Historisch Archief 1877-1940
il
i 4<%et*1mis was naar het schakeïbörd inkde gang
loopen.
Mina.... Mina, riep hij, waar zijn de zekerheids-stoppen ?
Er waren geen zekerheids-stoppen in reserve.
Kaarsen dan, maar, raadde iemand.
Niet doen' Gérard, 'fluisterde het meisje dat gedanst had.
Toen werden de brandende kaarsen met gejuich begroet.
Warm licht stroomde door de kamer.
Déboom stond roerloos.
Wat is hij nu mooi, zeiden de kinderen die stil waren geworden.
Een jonge tante streelde ze over de hoofdjes.
Zingen jullie nou maar eens, zeide ze, en zette een Kerstliedje in.
De kinderen zongen hand aan hand met trillende stemmetjes.
Mevrouw, kwam de keukenmeid zenuwachtig zeggen.... m'n
fornuis....
Op dat oogenblik klonk er luid geroep van boven.
Mijnheer vond de kinderjuffrouw bleek halverwege de trap.
Komt u dadelijk kijken, riep ze..... er is iets met Broertje....
Boven in de kinderkamer waar een eenzaam kaarsje te flakkeren
stond, lag broertje op den grond.
Naast hem, verbonden met een stopcontact, stond de electromotor.
Verdomme, riep mijnheer juffrouw hoe kunt u nou ?
Het kind is stilletjes alleen naar boven geloopen, huilde ze....
Even later gierde een oom in zijn auto door de leege straten naar
den dokter. Iemand anders belde zenuwachtig aan de telefoon alle
electriciens op en kreeg nergens gehoor.
In de kamer waar de Kerstboom stond zat men verslagen bijeen.
Dat komt nu, zei iemand, van dat gevaarlijke speelgoed. Ze
moesten kinderen,zulke dingen niet in handen geven.
Niemand lette op de andere kinderen, die verstoppertje speelden
in het belendende vertrek.
Boven, naast Broertjes bed, zaten vier vrouwen en een man en
keken naar zijn bleeke gezichtje.
Het zal de schrik geweest zijn, anders niet, zeide de man.
Broertje was doodsbleek en nu en dan beefde hij even.
Telkens als hij beefde zeiden de groote menschen tegen elkander:
Wat zou hij hebben ?
Dan beleefde hij weer het oogenblik waarop een afschuwelijke
onbekende kracht hem zijn mooie speelgoed zoo onverwacht uit de
handen had geslagen. Toen hij zijn oogjes opsloeg stond de dokter
naast zijn bed.
Dat is goed afgeloopen, zei de dokter.... Waren je handjes
nat, Broer ?
Hoe kunt u nou..
Moeder hield zijn handje vast
Hij keek met groote oogen en antwoordde niet.
Hij is een sensitief ventje, zei de dokter tegen de groote menschen,
wier gezichten nu stralend waren of hun een groot wonder van blijd
schap werd geopenbaard. Een dergelijke schok veroorzaakt een
shock in de hersenen en een kramp in de bloedvaten. Het is wonder
baarlijk goed afgeloopen.... Laat hem nu rustig in bed blijven dan
zien we het een paar dagen zoo aan....
Broertje keek met groote oogen naar de'kaars die op tafel stond te
flakkeren. En opeens ging het licht weer aan.
Dat deed hem pijn in de oogen en hij begon te huilen....
Stil vent, stil maar mijn jongen, zei moeder met haar natte
wang tegen de zijne, en ze trok een doek over de lamp.
Beneden werd de tijding met vreugde vernomen....
Daar was ook iets wonderlijks gebeurd:
Tegelijkertijd waren de lichten weer gaan branden en de kaarsjes
van den boom, en de boom begon opeens weer rond te draaien....
Maar uit de radio, die al dien tijd gezwegen had, klonk nu, vol'en
machtig, een Kerstgezang
Goddank.... Goddank, riepen de menschen.... Het is met
Broertje goed afgeloopen
De radio werd zachter gesteld en het Kerstlied bleef zacht ruischen,
vaag door de kamer waar de menschen fluisterden....
Oef, zei de keukenmeid beneden in de keuken.... m'n fornuis
doet het weer.
Het werkmeisje liet den electricien uit.
Ook een bedoening op je Kerstavond, mopperde de man....
Moet je mij zeggen, zuchtte het meisje.
_ Boven in de schemerige kamer, lag broertje stil voor zich uit^te
kijken. Naast hem zat moeder, in haar mooie japon, en hield zijn
handje vast.
Stil maar vent.... lieve vent, zei ze telkens.
En toen:
Hindert het licht je nog vent....'?
Toen zei hij zacht:
Moeder, steek het kaarsje weer aan alsjeblieft....
Bij het flakkerende licht van het kaarsje bleef ze bij hem.
Buiten klonken kerkklokken.
Moeder, zei broertje opeens, en hij sidderde over zijn heele
lichaam.... Het was zoo verschrikkelijk. En nu zie ik niets meer
van den boom....
Je krijgt hier een boompje, beloofde ze.... heelemaal voor
jou, met mooie, echte kaarsjes.... Er kan nu niets meer gebeuren....
Zoo, met moeders hand geklemd in zijn nat, warm handje, sliep
hij in....
En hij droomde zijn Kerstsprookje, van een vreemde, verschrikke
lijke kracht, die door Moeder was weggejaagd, en op zijn nu weer
roode slaap-gezichtje was vrede....