De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 30 december pagina 17

30 december 1933 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

f r Kt Onze gastheer had zijn voorsnijmes en vork neergelegd, want hij deed een verhaal. En hij had zijn handen erbij noodig als hij iets vertelde. Ze waaiden heen en wér over de ossentong, die bijna nog ouaangesneden op de schaal lag. De gastvrouw keek eerst met ver beten ergernis en daarna met een soort doffe berusting toe, terwijl naast haar, op den dienbak, de witte boontjes, de worteltjes, de doperwtjes, de aardappelen en de zure saus koud werden. Toen zag ik over Mimi's fijn Oostersch gezicht een kleinen, geamuseerden glimlach glijden, terwijl ze haar lange amandelvormige oogleden opsloeg naar Joe, haar man. Hij keek verbaasd terug, maar toen plotseling kwam ook op zijn gezicht een lach, een lach van gezamenlijke herinnering. Het was maar een oogenblik van samen-plezier-hebben, maar het maakte me nieuwsgierig, want ik had uit zoo 'n lach al dikwijls een gek verhaal zien geboren worden, zoodat ik me dadelijk voornam, hun er 's avonds- nog naar te vragen. Toen we om elf uur thuis kwamen, en we nog wat na bleven praten, her innerde ik Joe en Mimi aan dien lach, en Joe zei: ,,ja, toen ik Mimi's gezicht aan tafel zag, werd de herinnering aan een Voorval van een paar jaar geleden zóó duidelijk, dat ik dezelfde fou-rire in mijn keel kreeg van toen. Het gesticuleeren van onzen gastheer van vanavond, was nl. nog maar kinderspel. Daar hebben we wat beters van bijgewoond aan de Ivoor kust l Een rijke Franschman, nl. uit Zuid-Frankrijk, die te veel geld had, had zich geïnteresseerd bij een boschexploitatie aan de kust, of liever: hij had er het meeste geld in gestoken. En toen had hij het in zijn hoofd gekregen, dat hij op de plaats zelve eens poolshoogte moest gaan ne men. En zijn vrouw bracht hij mee. De menschen, die met die bosch exploitatie te maken hadden, waar ik ook toe behoorde, zagen allemaal een beetje op tegen het bezoek van den baas", den eeregast. En al dagen van tevoren was er over het feest maal gedelibereerd. Negerkoks zijn bij ons nl. ietwat wonderlijk ! Daar wisten we allemaal van mee te praten. Wij zelf hadden nog kort tevoren met een nieuwen kok die ondervinding op gedaan. We kregen menschen te eten, die we nauwelijks kenden, en Mimi had een paar blikken patéde foie gras aan den kok gegeven, met de opdracht, een rand patéom de sla heen te leggen. Voor alle voorzich tigheid vroeg ze hem nog, of hij wist, wat dat was, en hoe het open gemaakt moest worden, n hij had met veel overtuiging met zijn hoofd geknikt en gezegd: Viande dedans. Connais bien l" ,,Vleesch in, ken ik goed ! l!" Toen de sla op tafel kwam, bleek het, dat hij de ongeopende blikjes, kant en klaar, door de sla had geroerd! En dit soort ondervindingen hebben alle Ivoorkust-menschen in den loop der jaren opgedaan, dus zaten we met ons veertienen in gespannen ver wachting, hoe de zaak zou afloopen. Iedereen leverde iets: kristal, zilver, porcelein: het beste tuig werd voor den dag gehaald. Eindelijk brak dan de langverwachte dag aan ! De gevreesde arriveerde met zijn ega per auto. Zij zal ongeveer 220 pond hebben gewogen. Ze was in hemelsblauwe zgde gekleed, droeg een diamanten collier om haar com plete hals, een zeer lange parelketting met robijnsluiting over haar boezem, zal ik het maar noemen, en over het firmament van strakgespannen blauwe zijde, waren de juweelen broches verspreid als sterren aan den hemel. Het was allemaal veel te duidelijk, en ons allen was het bij zonder duidelijk! Ik geloof, dat we allemaal zoo'n beetje verademdeu. Het zag er zooveel makkelijker uit dan we gedacht hadden. Want ook hij had van die teekenen, die erop wezen, dat we aan tafel best onze smokings uit konden trekken en in hemdsmouwen zitten. Het was 108 in de schaduw. Het diner werd opgediend, en er werd geconverseerd. Nu weet je, dat Franschen gesticuleeren als ze praten, maar deze Zuid-Franschman sloeg alles, wat ik op dat gebied gezien had. Het was angstig en merkwaardig tegelijk. Hij vertelde. Hij vertelde met zijn mond en met zijn oogen en zijn wangen. Hij vertelde met zijn vingers en zijn armen, die dikwijls een weemoedige herinnering bij me wakker riepen aan Hollandsche mo lens in een stormwind. Hij vertelde een verhaal, dat hem buitensporig interesseerde, maar niemand luisterde, en iedereen keek. Het was een schouw spel. Die arbeid bij 108°inde schaduw! Maar de kok had met die 108 graden niets te maken; die had het aller beste nummer uit zijn repertoire ten beste gegeven, zijn glorie-schotel, waar hij bij het eind van zijn leven nog met trots op terugkeek. Zijn beste kunststuk was: Irish stew. En dat werd opgediend. Mijnheer Meunier raakte juist in het heetst van het gevecht. Hij legde iets uit ? » ? . . . . ? Het zijden hemd Agnes Maas^-v. d. Moer Teekenlng J. F. Doeve aan zijn buurman (er waren nl. niet genoeg dames aan tafel, en bovendien moest hij naast een belangrijkheid" "van de kust zitten !) Hij legde dus iets uit, en kwam armen te kort, maar met de twee, die hij had, werkte hij voor zes. En toen gebeurde het. De boy wist, dat hij vlug en netjes moest dienen, en van dio molenwieken trok hij zich niets aan. Hij kwam met de heete brei bij onzen gast, en schoof den schotel juist onder zijn arm door, toen die, met gebalde vuist naar beneden kwam om kracht aan zijn woorden bij te zetten, en die geweldige vuist, waar heel de energie van den man in op gehoopt was, sloeg neer op den schaal met Irish stew. De zaak kantelde, en het grootste deel van een hoeveel heid, bestemd voor zestien menschen, stroomde over het witte crêpe de Chine hemd van den gast. Toen klonk een langgerekte, snerpende noodkreet door de kamer, en joeg ons griezels langs den rug. Het was madame Meunier. Ze vloog op: Grand Dieu, idiot, op je hemd ! Op je zijden hemd van 400 francs! !" Ze raasde. Ze schold haar man uit en zijn buurman, ze schold den boy uit in het radste Fransen, dat ik ooit hoorde, en wat hem volkomen on verschillig liet; en siste dan ineens tegen haar man: uittrekken! Uit trekken ! Dat peperdure hemd l Dro gen laten, en onmiddellijk n» het diner uitwasschen !" De man, in wiens huis het diner werd gegeven, bood n van zijn hemden te leen aan, en toen hadden we het plezierig schouwspel van mijnheer Meunier in zijn netje, want zijn vrouw had zich dadelijk op hem gestort, en begon hem uit te kleeden zonder zich een oogenblik te beden ken, in presentie van negen heeren en vijf dames! En wij allemaal, door een fou-rire gegrepen, hielpen mee om het zijden hemd de eer te geven, dien het toekwam ! De baas" had liefelijke, peezige armen met veel haar erop. Het was het beste wat ons daar sinds lang overkomen was. Mevrouw, met opgestroopte rokken, om geen stew aan haar hemelsblauwe jurk te krijgen, hing eigenhandig het smadelijk-beleedigde hemd over een stoel op de open waranda: mijnheer Meunier kreeg een hemd van den gastheer aan, en het diner, zonder stew, werd verder afgewerkt, maar zij zat op heete kolen. Er was al warm water en zeep gecommandeerd voor dadelijk na tafel, en nauwelijks was het diner afgeloopen, of ze vloog naar de waranda. En toen volgde een kreet, die ik van mijn leven niet zal vergeten, veel doordringender en wan hopiger dan die aan tafel geweest was. We renden naar haar toe. Ze stond als een priesteres van de ver twijfeling, met starende, uitpuilende oogen, en wees met twee uitgestrekte ' handen naar den tuin: 400 francs 400...." snikte ze: la, les chiens ! De honden I" En toen zagen we het. De twee groote honden van den gastheer, die altijd los op het erf liepen, waren afgekomen op de ver (slot op pag. 18) Daar ging de Irish stew

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl