer waar
schijnlijk nog met een groot aantal werkloozen blijven zitten.
Er schijnt niet aan te ontkomen: de machine vervangt steeds meer
den mensch. Tenzij er dus belangrijke maatregelen worden genomen,
kunnen wij voor het feit komen te staan, dat een deel der arbeiders
de volle acht-en-veertig uur werkt, terwijl vele anderen buiten het
productieproces gehouden blijven.
Tegenhouden van rationalisatie en mechanisatie heeft geen zin.
Maar ook deze beide processen moeten redelijk worden geleid. Ea
dan mag over hun toepassing niet alleen het economisch belang
van den afzonderlijken ondernemer beslissen ! De beide processen
raken aan een algemeen economisch belang en moeten daaraan
worden gemeten; want de hypothese van de oude economie houdt
geen steek.
Maar hier manifesteert zich ook in Nederland het ontbreken van
een brain trust" gedurende de vier verloopen crisisjaren. Wij kregen
gén (publiekrechtelijk) geordend bedrijfsleven, gén formatie van
arbeidsreserves, gén conjunctuurpolitiek, maar wij behielden het
laat-maar-waaien-systeem ten aanzien van het belangrijkste vraag
stuk der werkloosheid (veel belangrijker dan de ondersteuning !).
In ieder geval: van nu af aan zou het vraagstuk der wettelijk
verkorte arbeidsweek een der eerste punten van het program van het
nieuwe arbeidsrecht moeten zijn.
Daaraan zitten echter weer ernstige consequenties vast: regeling
van het distributie-, vooral het ambachtsbedrij f. Behalve om andere
motieven: waar het gevaar dreigt van een ondragelijke concurrentie
van arbeiders en gewezen arbeiders voor den kleinen middenstand.
Dr. E. J. Tobi laat het gelukkig niet bij de reeds bekende, belangrijke
onderzoekingen; zijn Rusland, Italië, naar een nieuwe wereld
orde?" bewijst, dat hij zijn aandeel in het werk van de Nederlandsche
brain trust" volop wil gaan verrichten. Het spreekt van zelf, dat
van verdere uitwerking op dit belangrijk gebied hier geen sprake
kan zijn.
Waar blijft de vernieuwing van de Veiligheidswet en dus de uit
breiding van haar werkingssfeer ? Ook al heeft men niet het honderdste
deel van den moed van Roosevelt, met zijn codes" in den zwaarsten
crisistijd, hoe kan men ooit motiveeren, dat men een deel der arbeiders
onbeschermd tegenover de machine" laat, terwijl men aan de
arbeiders van andere bedrijven de bescherming wél geeft en dus
andere bedrijven wél durft belasten?
Maar dit alles voert heen naar het kernprobleem in de
doelmatigheidsleer: een ordening van het geheele nationale bedrijfsleven, ten
bate van de redelijke voorziening van allen. Wat ook een aantal onder
ons blijft hopen: noch naar vrijheid", noch naar individualisme
keeren wij terug. Integendeel, de weg wijst duidelijk naar verder
gaande vergemeenschappelijking, zij het ook met behoud van krachten,
die elders, in leer en practijk, te veel werden verwaarloosd, ja zelfs
vernietigd. Het landbouwbedrijf dat reeds zoozeer op het gebied
van vergemeenschappelijking was voortgeschreden, ondanks de
economisten, die tegenover Marx zegevierend op het landbouw
bedrijf wezen ! is nu reeds zóó ver gekomen, dat het feitelijk nog
maar n economisch geheel uitmaakt. (Ten overvloede worde er
op gewezen, dat wat reeds geschiedde nog maar een bescheiden begin
is in een geheel complex van maatregelen voor een goed geordend
landbouwbedrijf). Tal van andere bedrijven: het mijnbedrijf, het
bouwbedrijf, het vervoerbedrijf, allerlei industrieën, schreeuwen om
een straffe, afgesloten ordening. Ook Roosevelt maakte met zijn
codes" nog maar een begin, hoeveel bergen van werk er ook in
Amerika in het laatste jaar zijn verzet. Het hopeloos achterlijke
Amerikaansche arbeidsrecht deed nog slechts een flinken sprong
(Slot op pag. 57)