De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 23 december pagina 24

23 december 1933 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 23 December 1033 N o. 2961 79. '. ' tr Motorperspomp (Slot van pag. 23) ", Terwijl nu.... mijn fabrikant er _ beslist schik in zal hebben hoe goed ? ik functioneer; ik draai en aarzel niet. Ik leef in de eenparige be weging die door mijn aard is voor geschreven." ,jlk wilde dat'ik zoo'n gebeurte nis ook beleven kon," zei ik. Het lijkt me makkelijker een machine te . zijn, dan te moeten lijden, te bestaan bjj de gratie van een onafgebroken reeks psychische krampen, die men lust en onlust, vreugde en verdriet pleegt te noemen." Het is eenvoudig," zei Giro nella. Je moet rustig nadenken, en ' je door geen enkele traditioneele kletspraat in de war laten brengen. Mij is is het zoo gegaan: Ik ben geboren, en , getogen in deze stad, in het wérkelijke Barcelona, de oudste wijk, die waarin boeren, -heiligen en hulpeloozen een' drachtig samenleven. Toen ik nog nau welijks loopen kon, ging mijn vader op zekere dag weg. In deze omgeving beteekent het, dat een man op zekere dag tot de ontdekking komt dat hij geen mensen is, maar een machine. Hij geeft dan de brui aan alles waar mee onze soortgenooten elkander zoethouden of kwellen, en verdwijnt in het ongewisse, zooals een vliegmachine die je zonder piloot recht naar boven zoudt laten vertrekken. Mijn moeder bleef alleen achter met haar drie kinderen. Op mijn zesde jaar verdien de ik mijn eerste reaal met bood schappen loopen, op mijn elfde mijn' eerste peseta voor het een week lang vergezellen van een loodgieter en het hem achternadragen van zijn gereed schapskist. Je ziet, het is niets bizonders wat ik je vertel en niets bizonders wat er nog komt. Het leven van millioenen jongetjes is zoo. Maar het mijne werd toch. even anders, toen mijn moeder stierf en ik uit het oude stads kwartier Verhuisde naar een van de voorsteden, omdat ik daar werk kreeg in een. machinefabriek. Onervaren als ik nog was, vond ik het heel belangrijk dat er machines gemaakt werden. Ik dacht: daarmee verbetert men het leven der menschen: de machine doet het slaafsche, het vernederende en minderwaardige, eindelijk wordt de mensen vrij, Mj behoeft slechts leiding te geven, en houdt tijd genoeg over zijn leven in te richten zooals hij dat zelf wil. Tijd genoeg voor het superi eure, voor de luxe des geestes, en daardoor vindt hij weer de middelen om het ook materiaal een beetje luxu eus te hebben. Dan heeft hij alles bereikt wat er maar te bereiken valt. Je merkt wel uit deze heele redenatie, dat ik mij in die tijd zoo'n beetje voor economie interesseerde. Ik wilde ook niet werken met de onbewustheid en de machinale sleur van andere arbeiders. Dat vond ik enmenschwaardig; ik wilde mij nauwkeurig rekenschap geven van het hoe en waarvoor. Als je die drang in je hebt, en niet toegeeft aan de gemakzucht, van de meesten om de dingen zoo maar klakkeloos aan te nemen, zooals ze je worden voorgekauwd, dan kom je er ook zeker uit, de een of andere dag. Ik werkte op een afdeeling waar pompen gemaakt werden. Het waren de eerste motor-perspompen van Span je, en met de grootdoenerij van al zulke fabrieken werd deze machine niet anders genoemd dan type D 407. De verschillende onderdeelen werden natuurlijk machinaal gegoten, ge boord, gepolijst. Wij behoefden enkel maar de groote machines te bedie nen, en de eenige verdere handen arbeid was de verschillende gefabri ceerde onderdeelen van elkaar te monteeren. Al gauw kwam onder het werken de gedachte bij mij ' op, dat de machine die ik te bedienen had, op haar beurt door andere arbeiders was gemaakt, hetzij met de hand, hetzij met een andere machine, die op haar beurt weer was gemaakt met een apparaat, en zoo. verder tot in een oneindige reeks. Maar in een reeks die slechts schijnbaar oneindig was: want aan het begin van dat proces, wat gebeurdte daar? Hoe was de gesteltenis van de menschen, die heelemaal aan het begin van dat proces stonden, waarvan ik een voorlóopig eindpunt verzorgde? Ik wist het niet, ik had maar een heel vage voorstelling van wat het kon zijn, want hoe ver ik ook probeerde terug te denken, ik stiet altijd op iets dat gemaakt was om het maken alleen, uit een machinale wetmatigheid. Aan de allerleerste ma chine van ijzer bijvoorbeeld, met gereedschappen gemaakt, moeten ge reedschappen voorafgegaan zijn, die weer met andere werktuigen gemaakt waren. Wie stond aan het begin van die reeks? Wat bezielde de man die op een goeden dag zich indentificeerde met een werktuig, een machine? Uit welke innerlijke oorzaak voelde hij de behoefte dat er zooiets moest zijn? Uit welke andere oorzaak, dan dat hu zelf werktuig, machine was, en dit wist t Het spreekt vanzelf dat ik het pro bleem toentertijd niet zoo nauwkeurig geformuleerd heb gesteld als uu. Maar het was er niet minder levendig om, het liet mij rust noch duur. Ik vond dat het gekkenwerk was, al wat ik deed, wanneer ik deze vraag niet kon beantwoorden. En het was immers gekkenwerk. Ezels zijn de menschen die zich dag aan dag aftobben zouder recht te weten waarvoor, en zich zulke cardinale vragen niet stellen. En al die mooie filosofen die ik later ben gaan lezen, ze doen het even min. Alsof het niet veel belangrijker is zooiets te weten, dan of het geheel meer is dan de deelen, of de almacht zichzelf vernietigen kan, en al zulke fraaie vraagstukken meer. Maar je kunt je wel voorstellen, dat een arbeider, die eenmaal onder zijn werkuren aan zulke dingen be gint te denkeu, voor de gewone in dustrie verloren is. Er zou van type D 407 niet veel terechtgekomen zijn, als ik niet bijtijds ontslagen was. Ik troostte mijzelf met het besluit, achter het probleem te komen door eenvou dig de weg terug te bewandelen, van de machinefabriek naar de werktuigfabriek te verhuizen, vandaar naar de grondstofbewerking en vandaar ... .Wel, vandaar kwam ik weer bij de gereedschappen en de machines. Ik was in een vicieuze cirkel geraakt, en er was geen kans dat ik er ooit meer uit kon ontsnappen. Ik begon te merken dat ik, zooals al mijn soort genooten, onontkoombaar in het ma chinale proces vastzat, dat er geen uitweg was, dat wij n zijn met onze machines, zélf een soort machine, en dat het altijd zoo geweest moet zijn. Want het komt er niet op aan of de machine van gietijzer is, door stoom of electriciteit of benzine loopt, of wel met een houten zwengelt j e gedraaid wordt en met stukjes bast aan elkaar zit. Het principe is gelijk, onze iden tificatie is dezelfde, zijn wezen is steeds te functioneeren zonder dat hij zelf kan beseffen waarvoor, en dat is het, waar het op aan komt. Toen ik dit wist, langzamerhand en geleidelijk aan met de jaren, zonder dat het tot hevige dramatische con flicten kwam, toen was ik ook onge merkt door de buitenste stadskring weer teruggedreven tot de binnenste, Letterraadsel Uit onderstaande lettergrepen moe ten 23 woorden gevormd worden, wier Ie en 4e letters, de laatsten van be neden naar boven gelezen, een ge dichtje van Nicolaas Beets vormen. a - a - ar - ber - berg - bi - burg burgh - ca - de - de - den - den - den din - do - drie - e - ee - een-oen - eerengst - fre - gen - gen - gen - has - horn hu - i - ill - kaan - ke - ke - la - lais les- li - lien - lofs - nauw - ne - ne neck - ni - ni - ni - nik - o - o - ol oord - rends - ri - riks - roe - rou stal - tal - to - traw - van - veen - veen vel - ver - vit - vlier - vul - wa. - wer wou - ijs - za. De omschrijving der woorden is: 1. plaats in Gelderland, 2. plaats in Friesland, 3. in Drenthe, 4. in Noord-Brabant, 5. in Noord-Holland, 6. in Zuid-Holland, 7. in Utrecht, 8. eiland in de Middellandsche Zee, 9. komen de oceaanvaarders dikwijls tegen, 10. zee-engte in het Noorden van Frankrijk, 11. plaats in Friesland, 12. rivier in Rusland, 13. treft men aan in Italië, 14. rivier in Duitschland, 15. plaats in Noord-Holland, 16. plaats in België, 17. plaats in Bosnië, 18. plaats op Sicilië, 19. meer in het Noorden der U.S.A., 20. berg in Zwitserland, 21. dal in Zwitserland, 22. plaats in Friesland, 23. stad in Schotland. Voor de inzenders van de goede oplossing zijn als prijs beschikbaar: Boekwerken of Grammofoonplaten naar keuze van den winnaar ter waarde van tien gulden. Inzendingen, liefst op een briefkaart, voor Woensdag a.s. 2 uur. Op adressijde vermelden: Oplossing Letter-Raadsel. Oplossing vorig Letter-Raadsel komt In bet volgende nnmmer. en wist ik, dat alle kansen voor mij verkeken waren om ooit in de mid delste te belanden. Daar had ik trouwens ook nooit naar verlangd; rijkdom moet iets verschrikkelijks zijn, de gezichten van rijkaards* liegen er niet om. Ze zijn een speciaal soort machines, anders niet; automaten, die door het inwerpen van munten, functioneeren. In de binnenstad terugge keerd, heb ik niet meer geleefd, men heeft mij laten leven, dat is: bestaan, functioneeren. Ik kreeg precies de noodige brandstof om aan de gang te blijven. Ik produceerde net genoeg om niet op de algemèene vaalt terecht te komen. Wel, dat is alles." Je bent dus alleen, zonder kip of kraai?" merkte ik op. Hij schudde van neen. Heb je er dan niets van be grepen?" vroeg hij. Niemand is im mers alleen. Een machine alleen, dat bestaat niet. De eene machine is er voor de andere. We zijn schakels in een productie-keten die volkomen ge sloten is. Alleen. ? . . zelfs God is niet alleen; dat mocht hij willen. Denk aan die beruchte formule van Kant en Laplace, de formule die er zijn moet voor een machine die alle andere ma chines voortbrengt." Die formule is onvindbaar, Gironella." Gelukkig. Dat is maar goed. Met die formule zou je immers in staat zijn ook weer alles kapot te maken, tot er niets meer was. En dat is tegen ons wezen. Want de aard van elke machine is: machinaal verder te draaien." Alleen de wet der inertie. ..." Is onzin gebleken. Is een sprookje, uitgevonden terwille van de sentimentaliteit.'' Wij zwegen beiden. Gironella had gelijk. Wanneer je alle sentimenta liteit opzijzette en koel probeerde te denken, tot welke andere conclusie kon je komen? Een geliefde, een kind, een hartstocht, een bezitting brengen ons in de war. Wie niets van dat alles heeft, ontwaart de dingen ten volle duidelijk, kan het leven niet anders zien dan als een machinaal proces, waarvan begin en einde ons onbekend is, waarvan het doel ons ontgaat. De minder moedigen, de sentimentalisten nemen op gezag van een medemensen een ideaal of doelstelling of genese aan. De dapperen, zooals mijn vriend, zijn zonder agressiviteit verzoend met de werkelijkheid. En hoezeer ver zoend. ... Wij hadden al die tijd in een park bij de haven, op een bank zitten praten. En nu was het reeds bijna avond. Een lange, lauwe zomernacht begon. Als ik nog een zweem van gevoeligheid toeliet, zou ik moedeloos worden. Het was Gironella die ons zwijgen verbrak. Ik sta op," zei hij. Mijn been slaapt." Drie passen hinkte hij naast me. Toen ging hij weer gewoon. We ge raakten in drukkere straten; hij begon weer over alledaagsche dingen te praten. Tot we op een plein kwamen, waar hij plotseling voor een glimmende zwarte auto bleef staan. Kijk," zei hij, terwijl hij zijn hand op de motorkap legde. Dat zijn onze ware vrienden, onze echte collega's. Die gelooven er ook niet aan, menschen te zijn. Wat zijn menschen anders dan de sprookjes die ma chines elkander toeknersen en stam pen. Wat zijn ze anders dan de spoken die roerlooze machines des nachts in een donkere fabriek zien.... de fantomen waaraan wij machines ge looven, de rste-Oorzaak die de stommerikken onder ons zich hebben be dacht. Er zijn geen menschen." Dan liep hij weer door en vervolgde het afgebroken gesprek over koetjes en kalfjes. Slechts eenmaal kwam hij nog op de machines terug. Het was nadat ik hem maandenlang niet meer getroffen had, en ik hem opeens weer ont moette, mager en slecht uitziend. Hij vertelde dat hij ziek was geweest en nog niet geheel hersteld. Je was dus in reparatie," schertste ik. Even zag hij mij onthutst aan; toen begreep hij wat ik bedoelde. Hij glimlachte weer, maar zijn trekken hadden nu iets ouwelij ks dat ik voordien nooit had opgemerkt. ,,De motorperspomp type D 407 is van een verouderde constructie," zei hij. Er is teveel bloed mee ge pompt. Men overweegt omsmelten, of " Of wat?" vroeg ik, daar hij niet verder sprak. Dat moet je nooit aan de pomp zelf vragen," antwoordde Gironella met een licht schouderophalen. Vraag het de fabrikant als je hem weet te ontdekken. En als je dat gedaan hebt, Oubano, vertel me dan bij gelegen heid wie die meneer is." Daarop liep hij in z'n eentje verder; volkomen geüjk aan de honderden anderen die langs gingen. Typ: N .V. Amst. Boek- en Steendrukkerij v/h. Ellerman, Harnas & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl