De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 6 januari pagina 19

6 januari 1934 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2953 De Groene Amsterdammer van 6 Januari 1934 19 De mammoeth Het was of de woestijndame een sopperig] lachgeluidje maakte. Je kunt beter liggen dan zitten" gaapte ze toen. De sfinx staarde met steenen oogen in den hemel. Je kunt beter doodgaan, dan lig gen" zei de sfinx. Die sfinx is niet om uit te houden" riep Zacharias zenuwachtig. Ga weg met je nare praatjes!" Maar de sfinx ging niet weg. Dan ga ik" zei Zacharias. Ik ga me allerlei malle dingen verbeelden". Ja, we gaan" zei Khan, maar toen scheen de woestijndame ineens heelemaal wakker te worden; het leek of ze opstond en glimlachte. Meneer Khan" zei ze, mag ik uw portefeuille als souvenir?" En Khan zei: Nee." En de woestijndame zei: Maar ik heb geld noodig voor een nieuwen hoed. En Khan zei: Dat zal mij een zorg zijn", en hij wandelde weg, achter Zacharias aan, en hij merkte niet eens, dat de woestijndame heelemaal dubbel sloeg van woede en kwaadaardigheid. Heb je niet gehoord wat ze zei", vroeg Khan. Ze vroeg mij m'n portefeuille l" Wat een inhalig mensch", zei Zacharias. Ach", zei Khan, ze vond 'm mooi. En dat is ie ook. . . .", toen stak ie z'n parasolletje op. Ze trokken verder. Zacharias droeg het city bagje aan een veter op z'n rug. Toen ineens kreeg Khan het gevoel, dat er iets niet in orde was. Hij keek om, en zag hoe de sfinx en de woes tijndame met booze gezichten zaten te fluisteren. Ik vertrouw die woestijndame niet" zei Khan. ' Ik vertrouw nooit een dame" zei Zacharias, en toen slopen ze heel stilletjes terug, en verstopten zich achter den staart van de sfinx om alles te kunnen hooren wat er ge sproken werd. Hij heeft me beleedig'd" hoorde Khan de woestijndame zeggen. Hij had me die portefeuille vrijwillig behooren aan te bieden. En dan, je kunt hier maar niet zonder meer zoo rondloopen. Dat beest is gek ! Daar voor heeft ie noodig een geteekende verklaring van den minister van vee teelt en een óngeteekende verklaring van z'n psychiater. Verder zal hij moeten, kunnen overleggen een ge boorteacte, een bewijs van goed zede lijk gedrag, vijfentwintig gulden, en een trouwboekje. Dat gaat zóó maar niet. Op die manier zou iederén hier zoomaar zonder meer kunnen rondloopen. Bovendien, ik heb zijn portefeuille noodig om een hoed te koopen.... Wat willen die héren eigenlijk in mijn woestijn?" en ze legde den nadruk op heeren" wat altijd een rg vevkeerd teeken is. De sfinx weet alles, tenminste, dat denkt ze, en dus zei de sfinx: ..Die twee heeren willen petroleuinbronnen zoeken, en goudvelden, en diamanten. Ze willen alles in het city bagje doen en meenemen." Dat is diefstal." /.ei de woestijn dame kattig. Ja en nee" /.ei de sfinx. Ja maar," zei de woestijiidame. moet ik dat zoo maar goed vinden?" En de sfinx zei weer: Ja en nee" en de woestijndame werd doodzenuw achtig en wendde zich tot Allah, en Allah verwees haar naar Mohammed. en Mohammed zélf bleef onzichtbaar, maar je hoorde zijn stem door de loudspeaker. Zacharias," zei Khan, je moet goed luisteren. Wat er nu komt is heel leerzaam. Een gesprek met den hemel .... We doen misschien verstandiger om te knielen. Baat 't niet, dan schaadt 't niet." We doen misschien verstandiger om te vluchten" zei Zacharias, maar Khan zei; Nee. We kunnen nét zoo goed niét vluchten. Je kunt niet vluchten voor den hernel, dat, loopt altijd op niks uit. Je trekt toch aan 't kortste eind. De hemel zit als een blaiiwe hoes over de woestijn, je raakt 'n\ nooit heelemaal kwijt. Het is het allerbeste om stilletjes de kat uit den boom te kijken. En passant kniel ik." Ik ook" zei Zacharias, en toen. kwam de stem van Mohammed uit den loudspeaker. Deemoedig gebogen bleef Khan luisteren. ..Allah is groot" zei Mohammed. Dat wét ik wel" zei de woestijndame. ..Maar hoe moet het met dat city bagje?" Kri Mohammed zei: ..Ik ben de profeet Mohammed" en de woestijndame zei: Ja. ja. Maar 't goud en de diamanten? Die hooren van mij. Ik bid u heer, laten ze er met hun vingers af blijven laten ze dood neervallen laten ze blind worden en melaatsch ! Zend ze booze zweren, o heer ! Sla ze met den bliksem van uw toorn?Ik smeek u heel1, geef mij hun portefeuille. Het zijn ongeloovige honden, heer. Vernietig en ver trap ze. o groote meester ! Ik zou 't zélf Wel doen. als ik niet wist. dat u 't béter deed . ? ? ?" Allah is Allah" antwoordde Mo hammed. Dat slaat als een tang op een var ken" fluisterde Khan. en hij gluurde opzij langs de sfinx en zag hoe de woes tijndame de loudspeaker omarmde. Meester," zei ze dringend. ..ik zou een geloovig Muzelman zijn. als ik niet de koningin der woestijn was. Vergeef mij deze zonde. Luister naar mijn stem. Vernietig deze ongeloovigen. geef mij de portefeuille, en ik zal u n zestigste van mijn goud geven om de minarets der moskeeën te vergul den voor het oog van Allah, en tw zestigsten om slaven te koopen. en vrouwen." Toen de woestijiidame dat gezegd had begon de loudspeaker te; knetteren. ,.Ik kom" zei Mohammed. ,.IIeb je 't gehoord?" vroeg Khan. ..Mohammed wil geld hebben voor slaven en vrouwen.'' Wat een slechte man is dat" fluisterde Zacharias. Ja" zei Khan. We zullen hard weg loopen". en dat wilden ze doen, maar toen was 't al te laat, wari^ ze hoorden wonderlijke muziek en zagen een vreemden optocht uit de wolken komen. Khan en Zacharias stonden on bewegelijk, poot in poot. Het is erg aardig om op reis te gaan in een eigengernaakte woestijn, en te zoeken naar een paleis van rotsblokken en suiker klontjes, maar de boel moet je niet boven het hoofd groeien, de hemel moet er buiten blijven, want zoodra die er bij te pas komt verlies je alle gevoel van proportie, en elk verband met de. werkelijkheid. De mammoeth Emir Kasha Khan, en de ''zebra Zacharias waren gek van angst geworden. Hun fantasie stond blijkbaar voor niets meer. Ze fluister den opgewonden tegen elkaar. Ze zagen de wolken opengaan, ze hoorden stem men, en ze vonden het niet eens raar. Do optocht naderde. Mohammed schitterde in de zon. Voorop stapte een leeuw; hij liep het achterste voren uit beleefdheid. evenals de tien olifanten, die na hem kwamen. Op de olifanten volgde een muziekcorps van vleugels, en daar achter schommelden de kameeleit. Twaalf hadden belletjes om hun hals en verder niets, maar op de dertiende kameel, die heelemaal verguld was, zat de profeet Mohammed in ee.u wapperende cape van roze badstof. De woestijmlame gooide een sluier van. kippengaas over haar hoofd. ..Toch nog een. mooie man" zei ze. ..Ja en nee" zei de sfinx. De klaroenman. van. het muziek corps blies het profeteimiotief. de stoet stond stil voor de sfinx eu Mohammed stapte af. (Slot ro'yl).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl