Historisch Archief 1877-1940
De Qro«ne Amsterdammer van 30 December 1933
No. 2952
Radio en grammofoon
Zij viel hem aan
i* '
1,
'v
"A
S*
r
»J
leidelijke geuren van het vleesch in de
Irish stew, en daar ze niet begrepen,
dat het zijden hemd 400 francs had
gekost, hadden ze de stew als het
voornaamste, en het hemd als een
quantiténégligeable beschouwd. Ze
hadden ruzie gekregen over de
stukken, die het best voor de
con? sumptie geschikt waren, en daarom
hadden ze het tenslotte maar eerlijk
gedeeld. Er was toch genoeg l Elk
had een stuk hemd meegenomen, en
daarop lagen ze aandachtig te kauwen
ouder aan het trapje van de waranda.
Er was nog n mouw over en de
manchet van de andere, maar dat
vond zelfs madame Meunier niet
meer de moeite van het wasschen
waard l
Wij stonden bij deze begrafenis
met dikke kelen. Eén keer ontsnapte
er iemand een snik, die op een lach
leek, wat maakte, dat iedereen over
haast naar binnen vluchtte. Alleen
de diep-tragische figuur van de
weduwe-van-het-hemd, bleef op de wa
randa achter. En toen ik over den
drempel weer in de kamer stapte,
hoorde ik diep uit haar hart een totaal
verslagen stem komen, die murmelen
bleef: 400 francs, 400 francs....
400.... 400....
Nieuwe uitgaven
Partita, roman van een modern
meisje, door Adacee. N.V.
U.M. J. Van Dishoeck.
Bussum 1933.
Ik heb een heer gekend hij was
mijn hospes en droeg afwaschbare
frontjes .?die bij iedere gelegenheid
dat hij met vrouw en dochters naar
schouwburg of variétégetogen was,
de vreugde om het heerlijk avondje,
bjj zijn gezin placht te vergallen door
steevast op te merken: En ik fraag
m$n maar af, wat hepput foor nut
foor de maatschappij." Dit is een
goedkoop woord van een goedkoop
mensch, doch toch klinkt het mij
steeds weer als een zér waar woord
Ux de ooren als ik mij zet tot het ver
vullen van mijn recensententaak.
Ziet nu weer deze Partita, deze
roman van een modern meisje. De
roman is niet modern en het meisje
is het geweest, een kleine .dertig jaar
' geleden. Neen, als ik het zoo eens
on-culinair zeggen mag, van moderne
meisjes heeft Adacee geen kaas ge
geten. Het is de moderniteit van de
Naakte Alie en Famke zal in haar
aeo-feministische handen wrijven als
zij Partita ontmoet.
Het is altijd onpleizierig als je een
boek moet beoordeelen, waar een mede
mensen lange avonden op heeft zitten
ploeteren, waar een medemensch haar
liefde aan gegeven heeft en haar ge
voeligheid en vriendeh'jken zin en
ge moet dan tot de conclusie komen,
dat het saai en ouderwetsch en
irriteerend-modern-doenerig is. Zoo'n bee
tje de sfeer van juffrouw Jansen van
klasse lila, die op het gezellige avond
je een glaasje wijn te veel gedronken
heeft! een beetje goedig, een beetje
zielig, een beetje om zelf warm te
worden van schaamte om dit brave
mensch dat zoo raar doet.
En de geest van mijn lakonieken
hospes zweeft om Adacee en om zijn
mondhoeken is iets hafcelijks en in
zijn oogen is wat venijnigs en ik
hoor hem roepen: Partita, Partita,
meissie wat hèp je foor nut foor de
maatschappij...." E. E LI AS
Uitstapjes in den aether
U bent in het bezit van een goed
radiotoestel en u wilt de lange winter
avond gebruiken om er zooveel moge
lijk van te profiteeren. En nu vraagt
u mij wat er eigenlijk allemaal in
Europa te hooren is. Van mijn kant
komt dan de vraag: Wat wilt u dan
hooren?" U zult mij antwoorden; het
geen 98 van de 100 radioluisteraars
ten antwoord plegen te geven: ,,ik
wil een beetje gezellig beziggehouden
worden."
TJ raakt hiermee de kern van het
vraagstuk, ,dat tot doel heeft de
moeilijkheden van de programma
samenstelling te overwinnen: de eisch
van aangename ontspanning". Het
is n.l. een feit, dat aangename ont
spanning" geenszins een onomstreden
begrip is. Wat u bevat, zal een ander
mishagen en een derde vervelen. De
een houdt van opera's en klassieke
muziek, een ander wil slechts dans
muziek hooren en weer een ander
heeft slechts voor voordracht of be
richten belangstelling. En de radio
moet iedereen tevreden stellen!
U zult dus begrijpen, dat een ver
antwoorde bespreking van de
Europeesche radioprogramma's ver over
de grenzen van persoonlijke voorkeur
liggen moet, wil zij niet stuiten op de
heftige tegenkanting van een groot '
deel der luisteraars. Zq moet ook ver
mijden een totaal van sternummers"
op een rijtje te zetten, hetgeen van
niet meer dan statistische waarde is.
Maar wat blijft er per slot dan over.
Inplaats van lange uiteenzettingen
zullen wij liever een practische poging
wagen. Om bij de feiten te blijven,
kunnen we vaststellen, dat in de week
van 10-16 December via Rome,
Warschau, Kalundborg, Leipzig, Brus
sel en Boedapest in totaal 7 opera's
die tot de geliefkoosde repertoire
stukken behooren te hooren waren,
dat Londen en Weenen, Parijs en
Hilversum concerten gaven of uit
zonden, waarbij wereldberoemde so
listen medewerkten (bijv. Alexander
Kip nis en Bichard Tauber) en dat
tenslotte een of ander actueele repor
tage of sportverslag van bijzondere
beteekenis is geweest. Ongetwijfeld
geven deze opsommingen een over
zichtelijk beeld van de bedrijvigheid
der groote Europeesche stations, maar
tenslotte toch slechts een beeld, dat
alleen weergeeft wat gepresteerd werd
maar dat echter verzwijgt, of deze
prestatie den geweldig technischen
De honden hadden het hemd verscheurd
bouw van de radio weerspiegelt. En
hierop komt'het toch voor allee aan.
Hoe staan de Europeesche uit
zendingen tegenover den geest, of
liever gezegd het gemis aan geest
dezer tijden? Beantwoorden zij aan
de voornaamste eisch: cultuurdra
gers" en bemiddelaars tusschen de
volkeren" te zijn? Om dit na te gaan,
moeten wij nog eve.n enkele droge
gegevens opsommen.
De Sovjet-Unie en Duitschland
hebben hun zenders uitsluitend dienst
baar gemaakt aan politieke propa
ganda. Dat de eene staat dit zeer
handig en de andere het zeer grof
doet, is een zaak op zich zelf. Italië,
dat vroeger slechts artistieke pro
gramma's uitzond, heeft van de beide
andere dictaturen iets geleerd en geeft .
de zendergroepen van Noord- en
Midden-Italiëeen zekere politieke
kleur: hun propaganda-uitzendingen,
zijn, evenals de Russische, zelfs in
meer talen gesteld l De nabuur
staten, Tsjechoslowakije, Zwitserland,
Frankrijk, Nederland en Denemarken
worden door de politiek der
dictatorisch geregeerde staten gedwongeri,
een zeker tegenwicht te stellen; ze
doen dat met groote voorzichtigheid
en het noodige voorbehoud. De
Tsjechen laten via Brünn en Praag
Duitsche voordrachten hooren, die
zich in hiun tendens tegen de propa
ganda van het Derde Rijk richten.
Een sprekend voorbeeld hiervan:
onmiddellijk na een voordracht uit
Langenberg over het rassenvraagstuk
kwam een antwoord hierop uit Brünn,
dat den onzin van de rassentheorie
op heftige wijze bestreed. Zwitserland,
voorloopig nog neutraal, en zeer
terughoudend, heeft besloten, een
aparte cyclus over wereld-beschou
wende politieke voordrachten bij de
staatszenders in te voeren. De toe
stemming van den bondsraad is
daartoe reeds verleend.
In Frankrijk is het voornamelijk
Straatsburg, dat in den vorm van
een politiek nieuwsoverzicht en handig
geredigeerde berichten dezen zender
een onmiskenbaar politieke tint geeft.
(De Parijsche stations zijn geheel
zonder politiek). Bij ons in Nederland
blijft de Avro neutraal, met een
overigens op kunstgebied voortreffelijk
programma, terwijl de Vara met
niet steeds toereikende middelen
poogt, de waangedachte van het
fascisme te bestrijden, Belgiëen
Denemarken wenschen weliswaar
geen politieke radio-uitzendingen,
maar zij geven van tijd tot tijd le
zingen, die van democratische of
pascifistische strekking zijn.
Wat uit de overige landen komt,
is uitsluitend bedoeld als min of meer
luchtige of ernstige
amusementskunst. Wij zullen niet ontkennen,
dat goede kunst te allen tijde een
scherp wapen in den strijd tegen
barbaarschheid geweest is en zijn zal,
maar men moet zich toch afvragen,
of de nood dezer tijden toelaat, dat
men zich lederen avond zorgeloos
overgeeft aan aesthetische genoegens,
en allereerst, of de radiozenders ge
rechtigd zijn, dit gemakzuchtig ver
langen ten volle te bevredigen, indien
zij er aanspraak op willen maken,
een beschavingsfactor en het spreek
trompet van het wereldgeweten te zijn!
H. ENGEL