De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 30 december pagina 16

30 december 1933 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

*-ff De Groene Amsterdammer van 30 December 1933 No. 2862 t*Oriënteeringen en groepeeringen Albert Helmen Over litteraire maandbladen afspiegeling der maatschappij als . Wie zich als onbeïnvloede buitenstaander eens de moeite gunt na te gaan hoe de huidige stand van ome litteraire maandbladen is, en tot welke groepeeringen hun jongste mutaties en toekomst plannen leiden, waaromtrent het een en ander bij wijze van communiqué" werd gepubliceerd, komt al spoedig tot het verrassende inzicht dat deze tijdschriften, hoewel ze nagenoeg alle a-poli tiek zijn en zich voor het meerendeel zelf a-sociaal willen voordoen, niettemin een getrouwe afspiege ling Vormen van de hedendaagsche Nederlandsche maatschappij mitsgaders dezer partijschappen, religieuze opvattingen en politieke tendenzen. Begint men bij de tijdschriften der ouderen, dan valt het op, dat deze daadwerkelijk onder eenhoofdig bestuur, onder een soort van paus schap staan, waaromheen zich allerlei kleinere goden, meestal zeer kleine, tot betrekkelijke vruchtbaarheid ontwikkelen. Zij genieten daar een protectie die voor zwakkere talenten onge twijfeld aangenaam is, ' en het spreekt vanzelf dat vooral de dames daarvan een gretig gebruik maken. Veel gaat er overigens verder niet van uit, wat zich begrijpen laat zoodra min of meer ver zuurde grijsaards de opperheerschappij uitoefenen. Het is nu eenmaal moeilijk voor hen die met het eene been in het graf staan, met het andere de literaire genoegens der wereld na te jagen. * * * Van al deze Conservatief-patriarchale" bladen is De Gids de oudste in dagen, maar niet de oudste van hart, gelijk een jeugdige geste bij de jongste wijziging in zijn redactie bewijst. Voortaan zullen tusschen de geleerde professoren de heeren J. W. F. Werumeus Buning en Anton van Duinkerken plaats nemen om de belangen der literatuur te behartigen. Beiden pleegt men nog te rekenen tot de jongeren". Het merkwaardige daarbij is van Duinkerken's positie in dit uiteraard liberale tijdschrift. Van Duinkerken immers is tevens een zeer invloedrijke, om niet te zeggen de invloed rijkste, figuur in het artistieke leven der Katho lieken. Hij bekleedt daar vele officieele en gewich tige functies en heeft ook de medeleiding van het maandblad De Gemeenschap in handen. Hij brengt dus naar vaderlandsche zede een soort coalitie tot stand, welke zeker het gezellig verkeer in onze letteren ten goede zal komen. De man die weet . te geven en te nemen, vindt steeds zijn eereplaats. Intusschen bestaat er thans een niet te loochenen complicatie van de Katholiek-literaire maand bladen onderling. In de reeds vaak gewijzigde Gemeenschaps-redactie is op het oogenblik, zooals de dagbladknipsels ons leeren, het Groote Schisma uitgebroken, wat tot gevolg heeft dat men voort aan met De Oude, en De Nieuwe Gemeenschap te rekenen heeft. (Niet te verwarren met De Oude, en De Nieuwe Gids. Waarschijnlijk een Oude Gemeenschap, gebaseerd op traditioneel middeleeuwsch of Gouden-eeuwsch, feodaal Katholi cisme; en een Nieuwe, evenzeer traditioneele katholieke Gemeenschap, met democratische lief hebberijen. De orthodoxe leer is zeer rekbaar om het een en ander mogelijk te maken: als er even soepel gepacteerd kan worden met het Duitschland van vóór, als dat van na Hitler, met het Spanje van vóór Alfonso XIII zoo goed als met het huidige, dan kunnen een Oude Gemeen scha^ met eventueel fascistische allures en een Nieuwe Gemeenschap vol lieftallige democratie en nog een Brabantsch roomsche Roeping" best naast elkander bestaan. Het wordt alleen voor niet-katholieken een beetje moeilijk om al deze soorten van rechtzinnigheid uit elkaar te houden, temeer omdat een belangrijke groep vroegere Gids-medewerkers thans naar De 'Oude Gemeenschap van Anton van Duinkerken ver huisd zijn (o. a. Nijhoff, Bloem, Boland Holst, Werumeus Buning), terwijl van Duinkerken de nieuwe redacteur is geworden van de Oude Gids. Wie waagt het nog de hechtheid dezer coalitie te bestrijden? In de Nieuwe-Gemeenschapsredactie zetelt nu ook A. den Doolaard, zoodat mede dit tijdschrift lichte coalitie-tendenzen vertoont. Gelijk aan een behoudend-democratische fractie past. Nauw aan deze groep verwant is de christe jkethische Stem, aan wier spits de twee-eenheid Dirk Coster Anthonie Donker staat. In de laatste tijd hebben ze bufferdienst moeten verrichten bij de botsingen tusschen verschillende groepen. Want ze verdragen Dostojewski en niet Lenin, Christus en niet Albert Kuyle, Duhamel en niet Du Perron, Alie Smeding en niet Menno Ter Braak. Hetgeen tot schrammen-en-builen geleid heeft. Daar de literatoren van de Stem echter bovenal de nette zedelijkheid en het brave fatsoen verdedi gen, vinden zij ondanks alles hun groote aanhang en kan men hen bij een opsomming niet stilzwijgend voorbijgaan, zooals allerlei minder-beteekenende religieus-georiënteerde litteraire maandbladen. * * * Moeilijker is het, 't standpunt te omschrijven van een maandblad Forum in zijn nieuwe gedaante. Misschien omdat het geen bepaald standpunt vertegenwoordigt, maar meer een wilde" partij vormt. Dat het er iets minder in-het-wilde-weg zal toegaan als weleer, schijnt de gedeeltelijke slooping en verdere uitbouw van dit Marktplein" (de oudste beteekenis van het woord forum" is eigenlijk zeer omineus: vestibulum sepulchri, de plaats vóór een graf), toch te waarborgen. Victor van Vriesland en Vestdijk die er de scepter van E. du Perron hebben overgenomen, zijn beiden breed-georiënteerde en artistiek belangrijke per soonlijkheden. Dit tijdschrift dat met De Vrije Bladen wel de voornaamste spreekbuis der liberale jongeren zal moeten worden, zorgt tevens door een speciale Belgische redactie voor een hechte ver binding met Zuid-Nederland. De helft van deze Vlaamsche redactie bestaat trouwens uit redac teuren van het Belgische litteraire maandblad Dietsche Waranda en Belfort," dat overigens een sterk katholiek karakter draagt. Ook hier valt dus coalitie-kiem te ontdekken. Terwijl infra-rood Nederland maar een zwakke spreekbuis heeft in het schrijvers-collectief Linksrichten, doordat er bij deze groep een merkwaardig gebrek aan artistiek talent heerscht, is het nog eigenaardiger dat geen enkel tijdschrift de litteraire aspiraties der sociaal-democraten vertegenwoor digt. Er is geen enkel maandblad van beteekenis waarin gematigd-marxistische mannen onder het motto Kunst aan het volk", een eigen litteratuur publiceeren. Nu" stierf een vroegtijdige dood. Geen enkel blad heeft met succes de functie overgenomen van de vroegere Socialistische Gids". Hoe komt dat? Wordt op deze wijze van Deyssel nog ter elfder ure in het gelijk gesteld? Men is benieuwd naar het antwoord op deze vraag. In ieder geval is het een stem die wij nog missen in het luidruchtige quodlibet van litteraire bonzen. En ook de hoogste vrouwenstemmen missen wij. In geen der redacties van bovengenoemde tijd schriften is een vrouw toegelaten. Dat is des te zonderlinger omdat de dames heusch niet zoover in de minderheid blijven als het om de eigenlijke productie gaat, en een Nederlandsche Pen-Club er toch waarlijk niet voor niets was ! Maar blijk baar heerscht nog veelal de idee, dat een litterair tijdschrift ook bovenal strijdschrift is. Wat ook niet bezijden de waarheid is, zoodra men onder strijd met geruzie en gevit, de krentenzifterij en het onderlinge politietoezicht wil staan, waarmee kronieken, commentaren, ontmoetingen en bulle tins, of hoe al die fraaiigheid ook heet, de niet-ingewijden komen lastigvallen. De niet-ingewijden, gij en ik, waarde mede burger, die verre toeschouwers zijn bij dit alles, toonen zich dan weieens verontrust om, de geringe hoeveelheid wol die dit vele litteraire geschreeuw oplevert. Maar geen nood; erger dan op andere gebieden der maatschappij gaat het hier ook niet toe. Ondanks alle gidsen, alle stem men, alle marktgekrijsch, alle gemeenschapjes der zonderlinge of niet-zonderlinge zielen, blijft Oudejaarsavondgezang Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen. Jaren, maanden, dagen, uren duren crisis-avonturen, en voordeelig gaat 't er geen. Op den weg dien wij betreden dien dit groene blad beschrijft, ligt een vracht van narigheden die ons toegerekend blijft. Twee en vijftig Amsterdammers heeft dit jaar u weer gebracht. Waaruit tusschen somberheden hoop op toekomst-mogelijkheden vriendelijk u tegenlacht. Onze menschen registreerden 's werelds wonderlijken loop, maar waar 't kon, daar stimuleerden zij het laatste restje hoop. Zie de dikke groene stapel. Die spreekt duidelijke taal. Die is het symbool van allen want is 't u niet opgevaUenl stapel zijn we allemaal. Opgestapelde producten zonder afzetmogelijkheid, met gedeprecieerde waarde en, aan 't andere eind der aarde leeft een volk dat honger lijdt. Holland protegeert de bieten en belast de Java-thee, En de overzeesche landen zuchten om die nauwe banden", want men weet geen weg er mee. Zondags sluiten we de loinkels omdat arbeid schadelijk blijkt. En een gretig kooper buiten ziet aan d'ander en kant der ruiten '.n winkelier die droevig kijkt. Uren, dagen, maanden, jaren tellen we maar zuchtend af. En we strompelen door dit leven met een aan ons zelf gegeven waarlijk onverdiende straf. Konden we 't toch zóó beschouwen ? maar dat blijft een vrome wensch dat we 't niet alleen-maar hou'en op ons eigen zelfvertrouwen, maar vertrouwen in den Mensch. MELIS STOKE de kermis der ijdelheid die leidinggevend tijd schrift" heet, dapper in zwang. En ondanks de crisis waarover u tegen mij gelieft te klagen ! Mag ik met een zelf bekentenis eindigen? Wel, dit heele gedoe geeft mij de onweerstaanbare lust mijzelf alleen nog maar in vertalingen gedrukt te zien. Zooals Heine in het nieuwe Duitschland. Nieuwe uitgaven Mieke van de Klaproos, door Emmy BelinfanteBelinfante. Teekeningen van Hans Borrebach. Uitg. Valkhoff & Oo. Amersfoort. Dit aardige, meisjesboek zal ongetwijfeld een gulle ontvangst wachten. Emmy Belinfante toont weer eens, dat zij een -vlotte pen heeft en dat zij een goeden kijk heeft op het jongemeisjesleven. Mieke van de Klaproos is een leuk, vlot ding, dat velerlei ondervindt, dat ieder jong meisje wel eens meemaakt. Geen gewilde, onwaarschijn lijke toestanden en gebeurtenissen, maar eenvoudig, goed en waar geschreven, met hier en daar een ernstig trekje zonder opzettelijkheden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl