Historisch Archief 1877-1940
Menseh en mach i ne
Het toenemend gebruik van machines heeft 's menschen
heerschappij over de natuur aanzienlijk vergroot. Malthus'
voorspelling, dat de natuur niet rijk genoeg zou zijn, om de
groeiende bevolking te voeden, is gelogenstraft. Het probleem
van de 20e eeuw is de zoo gestegen productie op doelmatige
wijze over de menschheid te .distribueeren.
"^T TELE duizenden jaren geleden placht Koningin Penelope, zoo
y '. verhaalt ons de Grieksche sage, den tijd, dat zij moest wachten
op den terugkeer van haar echtgenoot Koning Odysseus te korten
met den arbeid aan haar weefgetouw.
Dat weefgetouw was niet gerationaliseerd, zooals men dat tegen
woordig pleegt, te noemen. Eén weefster bediende n getouw. Geen
mechanische drijfkracht bracht de machine in beweging. De weefster
zelve had vermoedelijk het patroon ontworpen. Het product was niet
bestemd voor de markt, maar voor het gezin van de arbeidster zelve.
Een stukloon bepaald door het automatisch geregistreerde aantal
bewegingen van de spoel door den inslag zal Penelope wel niet ont
vangen hebben. Haar loon zou trouwens wel bijzonder gering geweest
zijn, omdat zij 's nachts de draden, die zij overdag had geweven,
weder placht uit te trekken.
Verplaatsen wij ons in gedachte van het weefgetouw van Penelope
naar een moderne textielfabriek in Lancashire, in New-England,
in Japan, in Twente of in Tilburg en wij zien in n oogopslag, hoe
zeer 's menschen heerschappij over de natuur door het toenemend
gebruik van de machine is gegroeid.
Eén wever bedient 4, 6, 8 of 12 getouwen; hier en daar zelfs....
36 getouwen. Zijn werk bestaat bijna uitsluitend in het toezien, dat
de machine goed werkt. Op datgene, wat aan het product, dat hij
vervaardigt, het individueele karakter, de schoonheid, moet geven,
het patroon, heeft hij geen invloed. Dat patroon wordt door een
schablone aangebracht.
Eenige cijfers mogen illustreeren, hoe zeer door het gebruik van
machines het onderdeel, dat elke arbeider levert van het voltooide
product, is verkleind en hoe zeer de productie in het algemeen en
per arbeider is toegenomen.
De machinaal vervaardigde speld het klassieke voorbeeld, dat
Adam Smith anderhalve eeuw geleden gaf van het leerstuk der
arbeidsverdeeling onderging 19 bewerkingen door 19 verschillende
arbeiders. Een door Philips vervaardigde gloeilamp onderging om
streeks 1900 40 verschillende bewerkingen, niet lang geleden reeds
1000 bewerkingen. Door die arbeidsverdeeling en door het aanwenden
van machines praesteert een arbeider in een gloeilampenfabriek van
thans het 30 voudige van een arbeider van 30 jaar geleden.
In een moderne exportslagerij in Nederland worden 40 a 50 var
kens per dag en per arbeider, in het bedrijf werkzaam, geslacht.
Dat cijfer komt overeen met de meest efficiënte ondernemingen in
Chicago. Men kan zich gemakkelijk voorstellen, hoe groot het aandeel
is, dat de machine o.a. de loopende band heeft in het productieproces
en hoe ver de arbeidsverdeeling moet zijn doorgevoerd.
Het aantal arbeiders, dat noodig is voor de vervaardiging van
100 rijwielen daalde in dezelfde periode van 1,78 op 0,92; per 1000 ton
papier van 60 op 34; per 1000 paar schoenen van 1,77 op 1,12. In
de steenkolenmijnen in,Nederland steeg de productie per arbeider van
100 in 1913 tot 165,3 in I93I- Met dat cijfer overtreft déNederlandsche
arbeider verre de Engelsche, Fransche en Belgische arbeiders en zelfs
eenigermate de Duitsche arbeiders.
Bijna anderhalve eeuw geleden publiceerde Malthus zijn"beroemde
boek over het bevolkingsvraagstuk. Hij kwam daarin tot de conclusie,
dat de bevolking zou groeien in de reeks 2, 4, 8,16 enz. en de productie
in de reeks 2, 4, 6, 8 enz., hetgeen hem deed concludeeren tot een
uiterst somber beeld omtrent de toekomstige welvaart van de
menschheid.
Deze sombere voorspelling is door de feiten volkomen gelogenstraft.
De bevolking is snel gegroeid zij het ook niet zoo snel als Malthus
had voorspeld maar 's menschen heerschappij over de natuur is
in de anderhalve eeuw, die sinds de publicatie van Malthus' boek is
verloopen, in zeer veel grootere verhouding gestegen, dan de bevolking.
De bevolking van Nederland is in anderhalve eeuw gestegen van
2 mülioen op 8 millioen inwoners; die van Amsterdam in dezelfde
periode van 200.000 tot 800.000 inwoners. Maar de welvaart van de
menschen is, dank zij het gebruik van machines, in nog veel sterker
mate toegenomen.
De economische crisis, die wij beleven, en die, naar het oordeel van
onzen minister-president, niet langer als een conjunctureele crisis,
die slechts een golf in de ontwikkeling zou beteekenen, maar die als
een structureele crisis moet worden beschouwd, die een geheel nieuwe
koers in het economisch leven ten gevolge zal hebben, is niet zoozeer
een crisis van de productie, als wel eene van de distributie.
Men klaagt overal, in den landbouw en in de industrie, over een
overvloed van producten. Dat beteekent niet, dat er niet behoefte
bestaat aan een nog grootere productie. De menschheid kan nog
veel meer consumeeren, dan zij produceert, maar de organisatie van
het distributieproces is bij de ontwikkeling van het productieproces
achtergebleven. En bijna alle maatregelen, die de overheid neemt,
om de gevolgen van de crisis te temperen, belemmeringen van den
invoer, steun aan de bedrijven, die voor hun producten den kostprijs
niet kunnen halen en valutamaatregelen, verstoren-het distributie
proces in nog ernstiger mate.
Toch zal op den duur een nieuwe evenwichtstoestand moeten
worden gevonden, waarbij een nog grootere productie, dank zij het
toenemend gebruik van machines, de menschheid op een hooger
welvaartspeil zal brengen.
De machine, die den mensch van een deel van den arbeid om
in zijn economische behoeften te voorzien ontslaat, zal hem de
gelegenheid moeten geven, te voorzien in de ontwikkeling van zijn
geest. Want welvaart is niet een doel op zich zelf, maar slechts een
middel, dat den mensch gelegenheid moet geven zijn bestemming
als redelijk en zedelijk wezen te kunnen volgen.
A. C. JOSEPHUS JITTA.
(Slot van pag. 4)
machine haar groote plaats inneemt, dwingt haar tot een werk van
vernietiging, dat inderdaad haar wezen vreemd is. Dit maatschappelijk
systeem is achter bij het wezen van de machine. Het moet ongetwijfeld
omgebouwd worden.
De bijna twee milliard menschen, die onze planeet bewonen,
zouden allen gevoed en gekleed kunnen worden, wanneer de maat
schappelijke dingen zóó geordend konden worden, dat de machine
werkeUjk tot haar recht kwam.
Wij weten, dat de geschiedenis der menschheid tragisch bewogen is,
Wij weten, dat de machine thans millioenen menschen ongelukkig
maakt en dat de komende jaren niet dadelijk verbetering zullen brengen.
Maar wij wanhopen niet.
Wij hopen op een doorbraak der oorspronkelijke levensmachten,
op een tijd, waarin de hypertrophie van het verstand zal zijn over
wonnen. Maar wij zouden niet gaarne met Klages den geest" willen
disqualificeeren. Zelfs het verstand zouden wij niet in de nabijheid
van het mensch-vijandige willen brengen. Want wij hopen vurig
op de komst van liefdevolle en verstandig-bezonnen leiders, die de
menschheid zullen sturen naar een betere toekomst.
Het zal een toekomst moeten zijn, waarin de machine haar dienende
functie zal kunnen uitoefenen !