Historisch Archief 1877-1940
No. 2964
De Groent' Amsterdammer van 13 Januari 1934
17
Uit het klad schrift van Jantje
Croquante croquet jes
Alida Zevenboom
Ik heb het wel eens over den goeden,
ouden tijd en dan trekt kleine Al i
haar neusje op en neef Bertus van
de Brandweer kijkt scheel, maar ik
blijf er bij.... het Was een goede,
oude tijd, Waarin de mensch tenminste
niet door allerlei ellende in de krant
Werd opgeschrikt, want al zeggen ze
nu dat onze kranten zoo mooi zijn
en zoo goed ingelicht.... geeft u mij
dan maar het Vliegend Blad" van
zestig jaar geleden of het Handelsblad,
zooals Wijlen meneer het kreeg als
eerste lezer want den volgenden dag
werd het weggehaald en ging het
naar de Borski's aan den overkant
en in de keuken hadden wij het
Nieuws van den Dag" en daar
stonden altijd van die stichtelijke
artikelen in Waar een mensch een
heele week op kon teren en dan had
hij nog geen kwaad gedaan. En alles
met eenzelfde rustige letter en nergens
van die opschriften die je al zenuw
achtig en van streek maken voor dat
je ze gelezen hebt! Het lezen van je
krantje Was in dien goeden, ouden
tijd een van de rustige genoegens die
wij kenden terwijl tegenwoordig een
genoegen dat rustig is, niet meer
meetelt. Als er geen lawaai bijgemaakt
kan worden, is het geen pretje meer,
naar het schijnt. Als ik dan, als alles
aan kant was bij mevrouw zaliger,
in de keuken zat met mijn bril op,
want ik heb altijd vroeg gebrild, dan
nam ik de poes op schoot en dan
konden ze de Bocht onder me af
breken ik zou het niet gemerkt
hebben, zoo prettig was dat uurtje en
dan zat ik op het witgeschuurde
vloertje dat in de keuken lag omdat
de booien anders koude voeten op
de tegels zouden krijgen en als het dan
koper om je heen zoo blonk dat je je
eigen er in kon spiegelen, geeft u mij
dan maar den goeden, ouden tijd,
dat zeg ik. Nu, met al die dagmeiden,
heb je zelf en zij geen rust. Om. vier
uur beginnen ze al op de klok te
kijken en ze zijn al weg voor je er om
denkt en het werk half laten lig
gen als ze er eventjes de kans toe
krijgen.
Is tegenwoordig dat uurtje met
de krant en poes op schoot een ge
noegen en een genot? Ik schrik er
voor om het blad open te slaan Want
direct begin je al te beven en ik wil
u wel zeggen, dat ik het bijna uit
mijn handen had laten vallen toen
ik las dat ze dien armen van der Lubbe
onthoofd hadden. Ik werd er koud
van in mijn nek en ik moest denken
aan de arme moeder van dien jongen.
"U zal ei' om lachen maar dat kan.
me niet schelen, maar ik ga elk jaar
dat begint, naar de waarzegster op
de Achterburgwal bij de
Kreupelesteeg en ik houd me er aan want het
is altijd goed dat een mensch zoo'n
beetje weet Waar hij zich aan te
houden heeft en ik heb er nooit spijt
van gehad en Wat ze me al niet voor
speld heeft en dat uitgekomen is ook !
Ze werkt met het ei en koffiedik en
de kaarten en als het eene wat on
duidelijk is, zegt het andere het, dat
is het mooie bij haar en nooit vooruit
betalen. Zij heeft me gezegd en de
kaarten wezen het heel duidelijk uit,
dat er een groote verandering in mijn
leven zou komen en toen keerde ze
harteheer en vroeg of hij een baard
had of niet. Wie? vroeg ik en toen
lei ze hartenheer voor me neer en zei:
die ! En gek.... ik moest ineens aan
meneer Stiefstra denken en aan zijn
ringbaardje en de hartenkoning die
voor me lag, had net zoo'n ring
baardje en toen keerde ze de boer van
fortuin en zei dat er ook geld voor
me lag. Toen keerde ze schoppen
vrouw en keek me over haar bril
aan. Heeft hij een dochter, vroeg ze,
die van het ringbaardje ? Een karonje,
zei ik, die er aanmerking op maakt
dat papa zijn eitje 's morgens te
hard gekookt is net of ik, Aal, niet
weet hoe je een eitje zoo zacht moet
koken dat het smelt op je tong die
schoppenvrouw ligt leelijk, zei ze en
u heeft een boodschap over het Water
gehad van een donkeren man en dat
kwam ook uit want neef uit de
Commelinstraat is over de Amstelbrug
naar me toegekomen met de bood
schap dat nicht twee rijksdaalders
vanjme te leen vroeg voor brand maar
dat Van die schoppenvrouw bevalt me
niet en dat van het ringbaardje heele
maal niet want als het huiselijk ver
keer daartoe moet leiden, nou, dan
weet ik het niet. Hoewel ik moet
zeggen dat het een prettig mensch is
zoa in den omgang en altijd even
beleefd en van de week heeft hij het
portaal gewit en heb ik hem vast
gehouden op het trapleertje net toen
schoppenvrouw naar boven kwam
en u kan nagaan hoe ze keek. Ze zei
niets, maar meneer Stiefstra droop
als een natte hond achter haar aan en
ik heb eventjes heel toevallig aan de
deur staan luisteren maar dat is mijn
gewoonte niet en ik was bijna naar
binnen gegaan, zoo ging ze tegen haar
bloedeigen vader tekeer die zich
verlaagd had verlaagd ! om
stucadoor te spelen voor dat ouwe monster
met der toetje achter op haar hoofd.
Dat was ik ! En ze zei letterlijk: als
u wat begint met dat spook, dan ziet
u mij niet meer terug, heeft u dat
goed begrepen, en dan ziet u Pobbe
ook niet, dat is zijn kleinkind, en toen
heeft hij staan huilen dat ik er naar
van om mijn hart werd en 's middags
heb ik een malsch kalfsoestertje voor
hem gebakken met een spiegeleitje
er op en wat vla na en als ik naar
mijn gemoed te werk ging, alleen om
die schoppenvrouw, dan zou ik....
een heer met een ringbaardje .... het
is toch wel casueel....
G. J. DE KONING & Zn
Opgericht 1 739
Amsterdam C. Tel. 43688 Keizersgracht 447
Loodgieters - Zinkwerkers - Gas- en Waterfitters
- Onderhoud en Reparatie