De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 16 december pagina 22

16 december 1933 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

16 December 1933 20 Mensch en machine if. maakte, dan zijn het niet deze mogelijk- en noodzakelijkheden vande industrialisatie, die tempo en omvang van de collectivisatie hebben bepaald, maar de reeds door Lenin geformuleerde overtuiging, dat uit het boerenkleinbedrijf van uur tot uur, van minuut tot minuut het .kapitalisme geboren wordt", de overtuiging, welke door Stalin aldus is geformuleerd, dat de Sowjetmacht zich niet lang baseeren kan óp twee tegenovergestelde beginselen, op een groote socialistische industrie, die de kapitalistische elementen vernietigt, en op het kleine individueele landbouwbedrijf, dat de kapitalistische elementen voort brengt". Van dezen kant gezien, vertoont het plan ook zijn ware karakter, van dezen kant gezien wordt het eerst begrijpelijk. Het is geen wel vaartsplan, maar een plan tot sociale herschepping op oeconomischen grondslag. Natuurlijk moet in afgeleiden zin ook de welvaart ermee worden gediend. Het Vijfjaarsplan gaat van de noodzakelijkheid uit, niet slechts de normen van het levensmiddelenverbruik te doen stijgen, maar ook de structuur van de voeding wezenlijk te ver beteren", lezen we bij Grinjko. Dénormen van het broodgebruik in de steden zouden hetzelfde blijven, in de dorpen een weinigje stijgen; het vleeschverbruik zou in de steden van 49.1 K.G. in 1927/28 tot 62.7 K.G. in 1932/33 stijgenenophetplattelandvan22.6K.G.tot 26.4 K.G.; voor het gebruik van eieren voorzag het plan een stijging van 90.7 stuks bij het begin tot 155 stuks bij het einde van de vijf jarige periode voorde steden en van 49.6 tot 72 op het platteland; voor het gebruik Van melkproducten waren deze cijfers resp. 218 en 339 K.G. in de steden en 183 en 228 op het platteland. Wanneer we echter naar den toestand zien, een jaar, nadat Tiet eerste Vijfjaarsplan in vier jaren vervuld is, dan blijkt het een feit, dat Rusland bij het begin van het Tweede Vijfjaarsplan.... in een zeer kritieken toestand verkeert, wat de voedselvoorziening betreft, een toestand, die erger is, dan het ooit sinds de dagen van den hongersnood geweest is" (Hindus). Al is er een indrukwekkende vooruitgang in den opbouw over het heele land en al worden de cultureele mogelijkheden in stad en land voortdurend uitgebreid", staat er echter op de plaats van de stippeltjes. Als dan ook in het rapport omtrent de uitvoering van het Eerste Vijfjaarsplan gemiddeld een verdubbeling van de loonen wordt aangetoond, een vervijfvoudiging van de uitgaven voor de cultureele zorg en de woningvoorziening van de niet in den landbouw werkzame arbeiders, verkorting van den werktijd, verbetering van hygiëne en veiligheid in het bedrijf, voortdurende toeneming van de gezondheidszorg, dan kan terecht gezegd worden, dat de materieele en cultureele levensstandaard van de massa aanzienlijk ge stegen is", zonder dat men over het hoofd hoeft te zien, dat er over de verbetering van de levensmiddelenvoorziening in dit rapport niets meer te vinden is. En als het Tweede Vijfjaarsplan op dit gebied opnieuw wijde perspectieven opent, dan is het de moeite waard, zich de woorden te herinneren, die Stalin op de grens van twee Vijfjaarsplannen gesproken heeft: Natuurlijk hebben wij niet bereikt, dat ten volle aan de materieele behoeften van de arbeiders en boeren voldaan wordt. En we zullen dat ook in de eerstvolgende jaren nauwelijks bereiken". De quintessence van deze uitspraak ligt in het woordje natuurlijk". Waarom is het zoo natuurlijk, dat het nog jaren aan zal loopen, voordat de Sowjetburger voor zijn allerminst overdreven levensbehoeften bevrediging vindt? Waren de jaren, die aan de intrede van het Eerste Vijfjaarsplan voorafgingen, dan reeds niet jaren van, met tegen woordig vergeleken, overvloed? Dus zijn we weer op het punt, waarop we reeds eenige malen teruggekomen zijn: het Vijfjaarsplan, de industrialisatie, had niet in de eerste plaats ten doel dezen overvloed te consolidéeren en nog te vermeerderen. Integendeel: met een kleine woordspeling kan men zeggen, dat men toen reeds van plan was, dezen overvloed op te offeren, op te offeren voor het leggen van den grondslag van het socialisme, op te offeren aan de uitbreiding van industrialisatie en collectivisatie, zooals uit dezen gezichtshoek werden vereischt: omkomen of uit alle macht voorwaarts streven", zóó heeft Lenin het alternatief eenmaal gesteld en voorwaarts streven beteekende industrialisatie, omdat het land, dat temidden van een kapitalistische buitenwereld het socialisme wilde opbouwen, onaf hankelijk van deze buitenwereld moest zijn, industrialisatie, omdat het een basis van nieuwe techniek moest leggen onder den landbouw, als basis van ontwikkeling van de industrie en als de markt, die de productie van de industrie moest opnemen, als leverancier van grondstoffen en levensmiddelen en als bron van de exportreserves, die noodig waren, om de uitrusting voor de nieuwe volkshuishouding te kunnen invoeren; en-collectivisatie beteekende het, omdat zoolang het kleine bedrijf in den landbouw overheerschte, wij de wortels van het kapitalisme niet hebben uitgerukt en het fundament, den grond slag van den binnenlandschen vijand niet hebben ondermijnd" (Lenin). De Sowjetunie is gedwongen, aldus nog eenmaal Grinjko, veel te exporteeren, om den import van machines, grondstoffen.halffabrikaten en de technische hulp van het buitenland te verzekeren. Zonder dat ook maar in het minst voor de breede massa van het land te ver bergen, moet de Sowjetunie, behalve petroleum, hout, pelterijen enz. ook levensmiddelen en dikwijls industrieproducten van het massaverbruik uitvoeren, om den invoer van machines te verzekeren. Daar kwam nog bij, dat de Sowjetunie in zooverre door de wereld crisis geteisterd is, dat de prijzen van haar voornaamste uitvoerartikelen (landbouwproducten en grondstoffen) dieper vielen, dan die van haar invoerartikelen, daardoor verminderde niet alleen de omvang van in- en uitvoer in vergelijking met het plan, maar ook de structuur van het invoerplan moest zoodanig worden gewijzigd, dat allereerst de invoer van machinerieën voor de uitrusting van de nieuwe industrieele ondernemingen en van den landbouw verzekerd werd, terwijl de invoer van grondstoffen voor de lichte industrie moest worden verminderd. Ook dit kon echter niet verhinderen, dat toch nog het uiterste van de uitvoercapaciteit van de Sowjetunie werd gevergd, zoodat zelfs in 1931, toen het land door een gedeeltelijk misgewas getroffen werd, de regeering geen voldoende tegemoet komende houding tegenover de boeren kon aannemen, wat op zijn beurt weer een van de oorzaken werd voor de malaise, welke den landbouw in 1932 in vele streken gekenmerkt heeft. Maar dat alles kon de Sowjetmacht niet beletten nog gedurende de periode van het Eerste Vijfjaarsplan het programma van de zware industrie met een lange reeks van groote werken uit te breiden: een tweede steenkool- en ijzerbasis in het Oosten, de tractorenfabriek te Charkof, de combinefabriek te Saratof, de fabriek van textielmachines te Moskou, een horlogefabriek, talrijke nieuwe fabrieken in ijzer- en staalindustrie, fabrieken voor synthetische rubber enz. enz. En ter wijl op het eind van het Eerste Vijfjaarsplan de lichte industrie 84.9 pCt. van haar plan vervuld had, heeft de industrie van productie middelen het hare overtroffen (103.4 pCt.) en de eigenlijk gezegde zware industrie insgelijks (109.6 pCt.). Toen Stalin dan ook na verloop van het Eerste Vijf jaarsplan de resul taten schouwde, kon hij zeggen: Dit alles leidde ertoe, dat ons land van een agrarisch land een industrieel land werd, want het relatieve aandeel van de industrieele productie tegenover die van den land bouw steeg van 48 pCt. in het begin van het Vijfjaarsplan (1928) tot 70 pCt. op het eind van het Vijfjaarsplan (1933)." Tegelijk waren meer dan 70 pCt. van het bebouwde oppervlak des lands op dat oogenblik in handen van de collectieven overgegaan. Wat deerde het, dat overal in de industrie, overal in de collectieve landbouw bedrijven de toeëigening van de techniek" toen nog beginnen moest? Ook een neutraal beoordeelaar als Hindus schrijft: Mijns inziens is het feit, het plan voor de zware industrie**) niet tenvolle heef t uit gevoerd, lang niet zoo gewichtig als dat andere feit, dat het nu toch een zware industre heeft, al mankeert er nog heel wat aan het per soneel, een industrie, die met de beste ter wereld vergeleken kan worden". Het is nog slechts een derde deel van de boeren, dat den particulieren bedrijfsvorm kent. Buiten de Sowjetunie kan men er nog over praten, of dit al of niet een vooruitgang voor de toekomstige welvaart van het land en het toekomstig geluk van zijn inwoners beteekent. Maar binnenslands weten groote bevolkingsgroepen al niet beter, of het hoort zoo. Goede kenners van de toestanden in het huidige Rusland verklaren, dat het particuliere bedrijf, zoo min in industrie als in den landbouw, gemakkelijk te herstellen zoude zijn, zelfs na n val van het Sowjetbewind, dat deze dingen heeft gewrocht. En zoo schijnt inder daad de droom van Lenin door Stalin te zijn volbracht: indien de opbouw van het socialisme te verwezenlijken is, dan is daarvoor thans in de Sowjetunie de basis gelegd. *) Artelj is het Russische woord voor een bepaalden vorm van coöperatie die thans in het collectieve landbouwbedrijf overheerscht **) De tegenspraak met de cijfers van de vorige alinea is slechts schijnbaar. Hendus let nl. op de zg. contrólecijfers, die het eigenlijke plan dikwijls verre over treffen, om een deel echter van het tempo zooveel mogelijk op te zwiepen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl