De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 30 december pagina 11

30 december 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

AAN DE POOL l -?Eén Film van Eskimos G. SIMONS es fapa nend en zachtzinnig. Wit verleent aan zijn type die even. aangeduide ver wantschap met het tragische, welke zijn spel verfijnt en adelt. Mamoulian laat hem zijn entree maken in een flanelletje en onderpantalon maar hij is oneindig beter op zijn gemak als gentleman en gast van het herto gelijke feest. Taurog geeft hem een kostbare vaas in de hand om stuk te gooien, maar men waar deert hem eerst recht, wanneer hij in hemdsmouwen en pantoffels bij zijn spraakzame ega thuis zit. En nu krijgt deze excellente comedian een nieuwe film te dragen, Mama loves Papa" en het komt mij voor, dat hij nog nergens zoo op zijn plaats was als in dit (overigens uitste kend geregis seerde) werk van Norman Mc.Leod. Ook ditmaal is hij die scrupuleuse -en geduldige eóhtgenoot van een wei nig intelligente, maar des te spraakzamer dame ? een brave, correcte kantoorman en model huisvader. Maar men heeft hie$ Buggles' talent het volle recht laten wedervaren, doordien het type in wezen iets ontroerends heeft, dat inneemt en warm maakt. Dit goedhartige, timide en ge borneerde burgermannetje blijkt een groot en warm hart te hebben en als het er op aankomt op zijn-schuchtere, linksche wijze karakter te bezitten. Midden ha een onweerstaanbaar komische scène, waarin hij tevergeefs tracht aan zijn hobby, om moppen te vertellen toe te geven,,komt een vluchtig woord de stemming wijzigen: Onze zoon zou nu vijftien jaar zijn geweest l" zegt zijn drukke ratelstem en even verstilt met deze eenvoudige woorden de luchtige comedie, tot een bijna beschaamd verborgen, geduldig gedragen leed. Op tal van plaatsen raakt Mama loves Papa" aldus aan de ontroering en verheft zich op een plan van mensehelijkheid, dat verrast en verheugt. Ergens in de handeling wordt Buggles dronken en dit is misschien het beste en delicaatste van het heele werk. Nooit zag ik de gevaarlijke en zoo licht goedkoope rol van een aangeschoten heer zoo gereserveerd en tegelijkertijd zoo onweerstaanbaar komisch voorgesteld als door dezen speler. Ieder gebaar ieder geluid is er op berekend de tegen strijdige suggesties van burgerlijk fatsoen en dronkemansdwaasheid op onnavolgbare wijze te combineeren. Naast Chaplin's dronken lieden, staat deze creatie als een zeldzaam voorbeeld van techniek, intuïtie en zelfbeheersching overeind. Zoo is dit dan de film van Buggles en hij draagt haar met het gemak en de bekwaamheid van deii geboren hoofdrolspeler. Maar erkend dient, dat zoowel regie als scenario hem zijn kans geven: beiden zijn intelligent en van uitnemenden huize. En wanneer Papa" aan het eind de bijna (be schaamde genegenheid ondervindt van een burger lijke en alledaagsche Mama", die hem teeder op zijn blauw oog zoent en met een kop sterke koffie gelukkig maakt lachen wij een kleine, lichte ontroering weg, die net diep genoeg gaat om zoowel de film aJs haar vertolker met een warm gevoel te herdenken. Van Lupino Lane naar Charles Kuggles beteekent vijf-en-twintig jaar. . .. van het ridicule naar het sublieme is dikwijls slechts ccn stap ! L. J. JOBDAAN £skimo, een Metro Goldwyn Maycr Film Opvoering In New York Deze film is ontleend aan twee romans van Peter Freuchen getiteld Der Eskimo" en Die Flucht ins weisse Land". De regisseurs zijn W. S. van Dyke en Hunt Stromberg; de photografen Glyde Devinna, Josiah Roberts en George Nogle. Eenige jaren geleden zagen wij hier in New York de eerste Noordpool-film getiteld Nanoek of the North", die toen een openbaring was. Eskimo staat misschien nog een trap hooger, omdat deze beelden een idee geven van de moraalbegrippen der Uit Mama loves papa' Eskimo's en het gebrek aan moraliteit der blanken. , De doodslag die er in voorkomt-lijkt meer op een natuurwet dan op een moord. In ons hart vergeven wij den Eskimo Mala, die den schipper van een walvischvaarder met een harpoen neervelt, terwijl wij de inmenging van de Boyal Canadian Mounted Police, niet alleen overbodig doch ongepast vinden. Zoo goed leerden wij den hoofdman van dezen Eskimostam kennen, dat wij zijn primitieve, doch zuiver menschelijk rechtsgevoel, volkomen be grijpen. Een der eigenaardigheden dier film is, dat tijd noch seizoen van eenig belang lijkt. Zooals de sneeuw- en ijsvelden, de gletschers en de troostelooze toendra's, de bleeke hemelen over de ver starde zee tijdeloos zijn, zoo de beelden die een nietig onderdeel vormen van die verschrikkelijk indrukwekkende natuur. Mala is het hoofd van dezen kleinen Eskimostam. Mala trekt met zijn jonge mooie vrouw en andere leden van tden stam naar een walvischvaarder, die in een fjord voor anker ligt. Voor de eerste maal komt deze Eskimo stapels duur bont inruilen voor artikelen die blanken maken. De schipper is een door de wol geverfde bruut. Als tolk dient een gedegenereerd Eskimo. De ruil is gesloten. Mala en zijn jonge vrouw eten bij den schipper in de hut. Zij lachen veel en schijnen zich zeer te vermaken over de wijze waarop hun blanke broeders het maal nuttigen. De kapitein laat hen vuurwater drinken. Zij raken beneveld. Dan wordt Mala gedwongen het schip alleen te verlaten; zijn jonge vrouw is de gast van den kapitein. Mala begrijpt die grofheid niet. De meester heeft hem niet eens gevraagd of hij het goed vindt, dat zijn vrouw aan boord blijft. Hij keert teleurgesteld weer naar zijn kamp. Booze gedachten versomberen zijn brein; rusteloos wentelt hij op zijn leger; edel aangeschoten wild. Beneveld door alcohol tracht de jonge vrouw met het madonnagelaat haar weg naar het kamp van den stam terug te vinden. Zij verdwaalt; en| uitgeput valt z ij neer vlak aan het strand waar groene golven ijsschotsen en ijsbergen wiegen. In het ziekelijk licht van een nieuwen dag gaat een blanke jager alleen op de robbenjacht. Voor zich uit schuift hij een klein sleetje waarop een witte plank staat met een schietgat. Hierachter verschuilt hij zich. Daar ligt op een ijsschots een bruinvisch. De jager richt zijn geweer, het schot valt, een hoofd bedekt met een pelsmuts richt zich op, en valt gebroken achterover. De jager snelt springend en vallend over de bevroren vlakte; te laat; hij staat met pijnlijk verwrongen gelaat bij het lijk van Mala's jonge vrouw. Mala vermoordt, den kapitein. Uren, dagen, weken, maanden verloopen. In den Poolcirkel bestaat geen tijd. Doch honderden mijlen ver weg. daar waar de beschaving der blanken begint in den vorm van politie, rechtspraak, boeien en ge vangenis, wordt op vergelding gezonnen. Dood of levend zal de Oanadeesche politie van die Noorde lijke post den moordenaar van den schipper, een Eskimo, genaamS Mala, voor den rechter brengen; hot recht moet zijn loop hebben. (Slot op pag. 11)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl