Historisch Archief 1877-1940
Benige weken geleden, het zal
omstreeks begin November geweest
zijn en de zon, die den geheelen dag
haar vurige aanbidders op het strand
en de Promenade des Anglais met
baar licht rijkelijk had overgoten,
was juist ondergegaan, stond daar
plotseling voor de geamuseerde oogen
van een behagelijk slenterende menig
te voor de deur van een der
reisbureaux op de Avenue de la Victoire,
te Nice, een vreemde verschijning.
Een sneeuwpop l Speelsche chauf
feurs van excursie-auto's, welke dien
middag met reizigers de bergen
ingeweest waren, hadden in een vrij
oogenblik eerst elkaar met sneeuw
ballen gegooid en waren toen gezamen
lijk een sneeuwman gaan maken, die
ze boven op het dak van een der
wagens mee naar ^ de stad terug
hadden genomen.
hier ieder week-end en feestdag de
bergen intrekken om aan de winter
sport te doen, welke zoo belachelijk
dichtbij te vinden is, dat het met vele
andere doodgewone zaken natuurlijk
juist eindeloos heeft moeten duren
voor iemand op de idee kwam. In
Zwitserland en Noorwegen werd er
al hoog en breed aan Stern-bogen en
Stem-Ohristiania gedaan, toen men
aan de Cöte d'Azur zich nog altijd
met zon, bloemen en vruchten tevreden
stelde en de witte bergen, die men als
op een handreik afstand achter de
kust zag liggen, negligeerde alsof zij
niet bestonden.
Veertig, vijftig kilometer van Nice
plooit zich langs min of meer belang
rijke bergstroomen een aantal val
leien waaiervormig uit, waarop de
natuur de schoonste sportvelden heeft
geschapen. Hoe het kwam, dat daar
nnnïf lATna.nrl crebmik van maakte.. . ?
bij die gelegenheid liet vereeuwigen
in een beetje drukke en onpractische
sportkleedij.
Maar het begin was gemaakt: ook
al zou er ongeveer een kwart eeuw
overheen moeten, gaan, voor dit tot
volle ontwikkeling zou komen.
De Franschen en zeker de
ZuidFranschen, zijn van huis-uit misschien
niet een erg sportief volk. Maar hebben
zij eenmaal den smaak ergens van te
pakken, dan zijn er geen hartstochte
lijker beoefenaars dan juist zij.
En nu moet men hen zien, hoe, de
meest bevoorrechte, al 's
Zaterdagsmiddags met de ski's in een daarvoor
aangebrachte installatie boven op de
auto's;, de minder gelukkigen 's Zon
dagsmorgens voor dag en dauw er op
uittrekken. Excursie-auto's, luxe-cars
of gammele autobusjes, waarin men
drie uur lang gaar stooft in gezelschap
van boeren, die doodsbenauwd zijn
voor frissche lucht. Alles trekt de
bergen in; bindt de sneeuwlatten
onder en ventileert zijn longen en
zijn geest in die witte wereld.
Martin-Vésubie zijn rijkelijk voorzien
van uitstekende hotels.
Doch, wie wintersport aan de
Cóte d'Azur'' zegt, denkt in de aller
eerste plaats aan: Beuil. Een creatie
van de Amerikaansche familie Frank
Joy-Geuld. Dat wil zeggen: Beuil
bestond al eeuwen, wie weet hebben
de Saracenen het er wel neergezet,
maar de mogelijkheden van zoo een
bergdorp moesten die van
overthere" voor het eerst inzien. Was er
geen weg. . . . ? Geen nood. Dan ira
ken we dien. En zijn er geen behoc
rlijke hotels....? Dan worden ei:
gebouwd ! En zoo kwam. er een
prachtweg waarop het auto-verkeer,
ongerekend de atmosferische omstan
digheden, zijn gang kan gaan en ont
stond er een prachtig chalet, dat de
charme daarvan en tegelijkertijd van
een Palace hotel in zich vereenigè,
l'Hotel du Mont-Meunier. Er werd een
patinoir aangelegd en de Noorsche
kampioen Petersen geëngageerd om
de schreden van min- en
meergeoefende ski-loopers te leiden.
tot het laatste straaltje zonlicht
indrinken en de mimosaboomen stil het
geheimzinnige signaal van de natuur
staan af te wachten om zich dan
opeens met een schaterend geel te