De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 16 december pagina 35

16 december 1933 – pagina 35

Dit is een ingescande tekst.

&:? h.3 A* e wo n d e r-b o o m Technisch Kerstsprookje Herman Salomonson Teebenlngen I*, van Mens )E Kerstboom straalde uit vijfenzeventig electrische kaarsjes. Men kon, zonder er om heen te loopen, dit wonder van alle zijden bezien. Want de stam was gemonteerd op een draaibaar onderstel dat bewogen werd door een geruischlooze electromotor. Roerloos en statig wentelde de boom om zijn hoogte-as. Er heerschte een behagelijke warmte in het vertrek want de auto matische centrale verwarming werkte naar behooren. En uit een loudspeaker klonken de Kerstliederen die uit een ge bouw op honderdvijftig kilometer afstand draadloos werden over gebracht. , Onder den boom lagen de geschenken: meccanodoozen, auto's n vliegmachines voor de kinderen en voor de groote menschen auto matische sigarenaanstekers, electrische scheertoestellen en brood roosters, uurwerken, vulpenhouders en ook een paar boeken en fototoestellen. In het belendend vertrek, achter de gesloten deuren, was een ge-N roezemoes van stemmen. Telkens klonk de electrische huisbel en nieuwe gasten kwamen binnen. Erg genoeglijk, zeiden ze tegen de gastvrouw; Dit is een ouderwetsche Kerstavond. Boven in de kinderkamer had de juffrouw de grootste moeite om de kinderen in bedwang te houden. ? Jullie kleeren zijn gekreukeld als je straks beneden moogt komen, riep ze telkens wanhopig. Er waren zes kinderen: twee van het huis en vier neefjes en nichtjes die met hun ouders waren meegekomen. De meisjes speelden schooltje en de jongens zaten elkaar gillend na om de groote ronde tafel. Nou, zei de keukenmeid, die voor haar electrisch fornuis stond, ik zal blij zijn als al die herrie achter den rug is. En het werkmeisje, dat rood was van het naai" de deur draven haalde knorrig de schouders op en mompelde iets dat heelemaal niet bij een Kerstfeest behoort. Om half negen werden de laatste gasten binnengelaten en de heer des huizes knikte zijn vrouw toe en zei dat ze dan maar moesten beginnen. Nauwlijks was de boodschap door de huistelefoon in de kinder kamer bekend geworden of, als een wervelwind, stormden de zes kinderen de trappen af, en met opgetogen gezichten recht-toe-rechtaan de kamer binnen, de groote menschen voorbij tot vlak voor de nog gesloten tusschendeuren. Hé-hé, riepen de ouders, moeten jullie niet eerst iedereen be leefd goeden avond zeggen ? \ Ze gingen nu haastig en verstrooid rond. Achter de deuren wachtte het wonder. De vader, controleerde nog eens alles: de draaiende boom, de electrische leiding en de radio-installatie. Hij draaide een knop wat verder en het Kerstgezang was nu luider. Toen klapte hij in de handen. .... lag broertje op den grond De deuren schoven langzaam terzijde en iedereen riep: Oooh De kinderen stonden even sprakeloos. Toen begonnen ze te gillen van opwinding. Onder hunne kreten en de vermaningen van de ouders was de radio-muziek nauwelijks hoorbaar. Meezingen.... meezingen, riep iemand. Maar op dat oogenblik had een jongmensch aan het radiotoestel gedraaid en het Kerstgezang maakte plotseling plaats voor een ge syncopeerde dansmuziek van een negerorkest te Parijs. Flauw.... zei een nichtje, maar ze liet zich meevoeren voor een dans. Eerst de cadeaux.... de cadeaux, riepen de kinderen. Het kleinste jongetje uitte een gil van verrukking. Hij stond temidden van verscheurd papier en in zijn handen hield hij een electromotor. Voor m'n trein... .m'n trein.... schreeuwde hij. In de algemeene drukte lette niemand er op dat hij met zijn schat verdween. Men ging voort met elkander geschenken te geven en er dansten nu drie paren op de muziek van het negerorkest. Juist toen een van de dames, met een miniatuur platina precisieuurwerk in de hand zeide: Gunst neen, Karel, dat had je niet mogen doen.... gingen alle lichten uit. Van alle kanten hoorde men verschrikte uitroepen door het stikduister. Iemand trok een gordijn open en zeide dat aan den overkant het licht wél brandde. Er moest dus iets in huis gebeurd zijn. Aan de centrale lag het hem niet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl