Historisch Archief 1877-1940
De geschiedenis van
Emir Kasha Khan
Henriette van Eyk
. F. Doeve
Slot
Ik zal de zaak zelf in handen
«nemen" zei-hij. En toen stuurde hij
al de kameelen weg, en de muziek,
«n alles, omdat dat goedkooper was;
«n hij zei: Waar zijn ze? Zeg het mij,
?opdat ik ze wegvage uit Allah's tuin."
Ze zijn naar de horizon gewandeld''
?zei de ?woestijndame, en toen keek
?ze rond en wou wijzen maar zag niets.
Ze zijn er niet" zei Mohammed
streng. Wat beteekent dat?"
.De woestijndame was spierwit
ge?worden van teleurstelling, haar stem
beefde. O, heer," zei ze, ze zijn
ondergegaan ia hun eigen zonde. En
Een ontdekkingsreiziger
opgegeten..
ze hebben de portefeuille meegesleurd
in het verderf! Breng ze terug, o
groote profeet, opdat ze de goud
velden stelen en Allah ze kan
neerstriemen in zijn gerechten toorn!"
Dat is makkelijker gezegd dan
gedaan" zei Mohammed. Waarom
" heeft u ze niet hier gehouden? Er is
ook niemand, die es een beetje aan
?de toekomst denkt! Allah is groot;
?dat is. zoo j maar hoe kan Allah groot
blijven als alle zondaars verdwijnen!"
Dat weet ik niet" zei de woestijn-;
dame heelemaal verdrietig ,,de
portefeuille was van echt rundleer
met rooie figuurtjes.... en
spikkeltjes ... en aparte vakjes.... voor
postzegels "
Het is diep treurig" zei de profeet.
De woestijn was warm en stil, de
zon schoof een eindje hooger, niemand
sprak.
Achter de staart zaten Khan en
Zacharias elkaar te stompen van
zenuwachtigheid, en Zacharias kreeg
?de hik van. angst, en Mohammed zei:
Wat is dat?", en hij keek om de
'hoek van. de staart, en zag ze zitten.
Allah is groot!" gilde hij verrukt,
en sprong op ze af met groote, drei
gende handen.
Maar toen schoof de zou wér een
eindje hooger. Er hangt van alles en
nog wat samen met de zon,'o. a. de
tijd, en toen Mohammed de zon zag
verschuiven zei hij: O hemeltjelief,
ik moet voor Allah buigen, met m'n
gezicht naar Mekka ! Waar is Mekka ?
Gauw l Gauw! Waar is Mekka ? Ik
kom."
Het werden een paar minuten van
vreeselijke opwinding, en toen alles
voorbij was, en de zon weer verder
ging, waren Khan en Zacharias al
een heel eind weg.
Ze liepen zoo hard als ze loopen
konden naar een groengeverfd hek,
dat in de verte op de
horizon stond, want
daar was de uitgang
van de woestijn.
O, o, ik heb blaren
op mijn hiel" kermde
Zacharias.
Ik ook" zei Khan.
Maar dat kan me niet
schelen. Bovendien,
bedenk dat je een
zebra bent. Een zebra
heeft geen hielen,
maar hoeven
Harder !"
Ze holden harder.
Ze p'asseerden in
r azende vaart
pyramides, karavanen, en
fata morgana's. Har
der!
Achter ze, in een
gele nevel, naderde
Mohammed.
Het warme zand
stoof op onder z'n sandalen, de droge
wind fladderde door de plooien van
zijn roze cape en in z'n lange, witte
haren de edelsteenen van z'n tulband
schitterden in het zonlicht.
Ik ben bang" huilde Zacharias.
Moeder I"
Het was heelemaal niet waardig
of flink zooals hij zich gedroeg in. het
oogenblik van gevaar, maar hij was
ook nog maar zoo'n klein diertje,
en z'n pootjes waren zoo kort; en met
korte pootjes kun je niet hard weg
loopen, daarom is 't zoo moeilijk om
moedig te zijn, als je korte pootjes
hebt.
Khan pakte Zacbarias beet bij
het city bagje en sleurde hem mee.
Ik ben óók bang" hijgde Khan.
Iederén is immers bang. Maar als
die roze god ons inhaalt, dan zal ik
hem trappen tot mijn
pooten breken."
dat oogenblik
n blaar. Het
ga.. elijke knal,
en £ T scheen te
denken schoten
werd, en g..J.e: Sta stil!
Hands up l" En overal
in de woestijn stond alles
en iedereen stil, alles en
iedereen, behalve Khan
en Zacharias, die door
het groengeverfde hek
een oerwoud
binnenrenden en struikelden over
de eerste de beste ratel
slang.
Nu is een ratelslang
een gevaarlijk beest,
maar déze ratelslang had pas een
ontdekkingsreiziger opgegeten f en
was in vrede met zichzelf en de we
reld; bovendien bestond hij, evenals
al het andere, alleen maar in de
op hol geslagen verbeelding van Khan
en Zacharias, en gedroeg zich niet
heelemaal als een ratelslang, maa",
meer als een rondslingerende schoen
veter.
Wat gebeurt er op mijn rug?"
vroeg de ratelslang kronkelend.
Dat zijn wij" zeien Khan en
Zacharias.
O" zei de ratelslang, 't Jeukt."
Toen loerde Khan tusschen twee
boomstammen naar de woestijn en
zag dat Mohammed door het hek het
oerwoud binnenstapte.
We moeten verder" zei ie zenuw
achtig. Tot genoegen."
Mahlzeit" zei de slang, die nog
heelemaal op eten was ingesteld.
Ze klauterden tegen een berghelling
op.
Hou je taai, Zacharias" zei Khan.
We zijn er zoo. Aan den anderen
kant van de berg komt een meertje,
en in dat meertje ligt het eiland met
mijn paleis. Ik zal ze dadelijk een diner
van twaalf gangen laten klaarmaken,
met druiven en vliegen en vanilleijs
toe. Mijn knechten dragen wit livrei
met goud, en de borden zijn van spie
gelglas."
Moeder l" snikte Zacharias strui
kelend.
Een zebra heeft geen moeder" zei
Ze huurden een aap 'om
*het city bagje te dragen
Khan heftig. Doe niet zoo kinder
achtig."
Ze klommen en klommen. Khan
verloor de parasol. Zacharias liep op
handen en voeten. Ze huurden een aap
om het city bagje te dragen.
Mohammed kwam dichterbij, aldoor
maar dichterbij, en toen ze op den top
van den berg stonden was ie nog maar
een heel klein eindje van ze af.
Beesten !" riep Mohammed. Geef
mij die portefeuille. Allah heeft ge
sproken, en ik heb geen lust nog lan
ger achter jullie aan te hollen."
Nee" zei Khan, en toen nam ie de
portefeuille en at 'm op, en Moham
med werd groen van schrik en boos
heid, en maakte vreeselijk
pnheilspeilende geluiden, en zwaaide z'n
magere armen dreigend in de lucht.
(Slot op pag. 20)
Hij sprong op ze af