De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 16 december pagina 25

16 december 1933 – pagina 25

Dit is een ingescande tekst.

Filmmensch en filmmachine L J. Jordaan GIJ kunt in geen kring verkeeren * waar over de film gesproken wordt ,'1 of ge zult minstens eenige keeren moeten i hooren nadat alle argument en vóór enl tegen uitgeput zijn dat men in de bios-; coop het levende contact tusschen publiek j en spelers mist", het is de laatste stelling] waarin zich een gevoels- en gedachtenleven terugtrekt, dat nog onuitroeibaar wortelt in een vorige generatie. Gij kunt nu non i derdmaal beweren, dat dit contact ook; volstrekt niet beoogd wordt.... het zal u weinig baten. Men sleept nog steeds de, misleidende analogie van het theater mee,! volgens welke eenfilmvertooning de wissel werking tusschen een collectief van levende,1 toeschouwers en levenlooze schaduwbeelden zou willen benaderen terwijl toch in waarheid slechts gestreefd wordt naar een contact tusschen filmauteur en filmlezer. Onder de talrijke nieuwe aspecten, waar onder zich het wordende filmverschijnsel aan de menschheid vertoont, is deze laatste aphoristische voorstelling wellicht nog df> duidelijkste. De film is een, tot uiteinde lijken definitieven'vorm gekristalliseerd ge dachten- en verbeeldingsproces, dat zijn volmaaktste begrenzing meent gevonden te hebben.... precies als een boek. Er is niets onzekers, niets avontuurlijks meer aan ? iedere expressie, iedere intonatie is den tweeden avond precies als den eersten.... accoord. Maar dat is met deconstructievan een roman ook het geval en geen sterve ling haalt het in zijn hoofd het litteraire werk af te keuren, omdat hij door zijn geachte tegenwoordigheid de dramatis per sonae niet meer kan beïnvloeden. Waar schijnlijk is het een misleidend- atavisme, ontstaan uit het feit, dat men in grooten getale en gezamenlijk de filmexpositie bij woont. We zijn er nu eenmaal met zijn vijfhonderden en wij willen applaudiseeren of fluiten en in die gemoedsstemming is het inderdaad een deprimeerend gevoel, wanneer de schimmen daarginds aan deze onze tusschenkomst maling blijken te hebben. Wie veel en regelmatig films in trade-show ziet d. w. z. allén en in direct contact (dat overigens zeer levend" kan zijn !) met den auteur", die erkent volledig het absurde en be lachelijke in een dergelijke reactie. Dit zijn dingen, die men zoo terloops wel eens kan zeggen, maar waarover men zich niet al te druk behoeft te maken. De groote omwenteling, die de film in ons geestelijk verkeer bewerkstelligt, vol trekt zich onweerhoudbaar met of zonder onze verdediging.... met of zonder de permissie der levende-contacters. Wat dat aangaat kunnen wij de zaken rustig laten betijen. Intusschen is er nog een andere confrontatie dan die van uen onder tooneeltradities levend publiek en het projectieapparaat. Een con frontatie van mensch en machine, waarbij wel degelijk sterke levende impulsen van verzet en afkeer overwonnen moeten worden. Daar komt voor iederen speler het oogenblik, waarop hij voor het eerst de camera tegenover zich ziet en de microfoon boven zijn hoofd weet en ook de grootste en meest zelfbewuste van deze debutanten ontde speler de camera tegenover zich ziet en de microfoon boven zich weet, maakt toch de vijandschap tegenover de camera plaats voor een gevoel van genegenheid. komt daarbij niet aan een gevoel van hef tige bevangenheid^ en verlammende ner vositeit. De legende wil, dat de zeer temperament volle filmspeler, John Barrymore, toen hij de eerste maal een filmopname beëindigd had, in een bui van volslagen zenuwover spanning het gehate, impassieve filmappa raat tegen den grond sloeg. Later leerde hij deze zelfde machine waardeeren en zelfs liefhebben, als een strengen maar waarachtigen vriend.... doch destijds was hij zoover nog niet, evenmin als wij met ons betoog. Het was volkomen begrijpelijk, dat alles in dezen geeerden en souvereinen Shakespeare-speler van zich verzette tegen wat hem de onverdraaglijke tyramüe van^het doode mechaniek moest toeschijnen. De*, filmregisseur mocht dan een ventvan-niks wezen of een betweter of een idioot a la bonne heure ! maar men kon in ieder geval tegen hem argumenteeren, desnoods razen en vloeken. Wilde die meneer een scène zus of zoo gespeeld hebben?goed, daar was de opninie en de autoriteit van den geroutineerden theaterspeler tegenover te stellen.... en dikwijls met succes. Maar dat verdraaid ding daar in den hoek ? die koude, onvermurwbare Polyfemos rnet zijn starre glazen oog, had tegelijk iets barbaarsch en bovenmenschelijks. Hij discussieerde niet maar bewees.... tout court. Was een ge baar te nadrukkelijk een intonatie te luid geweest.... de schoonste theater theorie bleek nutteloos tegenover het on weerlegbare resultaat: de projectie. Er stak in die koele, zakelijke waardeering der dingen"?in dit zuiver op het naakte resul taat proeven van alle gev elsplastiek iets irriteerends en tegelijk intimideerends, dat men eerst veel later als strenge onpartij digheid en hoogste rechtvaardigheid leerde zien. Het valt niet te ontkennen: zoo'n eerste contact van den filmspeler met het apparaat moet onvermijdelijk op ontmoediging en wrevel uitdraaien.... en zulks temeer naarmate de herinnering aan de warme, geladen atmosfeer der schouw burgzaal nog ^in hem leeft. De diep-ingeboren neiging van den histrion om een menigte te fascineeren, sterft langzaam onder den kouden blik van het objectief. Wie zich daarop blijft in stellen is een verloren man het apparaat wenscht niet overtuigd te worden, het wenscht slechts te overtuigen ! Vandaar dat er bij den filmspeler ??? bewust of onbewust een innerlijke ommekeer moet plaatsgrijpen.... een overschakelen op een andere geesteshouding. De illusie, dat men in de studio voor een imaginair publiek speelt, dient met wortel en tak te worden uitge roeid ? men speelt slechts voor zich zelf en voor dien allerhoogsten rechter, het apparaat. Alle vertrouwen op een bevruchting en een stimulans van buiten af, moet worden losgelaten.... de speler is slechts aangewezen op een innerlijke overtuiging, die niet zoo heel ver af staat van de dichterlijke extase. Zelfs de luidruchtige aan sporingen van den regisseur uit het zwijgende" tijdperk kunnen niet meer helpen op het beslissende oogenblik trekt ook deze almachtige zich terug en de acteur is alleen.... alleen met de machine

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl